Departement Cochabamba

Swipe

Cochabamba

De stad Cochabamba ligt, omringd door bergen, op een strategisch punt waar diverse bergvalleien elkaar ontmoeten. Het is qua inwoners de derde stad van Bolivia en vormt een uitgestrekte agglomeratie die tot ver in de omringende landbouwgebieden loopt. Het is een aangename stad om in te vertoeven, vooral door het goede klimaat en zijn wat modernere voorzieningen zoals internationale restaurants, moderne nachtclubs en comfortabele hotels. De stad heeft enige attracties waaronder Palacio de Portales, het voormalige paleis van de tinbaron Simón Patiño en Cristo de la Concordia, het op een heuvel gelegen Christusbeeld, vanwaar een mooi uitzicht over de stad is.

Inwoners, 520.000, hoogte 2553 m. Kengetal 04.

Geschiedenis

De Aymarasprekende Collas domineerden deze gebieden alvorens de Inca’s onder leiding van Pachacutec, in de 15e eeuw het land innamen en het Collasuyo noemden, de vierde provincie van het Incarijk. De Incaheerser ontdekte de overvloed en goede kwaliteit van de maïs in de valleien en zag de potentie als graanschuur voor zijn rijk. Omereque en Aiquile werden daardoor belangrijkste steden in dit tijdperk, die door middel van de beroemde Incapaden goede verbindingen hadden met de rest van het rijk. Een andere belangrijke plaats tijdens de Inca-overheersing was Quillacollo, waar 2500 qollqas (ronde graanopslagplaatsen) werden gebouwd en vanwaar maïs werd verstuurd over het hele rijk. Het Incacomplex Incarrakay diende om de maïsproductie te controleren en administreren en vanaf hier het graan te exporteren. Tijdens het bewind van de Incaleider Huayna Cápac werden de oorspronkelijke Aymaraboeren naar de grenzen van het Incarijk gestuurd om te vechten tegen de indianen uit de laaglanden en daarvoor in de plaats kwamen Quechuasprekende indianen, loyaal aan de Inca. Het ging hier om massadeportaties maar de indianen kregen door de Inca wel een stuk land toegewezen. Een eeuw later arriveerden de Spanjaarden en door misverstanden werd de stad Cochabamba (Quechua voor ‘meer in de vlakte’) twee keer gesticht, in 1571 en 1574, onder de naam Villa de Oropesa, als eer aan de vader van Toledo, de Spaanse onderkoning. In die tijd was het een moerassig gebied met diverse meren, die later drooggelegd werden. Potosí had door zijn spectaculaire groei landbouwproducten nodig om zijn bevolking van voedsel te voorzien en Cochabamba sprong daar op in en werd de voornaamste leverancier. Talrijke Spanjaarden bouwden haciënda’s in de valleien en ontwikkelden grote landbouwgebieden. Tijdens de neergang van de mijnen aan het begin van de 19e eeuw, verlieten de eigenaars hun haciënda’s en verhuurden deze aan Quechuasprekende boeren. Tegenwoordig is Cochabamba nog steeds het belangrijkste landbouwgebied van Bolivia.

Klimaat

Cochabamba is gezegend met een zeer aangenaam klimaat dat in het algemeen omschreven kan worden als een Europese lente, met in de winter van juni tot augustus, temperaturen tussen de 3 en 29° C en nauwelijks neerslag. Tijdens de ‘regentijd’ van december tot maart varieert de gemiddelde temperatuur tussen de 12 en 22° C en kent een geringe neerslag, tot 100 mm per maand.

Bezienswaardigheden

Een goede manier om de stad te verkennen is een Citytour te nemen met een dubbeldekker. Deze bus vertrekt iedere dag om 10 en 15 uur vanaf Plaza Colón (94508920).

Rond de Plaza 14 de Septiembre

Plaza 14 de Septiembre is het hart van de stad. De Cochabambinos (inwoners van Cochabamba) komen hier in de namiddag bijeen om elkaar te ontmoeten of om uit te rusten en er treden dikwijls straatartiesten op. Aan de zuidelijke kant van het plein staat La Catedral. De huidige kerk stamt uit 1701, maar hiervoor bestonden al twee constructies uit 1571 en 1619. Het gebouw heeft het ontwerp van een Latijns kruis en de voorgevel is in mestiesstijl gebouwd. Hier bevindt zich in een grot de beschermheilige van Cochabamba, La Virgen de las Mercedes of La Virgen de la Patriota. Openingstijden ma.-vr. 8-12, 17-19. za.-zo. 8-12 uur. Achter de kathedraal ligt Pasaje de la Catedral, een rustige wandelpassage met onder andere een winkel met hoge kwaliteit weefsels. Soms vinden hier evenementen plaats zoals een straatmarkt of een theateroptreden.

Ten westen van de plaza

La Casona Santiváñez, Santiváñez tussen Av Ayacucho en Junín, is een indrukwekkend koloniaal gebouw met een mooie patio en kent verschillende bouwstijlen. Hier woonden diverse notabelen die met de tijd verbeteringen aanbrachten aan het gebouw. De laatste renovatie was in 2006. Hier tegenover staat Iglesia Santo Domingo uit 1778, die tot op heden niet afgemaakt is. Het is de enige kerk in de stad die gelijkenis vertoont met de kerken uit de Altiplano.

Ten zuiden van de plaza

Museo Arqueológico Universitario UMSS, Jordán en Nataniel Aguirre, 94250010, openingstijden ma.-vr. 8-17.30, za. 8-12 uur. Het interessante museum herbergt een collectie voorwerpen van precolumbiaanse culturen uit het departement zoals de Mizque- en Omereque-cultuur en Amazonestammen, met onder meer mummies met doorboorde schedels, grafurnen, keramiek en antieke muziekinstrumenten. Daarnaast zijn er ook interessante fossielen te zien. Om 13.30 uur is er dagelijkse een tour in het Engels.

De populaire La Cancha markt bevindt zich ten oosten van de busterminal rond de straten Honduras, Tarata en Barrientos. De markt is verdeeld in diverse sectoren zoals levensmiddelen, huishoudelijke producten, elektrische apparaten, schoenen en (textiel) handwerk. Bovendien is er een enorm aanbod aan gebruikte kleding uit de Verenigde Staten en met een beetje zoeken kan men originele merkkleding voor een habbekrats kopen. Pas op voor zakkenrollers!

Op de heuvel Colina de San Sebastián achter de Terminal de Buses staat het Monumento a las Heroínas de la Coronilla, dat opgericht is ter ere van doña Mañuela Gandarillas, een blinde onafhankelijkheidsstrijdster die bekend werd door de opstand in 1812 tegen de Spanjaarden.. Toen het rebellenleger, geleid door Manuel Goyeneche, bijna verslagen was, nam deze moedige vrouw de leiding over een groep van kinderen en vrouwen maar overleefde de opstand niet. Naar aanleiding van deze heldhaftige opstand wordt elk jaar op 27 mei een herdenkingsoptocht gehouden van de kathedraal naar het monument. Vanaf de heuvel heeft men een mooi uitzicht over de stad. Vanwege het gevaar van overvallen is het beter om met een taxi naar het monument te gaan.

Ten oosten van de plaza

Cristo de la Concordia. Het beeld van Christus is 35 meter hoog, met voetstuk meegerekend zelfs 40 m en is daarmee het grootste Christusbeeld van de wereld. Cristo staat op de top van een heuvel en verheft zich 265 meter boven de stad. Er loopt een kabelbaan naartoe en vanaf het beeld kan je zien hoe uitgestrekt de stad Cochabamba is. Openingstijden kabelbaan: dagelijks van 10-18.uur. De vier hectare omspannende Jardín Botánico Martín Cárdenas, Av Villazón, geopend 7.30-16.30 uur, bevat 200 plantensoorten uit de valleien rond Cochabamba. Martín Cárdenas was de belangrijkste Boliviaanse botanicus en een tentoonstelling over zijn leven plus de bibliotheek zijn te bezichtigen in Museo Martín Cárdenas, Av Heroínas tussen Junín en Hamiraya, geopend ma.-vr., 9-12 en 15-18.30 uur.

Ten noorden van de plaza

Teatro Achá, España, geopend 9-12 en 15-18 uur. Dit imponerende theater was voorheen Iglesia San Agustín (1578). Door de ineenstorting van het gebouw werd in 1780 een nieuwe kerk gebouwd, met een groot gewelf in barokstijl, dat later werd omgebouwd tot het in 1863 geopende theater ter ere van generaal José María Achá. De gewelven, tunnels, steegjes en kamers van de leden van de San Agustín sekte zijn nog bewaard gebleven en de imponerende theaterzaal was voorheen het gewelf van het klooster. Dagelijks zijn er afwisselend theater-, muziek- of dansvoorstellingen. Pasaje Artesanal Joaquín Zenteno Anaya, achter het hoofdpostkantoor is een voetgangersgebied met souvenirstalletjes.

Convento de Santa Teresa (1760), Baptista en Ecuador, tel. 4221252, openingstijden ma.-vr. 9-12 en 14.30-18 uur, elk uur begint er een rondleiding. Dit klooster is een nationaal monument en is het meest interessante koloniale gebouw van Cochabamba. Het klooster werd verwoest door een aardbeving maar werd herbouwd in neoklassieke stijl. Het gebouw is uniek in Bolivia omdat het van buiten de indruk geeft van een middeleeuws fort. Het klooster heeft een indrukwekkende patio en er is een mooi uitzicht vanaf het dak.

Plaza Colón is een mooi aangelegd plein met vijvers en fonteinen, waar het lekker vertoeven is op een bankje. Vanaf hier loopt naar het noordwesten de flaneerboulevard El Prado of Av Ballivian waaraan diverse restaurants met terrassen liggen. Av Salamanca leidt naar de welvarende wijk La Recoleta, waar zich rond het voetgangersgebied Paseo Peotonal el Boulevard diverse internationale restaurants, pubs en nachtclubs bevinden.

Palacio de Portales (Centro pedagógico y cultural Simón I. Patiño), Potosi 1450, tel. 4243137, www.centropatino.com. Rondleidingen van het paleis worden gegeven van ma.-vr. Spaans 17 uur, Engels 17.30 uur, za. Spaans 11 uur en Engels 11.30 uur. De tuinen zijn geopend: ma.-vr. 14.30-18.30, za.-zo. 10.30-12.30 uur.

Het paleis is gebouwd tussen 1915 en 1927 door de tinbaron Simón Patiño. De Franse architect Eugene Bliaut heeft het paleis ontworpen en gebouwd in verschillende stijlen. Zo zijn er stoelen in Moorse stijl, gekopieerd van de Alhambra in Granada. Verder zijn er kolommen in Romeinse stijl met grote zalen en beeldhouwwerken in marmer, schilderijen van Velásquez en geschilderde fresco’s op het plafond, gekopieerd van de bibliotheek van het Vaticaan. De indrukwekkende tuin werd ontworpen door Japanse experts, geïnspireerd op de tuinen van het paleis van Versailles in Parijs. Nu functioneert het paleis als een van de belangrijkste culturele centrums van Bolivia met wisselende tentoonstellingen, concerten en conferenties.

Simón I Patiño

De tinbaron Simón I Patiño werd geboren in het plaatsje Santiváñez, Cochabamba, en had een Spaanse vader en een moeder uit een welgestelde Boliviaanse familie. Simón begon zijn carrière als hulpje in een winkel maar raakte al gauw geïnteresseerd in de mijnbouw en verhuisde naar Oruro, waar hij veel leerde over mineralen en de commerciële aspecten hiervan. Patiño kocht later de op dat moment weinig lucratieve mijn La Salvadora bij het stadje Llallagua, Potosí. Hij beschikte op dat moment over zeer weinig kapitaal en zijn vrouw moest haar juwelen verkopen zodat hij zijn schulden kon betalen en door kon werken. Iedereen verklaarde hem voor gek dat hij zo hard bleef doorzoeken naar een ertsader op de top van deze berg maar uiteindelijk stuitte hij in 1900 op de rijkste tinader in de regio. In deze tijd was er uit het buitenland grote vraag naar tin en de marktprijs bleef stijgen. Later kocht Patiño de tinmijnen van buitenlandse eigenaars in de buurt van Llallagua op, zoals in Uncía en Catavi (zie departement Potosí) en verwierf hij ’s werelds grootste tinraffinaderijen en -smelterijen. Tussen 1903 en 1929 werd Patiño een van de rijkste mensen van de wereld en werd hij bekend als de tinbaron. Hij overleed in 1947 in het buitenland maar tijdens zijn veelbewogen leven was hij verantwoordelijk voor enige monumentale gebouwen, waaronder het Palacio Portales, het indrukwekkende Banco Mercantilgebouw in Cochabamba en Pairumani, een schitterend landhuis in Vinto, Cochabamba, waar hij begraven ligt in een indrukwekkend familiemausoleum samen met zijn vrouw en andere familieleden.

Museo de Historia Natural ‘Alcides D’Orbigny’, Av Potosi en América; openingstijden ma.-vr. 9-12.30, 15-18.30 uur. Dit is een wetenschappelijk instituut, gewijd aan de natuurwetenschappen, dat culturele en educatieve activiteiten ontwikkelt. Het museum omvat Sala de Geología y Mineralogía, Sala de Paleontología en Sala de Zoología y Entomología.

Festiviteiten

14 September is Dia de Cochabamba.

Naar Chapare

Voorheen liep de weg tussen Cochabamba en Santa Cruz over de slechte, maar landschappelijk mooie weg via Samaipata, maar in 1970 werd een geheel geasfalteerde weg in gebruik genomen. Deze daalt spectaculair af van het Andesgebergte naar de laaglanden en passeert diverse ecologische zones. Vanaf Cochabamba gaat de weg eerst langzaam omhoog door een vallei vol met akkers. 90 km vanaf Cochabamba ligt Laguna Corani, een groot kunstmatig meer dat de stad van water voorziet, en pal daarna is de pas op 4200 meter. Vanaf hier stort de weg zich in de groene vegetatie; eerst dichte nevelwouden, gevolgd door tropisch regenwoud en koffie- en bananenplantages en ten slotte Villa Tunari. Onderweg is een controlepost van de antinarcoticapolitie.

10 prachtige bestemmingen in Cochabamba en Bolivia