De koningsalbatros leeft in een beschermde kolonie op Taiaroa Head, op het schiereiland Otago. De kolonie bestaat uit zo’n twintig paartjes en is de enige plek ter wereld waar een albatroskolonie op het vasteland nestelt. Is een albatrosje een jaar oud, dan laat hij zich van de klif vallen en vervolgens vliegt hij met veel geklapper voor vier tot vijf jaar naar de zeeën rond Antarctica. Al die tijd komt hij niet aan land. Na deze periode keert hij terug naar zijn geboorteplek om een partner te vinden. Overigens legt een albatroswijfje pas op tienjarige leeftijd eieren. De observatiepost op Taiaroa Head is geopend van mei tot november.

De zwarte stormvogel broedt aan de westkust van het Zuidereiland in de nabijheid van de Punakaiki Pancakerocks. Het is de enige plaats in de wereld waar hij voorkomt. De grootste kans hem te zien is in de periode mei tot en met december.

De schuwe Fiordland-kuifpinguïn, de zeldzaamste pinguïnsoort ter wereld, leeft alleen in de wateren van het Fiordland National Park en op het eiland Stewart. Hij is te herkennen aan een gele streep op zijn kop die uitloopt tot een kuif. Misschien dat u hem tijdens een boottocht door de Milford Sound opmerkt. Verwar hem niet met de geeloogpinguïn, die ook een gele streep op zijn kop heeft, maar de kuif mist. Hij is met een beetje moeite te zien op sommige stranden van het schiereiland Otago en het Catlins Forest Park. Meestal komt hij tegen het einde van de middag aan land, na een dagje vissen in zee. Op het schiereiland Otago kunt u bij Penguin Place heel goed geeloogpinguïns observeren. In de kolonie zijn loopgraven en observatiehutten aangelegd, waardoor u de pinguïns van heel dichtbij kunt zien.

De blauwe pinguïn komt aan de oostkust van het Zuidereiland algemeen voor. Omdat deze kleine pinguïn pas in het donker aan land komt, zult u hem niet snel zien. Behalve in Oamaru, waar vlak bij het centrum een kolonie blauwe pinguïns huist. Het strand waar ze aan land komen is met felle lampen verlicht.