Er zijn enkele (min of meer) verharde wegen door het park dat vanwege zijn verleden nog steeds een uitdaging vormt voor wetenschappelijk onderzoek. Het staat namelijk vast dat hier ooit water was. Onder de duinen, overwegend begroeid met gras en bossen, zijn namelijk zoutpannen aangetroffen en tal van fossiele resten, onder andere van bomen die ooit aan de oevers van een van de vier rivieren groeiden. De huidige Kalahari begon zich om te vormen tot een half-woestijn vanaf ongeveer 16.000 jaar geleden.

De San, ook bekend als Bosjesmannen, leven al duizenden jaren in het zuidelijke gedeelte van het park, waar ze door middel van de jacht in hun levensonderhoud voorzien. Ze leven niet steeds op dezelfde plaats, maar ze trekken door het land op zoek naar de beste jachtgebieden. Daar is nog heel wat over te doen geweest. De Botswaanse overheid wilde de San uit het park weg hebben teneinde het toerisme daar verder te ontwikkelen. Vanaf het midden van de jaren 1990 begon met met de uitzetting, de San kregen andere jacht- en leefgebieden toegewezen buiten het reservaat.

In 1997 was driekwart van de bevolking, zeer tegen hun zin, overgeplaatst. In oktober 2005 leefden er nog slechts 250 San in het park. In 2006 besloot de rechterlijke macht dat het besluit van de Botswaanse regering ongeldig was en konden de San terugkeren naar hun oorspronkelijk leefgebied. Medio september 2008 brak er een geweldige brand uit in het reservaat die 80% van het gebied in de as legde. De natuur herstelt zich snel, maar nooit werd achterhaald of de strijd tussen de San en de Botswaanse overheid iets met deze brand te maken had.

Te midden van alle droogte zijn er toch dieren die zich aangepast hebben aan het extreme klimaat, zoals Afrikaanse wilde honden, diverse antilopesoorten waaronder de gnoe (wildebeest), de grote elandantilope en het rode hartebeest. Dat maakt dat er ook roofdieren te vinden zijn, waarvan de jachtluipaard het belangrijkst is. Dankzij de hoge bebossing op sommige plaatsen kunt u er zelfs giraffes aantreffen.