Richting Tarabuco
Tarabuco (3260 m), het bekende marktplaatsje, ligt op 60 km afstand van Sucre en kent een hoofdzakelijk Quechuasprekende indiaanse bevolking, die afstammelingen van de Yamparas zijn. Dit volk werd in de 15e eeuw onderworpen door de Inca’s, die het mita-systeem invoerden, waarbij nederzettingen uit het Incarijk verplicht naar andere gedeeltes van het imperium moesten migreren. Zo ontstond de groep Tarabuqueños die nog steeds hun oude tradities handhaven.
Men leeft voornamelijk van de landbouw (granen) en van het weven van hoogwaardige textiel. Doordeweeks is het een heel rustig stadje, maar op zondag is er de wekelijkse markt, waar de bevolking uit de wijde omgeving elkaar ontmoet en (ruil)handel bedrijft. De mensen zijn op hun best gekleed, met fantastische traditionele gewaden en er heerst een uitbundige stemming. De plaza en omgeving zijn vol met stalletjes die kleurrijke artesanía zoals kleding, doeken, mutsen en andere ambachtelijk producten aanbieden aan de toeristen. Achter de plaza ligt de nieuwe markt waar de lokalen waren aanbieden en eten nuttigen. Aan de rand van het stadje bevindt zich de grote overdekte markthal waar vooral groentes en fruit uitgestald liggen, een kleurrijk gebeuren. In het plaatsje is verder een interessant textielmuseum, Centro Artesanal Inca Pallay, Murillo 25, 9046461936, www.incapallay.org, alleen op zondag geopend, waar een interessante tentoonstelling is van weefsels en waar tevens weefsels verkocht worden. Bovendien bevindt zich in de patio een restaurant.
In Tarabuco moet je altijd stevig onderhandelen bij de aankoop van artesanía. Er zijn tegenwoordig veel producten op de markt die niet uit de streek komen of producten van slechte kwaliteit zijn of nepgoederen, dus pas goed op. De lokale bevolking vindt het niet leuk om gefotografeerd te worden maar tegenwoordig vragen sommige mensen een fiks bedrag voor een foto. Pas goed op je portemonnee want er lopen zakkenrollers rond!
Om 8.30 uur elke zondag vertrekt vanaf de Catedral op de Plaza 25 de Mayo een bus naar Tarabuco (35 Bs). Diverse reisbureaus in Sucre bieden vervoer naar Tarabuco aan, wat ongeveer anderhalf uur reizen is. Bovendien vertrekken er micro’s vanaf Av Manco Capac en Av de las America’s in Sucre.
Rond de plaza bevinden zich diverse simpele eet- en drinkgelegenheden. Café Mallki, een blok ten noorden van de plaza is een redelijk goed restaurant waar op het binnenplein een ontbijt en vegetarische lunches worden geserveerd.
De weefsels en kleding van Tarabuco
De fascinerende inheemse weefsels worden gekarakteriseerd door levendige kleuren, en zijn geïnspireerd op sociale tradities, geloven en het dagelijkse leven en de natuurlijke omgeving met planten en dieren. Kleding en attributen vormen een mix van precolumbiaanse en koloniale invloeden. De montera is een leren hoofddeksel (dat hardgemaakt is door toevoeging van urine), waarvan het ontwerp is geïnspireerd op de helm van de Spaanse soldaten. Tijdens het carnavalsfeest Phujllay worden ze versierd met stoffen bloemen en zilver. Unku is een poncho om de rug te bedekken. Daarnaast hebben de mannen een zwarte broek met versieringen tot de kuiten. Zij dragen altijd hun ch’uspa bij zich, een rechthoekig kleurrijk tasje van textiel om de cocabladeren in mee te nemen. Op de feesten vallen onmiddellijk de ojotas op. Dit zijn de typische schoenen gemaakt van de overblijfselen van oude rubberbanden, met een zool van 5-10 cm dik die bestaat uit op elkaar gestapelde leren platen. Daaraan wordt een ronddraaiende cirkelvormige ‘spoor’ geplaatst, die voor een ritmisch geluid zorgt tijdens het dansen. Ze kunnen tot 3 kg wegen. De cincho is een leren buikriem van 20 cm breedte die zes bellen heeft. De vrouwen dragen over een soort jurk, almilla genoemd, de axsu, een geweven overrok met speciale ontwerpen. Inheems carnaval; Phujllay (in Quechua ‘het spel’) is het belangrijkste lokale jaarlijkse feest, waaraan 60 inheemse gemeenschappen deelnemen, die ieder spectaculaire traditionele kleding dragen die kenmerkend is voor de comunidad (inheems dorp). Het feest herdenkt La Batalla (de veldslag) de Jumbati die plaatsvond op 12 maart 1816 tussen de Tarabuqueños, onder bevel van Doña Juana Azurday de Padilla, en de koninklijke (groene) Spaanse troepen. De laatsten werden op een heroïsche wijze verslagen. Het feest vindt nu jaarlijks plaats op de derde zondag van maart en begint met een mis in de Quechuataal. Daarna volgt een optocht van honderden fantastisch aangeklede dansers, die via de plaza van Tarabuco naar de lokale cancha (voetbalveld) leidt. Hier dansen de verschillende groepen rond de Pucará, een altaar dat uit een soort ladder van tien meter hoog bestaat, die vol behangen is met landbouwproducten, dranken, brood en kaas en die Pachamama (Moeder Aarde) voorstelt. Aan de voet van de Pucará plaatst men een kruis, die de zielen van de gevallenen bij de slag van Jumbati voorstelt. Daarnaast heeft het kruis nog een andere betekenis. Wanneer iemand uit de comunidad door een ongeluk is omgekomen, wordt een kruis geplaatst bij de plaats waar het ongeluk heeft plaatsgevonden en bovendien wordt een tweede kruis geplaatst bij de Pucará waar, volgens lokaal geloof, de geest van de dode zal terugkeren in onze wereld. Met de dansen en rituelen vraagt men de Pachamama om goede oogsten. Tevens wordt de nusta gekozen, de mooiste jonge vrouw van het festival. Dit is de toeristische versie van de Phujllay die zich in Tarabuco afspeelt maar in de comunidades rondom het stadje wordt nog de autochtone Phujllay gehouden, dat geen feest is maar meer een ritueel. Hier vormt de oorsprong van het feest niet de slag van Jumbati, maar is het verbonden met de dood. Dit ritueel wordt gehouden op de zaterdag voor het carnaval van zondag en dient om zich te herenigen met de geesten van de overledenen. Er worden bloemen rond de graven gelegd en men draagt de kruisen van de overledenen naar de huizen. Hier richt men een kleine Pucará (altaar) op, behangen met landbouwproducten. De volgende dag komt de familie bijeen om rond de Pucará te gaan eten. Daarna wordt een hoofdaltaar opgericht, waaromheen zes of zeven dagen wordt gedanst. Candelaria (2900 m), is een rustig inheems dorpje op 26 km van Tarabuco, waar de beste wevers van de Yamparacultuur wonen. Hier bevindt zich een mooie haciënda, die een museum huisvest met een waardevolle collectie antieke weefsels van Bolivia. Wevers zijn hier aan het werk en er worden verschillende weeftechnieken, kleurencombinaties en ontwerpen van decoraties uitgelegd. Tevens is er een uitvoering van de bekende Phujllaydans. In het dorp worden weverfamilies bezocht. In de omgeving van de haciënda bevinden zich diverse archeologische plaatsen. Candelaria Tours in Sucre organiseert een tweedaagse tour naar dit dorpje met vertrek op zaterdag en een overnachting in de haciënda. Op sommige dagen van de week is er transport naar het dorpje. Icla (2050 m), is een dorpje op 100 km van Sucre, waar zich een spectaculaire roodachtige kloof bevindt met watervallen en diepe plassen waar je kan baden en er is een indrukwekkende grot met stalagmieten. Bij Churumatas, op 8 km van Icla, zijn er oude rotstekeningen en 2 km van Icla ligt Huasamayu waar fossielen te vinden zijn. Er vertrekken op di. en vr. om 8 uur bussen vanaf Sucre naar Icla en elke dag vertrekken er vrachtwagens om 8 uur en 14 uur. Villa Serrano (2170 m 187 km van Sucre). Dit gebied staat bekend als Ruta de Doña Juana, refererend aan Doña Juana Azurduy de Padilla en haar man Manuel Ascencio Padilla, twee helden uit de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spanjaarden. Villa Serrani is een rustig koloniaal stadje, dat in zijn boeiende geschiedenis een strategische plaats vormde, waar Spaanse veroveraars, missionarissen en soldaten passeerden op weg naar de Chaco-oorlog. Bij La Plazuela de los Músicos ligt het museum Mauro Nuñez. Deze artiest was een vakman in het maken van houten voorwerpen en stond vooral bekend om de bouw van de charango, het bekende Boliviaanse muziekinstrument, dat hij bovendien bespeelde. Het belangrijkste museumstuk is de 6,13 meter lange en 1,13 meter brede charango, gemaakt uit één stuk hout en ingeschreven in het Guinness Book of Records. Je moet bij de plaatselijke Alcaldia (stadhuis) op de plaza, de sleutel van het museum vragen. Op 27 en 28 september vindt het jaarlijkse El Festival del Charango Mauro Nuñez plaats. Boven het stadje staat een kruis vanwaar men een mooi uitzicht heeft op de omliggende valleien. Info. Alojamiento Misky Life, Calle Sucre 946936040, vlak bij de plaza is de beste overnachtingsplaats van het stadje. Op de plaza ligt Restaurante La Naranja, een goede plaats om te eten. Vanaf de plaza vertrekt om 7 en 16.30 uur een bus naar Sucre (5 uur reistijd). Enkele dagen per week vertrekt er ’s ochtends vanaf de plaza of vanaf de Calle Sucre, langs een mooie landschappelijke weg, een bus naar Pucará en Vallegrande (8 uur reistijd). Vanaf Pucará is sporadisch vervoer naar La Higuera, de plaats van de executie van Che Guevara.
De fascinerende inheemse weefsels worden gekarakteriseerd door levendige kleuren, en zijn geïnspireerd op sociale tradities, geloven en het dagelijkse leven en de natuurlijke omgeving met planten en dieren. Kleding en attributen vormen een mix van precolumbiaanse en koloniale invloeden. De montera is een leren hoofddeksel (dat hardgemaakt is door toevoeging van urine), waarvan het ontwerp is geïnspireerd op de helm van de Spaanse soldaten. Tijdens het carnavalsfeest Phujllay worden ze versierd met stoffen bloemen en zilver. Unku is een poncho om de rug te bedekken. Daarnaast hebben de mannen een zwarte broek met versieringen tot de kuiten. Zij dragen altijd hun ch’uspa bij zich, een rechthoekig kleurrijk tasje van textiel om de cocabladeren in mee te nemen. Op de feesten vallen onmiddellijk de ojotas op. Dit zijn de typische schoenen gemaakt van de overblijfselen van oude rubberbanden, met een zool van 5-10 cm dik die bestaat uit op elkaar gestapelde leren platen. Daaraan wordt een ronddraaiende cirkelvormige ‘spoor’ geplaatst, die voor een ritmisch geluid zorgt tijdens het dansen. Ze kunnen tot 3 kg wegen. De cincho is een leren buikriem van 20 cm breedte die zes bellen heeft. De vrouwen dragen over een soort jurk, almilla genoemd, de axsu, een geweven overrok met speciale ontwerpen. Inheems carnaval; Phujllay (in Quechua ‘het spel’) is het belangrijkste lokale jaarlijkse feest, waaraan 60 inheemse gemeenschappen deelnemen, die ieder spectaculaire traditionele kleding dragen die kenmerkend is voor de comunidad (inheems dorp). Het feest herdenkt La Batalla (de veldslag) de Jumbati die plaatsvond op 12 maart 1816 tussen de Tarabuqueños, onder bevel van Doña Juana Azurday de Padilla, en de koninklijke (groene) Spaanse troepen. De laatsten werden op een heroïsche wijze verslagen. Het feest vindt nu jaarlijks plaats op de derde zondag van maart en begint met een mis in de Quechuataal. Daarna volgt een optocht van honderden fantastisch aangeklede dansers, die via de plaza van Tarabuco naar de lokale cancha (voetbalveld) leidt. Hier dansen de verschillende groepen rond de Pucará, een altaar dat uit een soort ladder van tien meter hoog bestaat, die vol behangen is met landbouwproducten, dranken, brood en kaas en die Pachamama (Moeder Aarde) voorstelt. Aan de voet van de Pucará plaatst men een kruis, die de zielen van de gevallenen bij de slag van Jumbati voorstelt. Daarnaast heeft het kruis nog een andere betekenis. Wanneer iemand uit de comunidad door een ongeluk is omgekomen, wordt een kruis geplaatst bij de plaats waar het ongeluk heeft plaatsgevonden en bovendien wordt een tweede kruis geplaatst bij de Pucará waar, volgens lokaal geloof, de geest van de dode zal terugkeren in onze wereld. Met de dansen en rituelen vraagt men de Pachamama om goede oogsten. Tevens wordt de nusta gekozen, de mooiste jonge vrouw van het festival. Dit is de toeristische versie van de Phujllay die zich in Tarabuco afspeelt maar in de comunidades rondom het stadje wordt nog de autochtone Phujllay gehouden, dat geen feest is maar meer een ritueel. Hier vormt de oorsprong van het feest niet de slag van Jumbati, maar is het verbonden met de dood. Dit ritueel wordt gehouden op de zaterdag voor het carnaval van zondag en dient om zich te herenigen met de geesten van de overledenen. Er worden bloemen rond de graven gelegd en men draagt de kruisen van de overledenen naar de huizen. Hier richt men een kleine Pucará (altaar) op, behangen met landbouwproducten. De volgende dag komt de familie bijeen om rond de Pucará te gaan eten. Daarna wordt een hoofdaltaar opgericht, waaromheen zes of zeven dagen wordt gedanst. Candelaria (2900 m), is een rustig inheems dorpje op 26 km van Tarabuco, waar de beste wevers van de Yamparacultuur wonen. Hier bevindt zich een mooie haciënda, die een museum huisvest met een waardevolle collectie antieke weefsels van Bolivia. Wevers zijn hier aan het werk en er worden verschillende weeftechnieken, kleurencombinaties en ontwerpen van decoraties uitgelegd. Tevens is er een uitvoering van de bekende Phujllaydans. In het dorp worden weverfamilies bezocht. In de omgeving van de haciënda bevinden zich diverse archeologische plaatsen. Candelaria Tours in Sucre organiseert een tweedaagse tour naar dit dorpje met vertrek op zaterdag en een overnachting in de haciënda. Op sommige dagen van de week is er transport naar het dorpje. Icla (2050 m), is een dorpje op 100 km van Sucre, waar zich een spectaculaire roodachtige kloof bevindt met watervallen en diepe plassen waar je kan baden en er is een indrukwekkende grot met stalagmieten. Bij Churumatas, op 8 km van Icla, zijn er oude rotstekeningen en 2 km van Icla ligt Huasamayu waar fossielen te vinden zijn. Er vertrekken op di. en vr. om 8 uur bussen vanaf Sucre naar Icla en elke dag vertrekken er vrachtwagens om 8 uur en 14 uur. Villa Serrano (2170 m 187 km van Sucre). Dit gebied staat bekend als Ruta de Doña Juana, refererend aan Doña Juana Azurduy de Padilla en haar man Manuel Ascencio Padilla, twee helden uit de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spanjaarden. Villa Serrani is een rustig koloniaal stadje, dat in zijn boeiende geschiedenis een strategische plaats vormde, waar Spaanse veroveraars, missionarissen en soldaten passeerden op weg naar de Chaco-oorlog. Bij La Plazuela de los Músicos ligt het museum Mauro Nuñez. Deze artiest was een vakman in het maken van houten voorwerpen en stond vooral bekend om de bouw van de charango, het bekende Boliviaanse muziekinstrument, dat hij bovendien bespeelde. Het belangrijkste museumstuk is de 6,13 meter lange en 1,13 meter brede charango, gemaakt uit één stuk hout en ingeschreven in het Guinness Book of Records. Je moet bij de plaatselijke Alcaldia (stadhuis) op de plaza, de sleutel van het museum vragen. Op 27 en 28 september vindt het jaarlijkse El Festival del Charango Mauro Nuñez plaats. Boven het stadje staat een kruis vanwaar men een mooi uitzicht heeft op de omliggende valleien. Info. Alojamiento Misky Life, Calle Sucre 946936040, vlak bij de plaza is de beste overnachtingsplaats van het stadje. Op de plaza ligt Restaurante La Naranja, een goede plaats om te eten. Vanaf de plaza vertrekt om 7 en 16.30 uur een bus naar Sucre (5 uur reistijd). Enkele dagen per week vertrekt er ’s ochtends vanaf de plaza of vanaf de Calle Sucre, langs een mooie landschappelijke weg, een bus naar Pucará en Vallegrande (8 uur reistijd). Vanaf Pucará is sporadisch vervoer naar La Higuera, de plaats van de executie van Che Guevara.
Departement Chuquisaca
Rondreizen
Tijdens dit overland-avontuur door Peru en Bolivia bezoek je op verschillende plaatsen de overblijfselen van de hoogstaande Inca-cultuur met als hoogtepunten de...
Rondreizen
Tijdens deze avontuurlijke rondreis door Argentinië, Bolivia en Peru wandel je door spectaculaire landschappen met felgekleurde rotspartijen, trek je over uitgestrekte hoogvlaktes...
Groepsreizen-Tweepersoonskamer
Een unieke combinatie van drie landen tijdens deze rondreis Peru, Bolivia en Chili. Weidse vergezichten over de altiplano, Quechua-indianen met kudden alpaca’s...