De ergerlijke tegenhanger van de vlinder is de mot. Motten kunnen huizen in stapelproducten als rijst, bonen, maïs, meel en pinda’s waar zij schadelijk zijn. Lastig zijn ook plantenetende sprinkhanen. Veldsprinkhanen houden zich op in lage, open vegetatie, waar ze knabbelen van de jonge padie, de rijst-aanplant. Veel voorkomend, in ongeveer zestig soorten, is de bidsprinkhaan. Deze gecamoufleerde sprinkhanen loeren in het groen op hun prooi, die ze vangen met hun doornachtige poten. De vangpoten zijn in een vrome bidhouding gevouwen. Een tragisch gegeven is dat na de paring het mannetje vaak door het vrouwtje wordt verorberd.

Muskieten en mapira

Gevleugelde insecten als muggen en vliegen kunnen de hygiëne bedreigen en ziekten overbrengen. Mampieren zijn minuscule mugjes die venijnig steken; vooral in de schemer, wanneer deze vampiertjes actief worden. Naast de jeukbulten veroorzakende muskieten zijn er steekmuggen die gele koorts en malaria overbrengen. Horzelachtige kawfree’s (koeienvliegen) en stonfree’s (steenvliegen) worden aangetrokken door de glinstering van de bezwete huid, waar zij hun venijnige angel in planten.

Opvallende vliegende insecten zijn de lange staafvormige libellen, die wel 14 centimeter kunnen worden. Met hun lange helikoptervleugels kunnen zij zowel voor- als achteruit vliegen.

Kruipende insecten

Kakkerlakken en kevers zijn alleen maar vervelend als ze in badkamer of keuken voorkomen. Een ferme klap met de schoen maakt een krakend einde aan de hinderlijke kruipers. Vlooien kunnen ook in huis voorkomen, of in de vacht van een huisdier. De zandvlo of sika nestelt zich bij voorkeur tussen de tenen van de mens, broedplaats voor haar eitjes. Van vele in groepsverband levende insecten zijn de nesten opvallender dan de beestjes zelf. Grote zwarte bollen aan takken van bomen zijn nesten van termieten (houtluizen). Deze witte mieren leven van plantaardige afvalstoffen, dood hout; dus ook van het houtwerk van huizen en meubels. Echte mieren (de rode brandmier) kunnen venijnig bijten. Oppassen dus waar u uw (blote) voeten plaatst. Parasolmieren sjouwen stukjes van bladeren boven hun hoofd terug naar het mierennest. Regelmatig zal een legertje van deze draagmieren uw pad kruisen.