De negrito-stammen
Voorzover men kan nagaan vormen de negrito's de thans nog levende vertegenwoordigers van de oerbevolking van de Filippijnen. De naam 'negrito' ('kleine neger') danken zij aan hun kleine gestalte (lengte circa 1,50 m), hun donkere huidskleur en hun nogal kroezige haar. Hoewel dat vroeger wel verondersteld is zijn de negrito's niet verwant aan de Afrikaanse pygmeeën. Men neemt aan dat er wel sprake is van nauwe verwantschap met de Semang van Maleisië en mogelijk ook met de dwergbevolking van de Andaman-eilanden in de Indische Oceaan. Naar schatting bedraagt het aantal min of meer raszuivere negrito's op de Filippijnen circa 15.000. Tevens zijn er nog enkele tienduizenden gemengdbloedigen (met de Maleise bevolking). Door de Maleise bevolkingsgroepen op de Filippijnen zijn de negrito's gedurende de afgelopen eeuwen steeds verder verdrongen naar het binnenland, waar ze plaatselijk met moeite hun primitieve leefwijze gedeeltelijk hebben kunnen handhaven. De belangrijkste negrito-groepen zijn respectievelijk de Aëta of Baluga van het Zambales Gebergte, de Atta of Pugot van het noordelijk deel van het Centrale Bergland, de Dumagat en Agta van de nog dun bevolkte gebieden van oostelijk Luzon en de Ati van Negros en Panay. Het woord 'aëta' (en de varianten erop zoals 'atta' en 'ati') betekent 'mens'. Oorspronkelijk leefden de negrito's in kleine groepen van enkele tientallen personen en leidden ze een zwervend bestaan als verzamelaars en jagers. Als onderdak werd alleen een eenvoudig windscherm gebruikt. Hier en daar leven negrito's ook nu nog op een dergelijke manier, maar de meesten hebben zich inmiddels gevestigd in min of meer permanente nederzettingen, waar ze ter aanvulling op de jacht en visserij primitieve akkerbouw bedrijven. In de periode dat het gewas nog niet geoogst kan worden houdt men zich bezig met het zoeken van knollen, vruchten, honing en dergelijke in het omringende ongecultiveerde landschap. De honing wordt vaak gebruikt als ruilartikel bij de handel met de Maleise bevolking. Op deze manier verkrijgen de negrito's handige gebruiksartikelen als kapmessen, ijzeren pannen en textiel voor lendendoeken en schorten. De negrito's zijn van oorsprong animisten. Zij kennen een bezielde kracht toe aan levende wezens zoals bomen en allerlei diersoorten, maar ook aan rivieren, indrukwekkende bergen en dergelijke. Ook de geesten van voorouders worden vereerd. Men gelooft in goedaardige en kwaadaardige geesten en allerlei voorvallen worden naargelang het verloop ervan toegeschreven aan de ene of aan de andere categorie.