Namibië en Botswana

Swipe

Francistown

Sinds 3 juni 2004 is Francistown in Botswana een zusterstad van Genk in België. De mijnbouw zal ongetwijfeld een belangrijk aandeel hebben gehad bij de totstandkoming van het verdrag. Francistown was de eerste stad in zuidelijk Afrika waar de goudkoorts uitbrak en in de omgeving van de stad bevinden zich nog vele vervallen en verlaten mijnen.

Francistown is met ruim 100.000 inwoners (2011), na Gaborone, de op één na grootste stad van Botswana en wordt ook wel de 'hoofdstad van het noorden' genoemd. Economisch is de stad van belang omdat de grote verkeersader van Botswana op ongeveer 100 kilometer ten noorden van de stad een belangrijke verbinding vormt met Zimbabwe. Het heeft een ook een spoorwegverbinding met Bulawayo in Zimbabwe, aangelegd onder supervisie van Cecil Rhodes, die met de realisatie van die spoorlijn een droom in vervulling zag gaan. Het internationale vliegveld zorgt voor connecties op grotere afstand.

Er zijn aanwijzingen dat er in de omgeving van Francistown al meer dan 10.000 jaar mensen wonen. Pas in de loop van de jaren 1800 kreeg de stad bekendheid doordat er op bescheiden schaal goud werd gevonden. Gelukzoekers kwamen overal vandaan en vestigden zich in Nyangabgwe, de naam die de Ndebelestam, behorend tot het Matabelevolk, ooit aan de plaats gaf.

In het begin van de jaren 1860 arriveerde de Brit Robert Moffat als mijndeskundige in het gebied en ging op zoek naar goud, vanaf 1867 samen met een andere deskundige op dat gebied: de Duitser Karl Mauch. Ze vonden wat ze zochten langs de rivier Tati. De stad werd genoemd naar Daniël Francis, een Britse mijnbouwingenieur die zich in 1869 in het gebied vestigde en de exploitatie van de Monarchmijn op zich nam. Hij kocht grote stukken land op en verdeelde dat in 300 stukken waar hij concessies op verstrekte.

In de omgeving van de mijn ontstond een nederzetting die in 1897 zijn naam kreeg. Francis werd directeur van de door hem opgerichte Tati Concessions Company. De huidige stad ontstond na de verkoop van het bedrijf en maakte een snelle groei door waaraan de ingebruikname van de spoorlijn ook het nodige bijdroeg. Tot aan de zelfstandigheid van Botswana in 1966 was Francistown een soort vrijgevochten agglomeratie. De stad werd toen opgenomen als belangrijk economisch centrum binnen Botswana en kreeg in 1997 stadsrechten.

Heden ten dage is Francistown een moderne stad met uitstekende voorzieningen zoals hotels, banken en winkelcentra. Het Supa Ngwao museum is sinds oktober 2011 slechts gedeeltelijk meer opengesteld voor het publiek, het krijgt een opknapbeurt. Het biedt een interessant overzicht van alles wat er zich in en rond Francistown door de loop van de eeuwen afspeelde.

Rond een van de oude gebouwen van de Tati Company mijn, Lady Mary, is een klein gloednieuw natuurreservaat gevestigd: Tachilla, waarin inmiddels tal van dieren zijn teruggebracht in hun oorspronkelijke leefomgeving. Er bestaan plannen voor de uitbreiding ervan en het gemeentebestuur van Francistown ziet het in de toekomst als een belangrijke toeristische trekpleister.

Bereikbaar: vanuit Gaborone via de A1 naar het noorden. Afstand vanaf Gaborone: ongeveer 450 kilometer.