Matapica
De Surinaamse kust is niet de plaats bij uitstek voor grote hotels, ligbedden en parasols. Wie er echter een lange tocht per boot voor over heeft, vindt aan de nog steeds wilde kust, zoals de Spanjaarden het gebied achter de vloedlijn noemden, ongerepte vogellagunes, modderbanken en schildpadstranden. Vanaf Braamspunt tot aan Matapica aan het einde van het Matapica-kanaal is zelfs een heus zandstrand, zonder accommodatie weliswaar, want door landafkalving moesten nederzettingen het altijd afleggen tegen de kracht van de Atlantische Oceaan. Zo is het logeergebouw van Matapica in de golven verdwenen.
Met enige inspanning kunt u zelf een verblijf op Matapica regelen. U heeft dan een tent nodig, proviand en voldoende zon- en mug-genwerende middelen, want zowel de zon als muskieten kunnen op het strand behoorlijk steken. Per openbaar vervoer komt u met de postboot tot plantage Baki in de Matapicakreek. Vandaar zult u moeten liften met vissers die toevallig richting zee gaan. Betrouwbaarder is waarschijnlijk het charteren van een bootje in de stad. U zult dan een prijs ‘in valuta’ moeten betalen, want Matapica is ver. Voor dat bedrag koopt u wel de vrijheid om te stoppen bij een van de plantages die over de weg onbereikbaar zijn.
U kunt het zichzelf ook gemakkelijk maken en een verzorgd reisje boeken.
Dichterbij de stad en daardoor meer in trek is het zeeschildpaddenlegstrand aan de oceaankust achter plantage Johanna Margaretha (simpelweg Magrita), gelegen naast Rust en Werk. Daar wordt u met uw bagage overgeheveld in kleine bootjes die u via sloten en een zwampgebied naar de kust vervoeren. Op het strand kan in een simpel hangmattenkamp overnacht worden. Het kamp wordt beheerd door de vissers van Johanna Margretha.
Schildpaddenlegstranden
Het kustgebied van Matapica is ooit in cultuur gebracht. Luchtfoto’s uit het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw laten langs de Surinaamse kustlijn nog oude plantagebedden zien. Als gevolg van hevige erosie door de zeebranding zijn deze bedden inmiddels verdronken. Wat u wel kunt zien, zijn de vele watervogels die in de kuststrook hun broedgebied hebben. Spectaculair zijn de houtooievaars, reigers en steltlopers. Het meest opvallende vogelexemplaar is de sierlijke rode ibis, die in Suriname flamingo wordt genoemd. Op het strand van Krofajapasi, op ongeveer vijf kilometer afstand van de monding van het Matapica-kanaal, maar ook elders langs de kust, komen elk jaar zeeschildpadden hun eieren leggen. Tussen februari en augustus kruipen de reusachtige beesten uit zee om aan de kust in duizenden nesten meer dan een miljoen eieren te begraven. U kunt dit schouwspel bijwonen, maar daar moet u wel een nachtelijke zoektocht voor over hebben. De meeste soorten komen afhankelijk van de waterstand pas in de avond of ’s nachts uit zee en zijn bovendien door hun donkere schild moeilijk waar te nemen. Ook kunt u zich op het strand vermaken met wandelen, hengelen of zwemmen in het (troebele) zeewater. De kustlijn kan bij laag water bezaaid zijn met drijfhout, wat het strand een ongerepte aanblik geeft. Ook in trek zijn de schildpaddenlegstranden rond Galibi, vanwege de traditionele indiaanse dorpen ter plaatse. Er worden voor het bezichtigen van schildpadden dan ook vaker tours naar dit oostelijke gebied georganiseerd dan naar de ruige noordkust.Oost-Suriname
Verre reizen
9-daagse rondreis Suriname in a nutshell
Verre reizen
9-daagse rondreis Kleurrijk Suriname
Verre reizen
13-daagse rondreis Schitterend Suriname