Tropisch fruit
De verscheidenheid aan tropische fruitsoorten is bijzonder groot. Daaronder bevinden zich verscheidene soorten die in West-Europa nauwelijks bekend zijn. Voorzover ze in Nederland en België worden aangeboden in speciaalzaken is dat gewoonlijk in ingeblikte of bevroren toestand. De ingeblikte producten zijn meestal sterk gezoet en daardoor qua smaak sterk inferieur ten opzichte van de originele verse vruchten, terwijl het bevroren fruit altijd erg duur is. Redenen te meer om bij een bezoek aan de Filippijnen allerlei soorten exotische vruchten aan een smaaktest te onderwerpen. Een goed voorbeeld van een in Europa nauwelijks bekende vrucht is de doerian. De aan de buitenkant stekelige en tot circa 3 kg zware vrucht bevat een aantal forse zaden welke omgeven worden door het vuilcrème gekleurde vruchtvlees. De doerianboom groeit vooral op het eiland Mindanao, maar de vruchten zijn ook elders in de archipel te verkrijgen. De smaak is best lekker (volgens sommigen hemels), maar de vrucht stinkt 'als de hel', zelfs in ongeopende toestand. Er wordt ook een soort doeriansnoepjes van gemaakt. De jackfruit is een vruchtsoort van gigantische afmetingen. Een halve meter lange vruchten zijn heel gewoon en sommige exemplaren bereiken zelfs een lengte van 80 cm. Het rijpe, diepgele vruchtvlees smaakt goed, maar meestal pleegt men het vruchtvlees in nog onrijpe toestand te gebruiken om het te koken en als groente te bereiden. In het Filipino heet jackfruit 'langka' (in de Visaya's: 'nangka'). Lanzones zijn vruchten die enigszins doen denken aan kleine aardappelen. Ze hebben een aangenaam smakend, glazig vruchtvlees en worden in de periode augustus-november vooral in het Visaya-gebied regelmatig op straat verkocht. In dezelfde periode kan men ook rambutans kopen, welke eveneens heerlijk smakend, glazig vruchtvlees hebben. De buitenkant van de rambutan heeft een roodachtige kleur en is voorzien van zachte stekels. De papaja werd door de Spanjaarden ingevoerd op de Filippijnen. Het rijpe, oranjegele vruchtvlees smaakt het best als men het overgiet met een beetje limoensap. De heerlijke mango (op de Filippijnen 'mangga') is een tropische vrucht die de laatste jaren ook in West-Europa vrij bekend is geworden. De mango's op de Filippijnen hebben aan de buitenzijde een gele kleur. De leerachtige schil is niet eetbaar. Het sappige, oranjegele vruchtvlees moet men lossnijden van de langwerpige, afgeplatte kern. Het is prettig wasgelegenheid in de buurt te hebben bij het eten van mango's want de handen worden vrijwel altijd besmeurd met het kleverige sap. Filipino's eten mango's graag in onrijpe toestand, voorzien van een beetje garnalenpasta of zout. De groengekleurde avocado is inmiddels ook in Nederland en België goed bekend. Het boterzachte vruchtvlees, dat men het best kan eten met een lepeltje, smaakt erg lekker met wat peper en zout. Op de Filippijnen mengt men het ook graag met suiker en gecondenseerde melk en eventueel geschraapt ijs. Bananen worden op de Filippijnen in een groot aantal variëteiten aangeboden, van smakelijke dwergvormen tot de grote bakbananen. Van de citrusvruchten verdienen vooral de kalamansi (een kleine, erg zure citroenachtige vrucht met een groene schil) en de pomelo (pompelmoes) aparte vermelding. De kalamansi wordt vooral gebruikt vanwege het verfrissende sap. Ananas (pinya) wordt plaatselijk op grote schaal geproduceerd op de Filippijnen. Vooral op het eiland Mindanao bevinden zich uitgestrekte plantages, welke beheerd worden door machtige multinationale concerns. Talloze kleine boeren moesten wijken als gevolg van de landhonger van deze multinationals en het merendeel van de werknemers in de plantages moet rondkomen van een hongerloon. Een groot deel van de geproduceerde ananas wordt uitgevoerd naar het buitenland. Een zeer belangrijk exportproduct vormt ook het gedroogde vruchtvlees ('copra') van de kokosnoot. Het zachte vruchtvlees van jonge kokosnoten is voedzaam en erg lekker.