Deze fraaie route met mooie bergdorpen, waarvan er opvallend veel eindigen op tsana (oorspronkelijk Slavische nederzettingen uit de 8e eeuw) loopt rondom de Menalo-bergen (1849 m), waar ’s winters geskied kan worden, en wordt door de Grieken zelf als een streek met zeer gezonde berglucht beschouwd. Vandaar een aantal goede accommodaties, die men niet direct zou verwachten.

Over startpunt Tripoli is bij route 8 al het een en ander gezegd. De weg naar het noorden ziet rechts uit op het Ktenia-gebergte met het niet direct vanaf de autobaan bereikbare dorp Nestani.

Op 15 km van Tripoli ligt het uit de geschiedenis bekende Mantineia waar in 362 voor Chr. Sparta door de Thebanen onder Epameinondas werd verslagen. Van de oude stad zijn nog delen van het theater, van de ringmuren en van de agora te zien.

Ten noorden van Levidi liggen de overwoekerde resten van de antieke stad Orchomenos, moeilijk te vinden en feitelijk nauwelijks de moeite waard: er bevinden zich bases van tempelzuilen, een stoa en een theater.

Deze route rondom de Menalo-bergen is een natuurtocht door een rijk bebost gebied, langs bergdorpen die vooral door Grieken worden bezocht en langs eenzame paden. Veel bezienswaardigheden in de vorm van opgravingen zijn er niet. Vooral de oorspronkelijke bergdorpen zijn een bezoekje waard. Noordelijk van de bergen ligt bijvoorbeeld Levidi tegen de hellingen geplakt. Vitina, hooggelegen en koel heeft weinig meer te bieden dan souvenirs uit het hout vervaardigd, dat in de omgeving in overvloed is aangeplant. Grieken vieren hier, gezien de temperatuur, graag hun vakanties. Vanhier voert een weg dwars door de bergen en de bossen naar het gehucht Piana en naar Silimna. Kort voor de eerste plaats is er een afslag rechts naar Libovisi, het gehucht waar de Turkendoder Kolokotronis (1770-1843) enige tijd heeft gewoond. Een meer afgelegen schuilplaats, waar de Turken overigens nauwelijks zijn geweest, is nauwelijks denkbaar. Een klein museum herbergt zijn persoonlijke bezittingen (openingstijden: 10.00-19.00 uur). Hij werd overigens geboren in Magouliana, dat aan de weg rechts 10 km na Vitina is te vinden en waar zich nog ruïnes van een burcht van de kruisridders verheffen.

Bij Karkalou is de afslag naar Langadia, een fraai gelegen dorp. 20 km verder ligt het charmante Tropea. De route erheen is adembenemend qua natuur en haarspeldbochten.

Vanuit Vitina voert de weg naar Dimitsana, een echt Grieks dorp op 1000 m hoogte, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. In dit woeste deel van Arkadia is het verzet tegen de Turkse overheersers voorbereid en in stand gehouden: bij het bergdorp stonden veertien molens die in het geheim kruit voor de Grieken fabriceerden. De vele kloosters westelijk van Dimitsana dienden als arsenaal. In de oude school van het dorp op het dorpsplein is een museumpje ingericht (openingstijden ma. tot en met vr. 08.00-14.00 uur) met herinneringen aan de verzetsstrijd in de jaren twintig van de negentiende eeuw. Twee inwoners van Dimitsana waren bij deze verzetsstrijd nauw betrokken: Germanos, die in 1821 opriep tot de opstand en Grigorios, die door de Turken in Konstantinopel werd opgehangen, toen daar bekend werd dat de Grieken rebelleerden (plaquette op het marktplein).

Het klooster Tou Philosophou (963) boven Dimitsana hangt tegen de rotsen. Alleen de kloosterkerk met oeroude fresco’s is er nog, de andere gebouwen zijn veel jonger. Ook het Moni Emialon (1608), rechts van de weg naar Stemnitsa, is de moeite waard. De kerk is in de rotsen gebouwd en alleen via een tunneltje bereikbaar. Stemnitsa is (evenals Dimitsana!) voor het bezoeken van kloosters een goed startpunt. Het hooggelegen bergdorp is bekend om zijn metaalbewerkers, van wie er nu nog één over is. Er worden gouden en zilveren sieraden aangeboden. Westelijk van het stadje slingert zich de kloof van de Lousios-rivier. Het vooral om zijn oude kerk (1160) en ligging interessante klooster Prodromou (= Johannes de Doper) is van hieruit bereikbaar, evenals de twee eerder vermelde conventen.

De gehele omgeving hier is een trekpleister voor geoefende wandelaars: bergen, ravijnen, rivieren als de Alphios en de Lousios, oude kloosters en een overweldigende natuur vormen de uitdagende elementen. Sommige kloosters (de Philosophou-conventen) zijn verlaten of worden door slechts één geestelijke bewoond. Voor een echte ‘kloosterwandeling’ heeft de wandelaar steun aan de bewegwijzering die recentelijk is aangebracht: Dimitsana, het Emialon-klooster, het nieuwe Filosofou (1693), de oude Filosofou-ruïne (960), het Prodromou-klooster (1160) en Stemnitsa.

In deze omgeving is een aantal ruïnes te vinden, die meestal worden geïdentificeerd als het antieke Gortys. Ze liggen zuidelijk van het klooster Prodromou bij een oude kapel (Ag. Andreas). Het gaat om twee heiligdommen van Asklepios, waarvan er een nauwelijks te vinden is. Waarschijnlijk kende men aan het water van de langsstromende Lousios een heilzame werking toe. Gortys is slechts met moeite per auto bereikbaar.

Van veel historisch belang is Karitena in het hoogland van Arkadia: een zeer pittoresk dorp, dat wordt beheerst door een middeleeuwse burcht, die in 1209 door de Frankische familie De Bruyere is gebouwd. De Turken trokken er in 1460 binnen. Er is nog een poortgebouw, een toren en een ridderzaal. Enkele kerkjes zijn hier ook de moeite waard, de Panagia-kerk (11e-eeuw) en de vijfkoepelige Ag. Nikolaos-kerk met fresco’s van St. George.

Na Karitena volgt Megalopoli (= grote stad), een plaats die nauwelijks wat te bieden heeft, gesticht door de Thebanen (na de slag bij Mantineia, 362 voor Chr.). Duizenden inwoners van omliggende dorpen werden gedwongen er te gaan wonen. Het is nooit iets geworden, ook met de moderne stad niet, die overheerst wordt door een afgrijselijke elektriciteitscentrale. In de stad staat een standbeeld van de beroemdste inwoner, Polybios (208-122 voor Chr.), een beroemd historicus in dienst van de Romeinen. Interessanter is het vanuit Megalopoli een uitstapje te maken naar het antieke Likosoura (via Marathousa). In de oudheid stond hier een Artemis- of Despoinatempel (4e eeuw voor Chr.). Er zijn nog slechts enkele fundamenten te zien van een stoa met altaren voor Despoina en Demeter. Een klein museum herbergt vondsten o.a. van hoofden van godinnen uit de omgeving. Iets noordelijker ligt Likeo, van waaruit een schitterende voettocht begint naar de berg Likeo (1420 m). Deze kan men ook in het volgende dorp Ano Karies beginnen, dat ook vanuit Megalopoli bereikbaar is (duur 3 uur).

De weg kronkelt de laatste 25 km naar Tripoli langs de schamele resten van Asea met woningen uit de periode 2000-1500 voor Chr.