Binnen handbereik zijn de huis-, tuin- en keukenmiddeltjes, in het Surinaams 'oso dresi' genoemd, die van het Surinaamse oerwoud zijn overgewaaid naar de stad en waarover iedere rechtgeaarde huisvrouw beschikt. Podosiri, bijvoorbeeld, een zwarte brei van de vruchten van de podosiripalm. Kauwen op kwasi-bita (bitterhout) helpt tegen koorts. Op de Centrale Markt in Paramaribo verkopen boslandcreoolse dames bekertjes gemaakt van het bitterhout. Als het bekertje gevuld wordt met water, krijgt de vloeistof een heilzame werking. De bitter smakende bast van de bergibita wordt door indianen en marrons toegepast als geneesmiddel bij koorts en maagpijn. Het melksap van de mokomoko, een waterplant met hartvormige bladeren die langs rivieren en kreken in het kustgebied voorkomt, werkt bloedstelpend bij wonden.

Voor iedere kwaal, groot of klein, weten Surinaamse plantenkenners wel een homeopatische remedie. Er zijn middeltjes tegen griep en diarree, maar ook tegen longaandoeningen, hartkwalen, psychische en seksuele problemen. Zo is de liaansoort dobruduwa het Surinaamse alternatief voor de westerse viagra. De meeste botanische medicijnen worden gecombineerd met de pillen die de huisarts voorschrijft. Zo kan een kuurtje staalpillen, weggespoeld met een slok podisiri, met gemak leiden tot een overdosis aan ijzer en bij gevolg een moeilijke stoelgang.