Animistische stammen van Mindanao
Toen de islam omstreeks de 15e eeuw begon door te dringen in Mindanao trokken de oorspronkelijke stammen zich gedeeltelijk terug in het binnenland. De laatste tientallen jaren zijn deze stammen nog verder de bergen ingedrongen doordat christelijke immigranten uit noordelijker delen van de Filippijnen hun gebieden gingen infiltreren. Ten dele trad er ook vermenging op met de binnendringende immigranten hetgeen ten koste ging van de culturele identiteit en de animistische wereldbeschouwing van de inheemse stammen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Bagobo van het bergland ten noordwesten van Davao City, de Subanon van het Zamboanga-schiereiland en de verspreid op Mindanao wonende Manobo. Ook de Tiruray in de laaglandgebieden van Zuidwest-Mindanao zijn al sterk beïnvloed door hun islamitische en christelijke buren. De bergbewonende Tiruray hebben hun eigen cultuur beter kunnen handhaven. De Tiruray Highlands in de provincie South Cotabato vormen ook het woongebied van de T'boli of Tagabili. De T'boli wonen niet in grote dorpen maar in kleine gemeenschappen die gewoonlijk slechts enkele families omvatten. De traditionele kleding van de T'boli wordt gemaakt van t'nalak, een materiaal dat geweven wordt met de vezels van de inheemse abacaplant. De vrouwen van deze stam zijn erg gesteld op kleurrijke kleding en ze dragen graag versieringen als halskettingen, ringen en dergelijke. Een soortgelijke voorliefde voor metalen versieringen hebben ook de Mandaya en Mansaka van Zuidoost-Mindanao.
In 1971 werd de wereld verrast met het nieuws van de ontdekking van de Tasaday in de bergwouden van South Cotabato. Deze kleine groep van 26 mensen leefde onder oertijdomstandigheden in de tropische jungle, volgens zeggen zonder contact te hebben gehad met de buitenwereld. De ontdekking werd bekendgemaakt door Manuel Elizalde, een vertrouweling van de toenmalige president Marcos, en de journalist John Nance schreef een boek (The Gentle Tasaday) over het merkwaardige natuurvolk. Het woongebied van de Tasaday werd tot verboden zone verklaard, officieel ter bescherming van de stam. In 1983 vertrok Elizalde met onbekende bestemming naar het buitenland. In voorjaar 1986, na de val van Marcos, werd het gebied bezocht door resp. de Zwitserse onderzoeker dr. Oswald Iten en twee Duitse verslaggevers van Der Stern. Volgens hun opvatting berust de hele Tasaday-kwestie op een maskerade die in scène is gezet door Elizalde, teneinde persoonlijke mijn- en houtkapconcessies in het gebied te beschermen. Ook John Nance heeft nadien toegegeven aan de echtheid van de leefwijze van de Tasaday te twijfelen. De officiële instantie PANAMIN (Presidential Assistance on National Minorities) voor de belangenbehartiging (?) van de culturele minderheden, waarvan Elizalde voorzitter was, bestaat thans niet meer.