De meeste bezoekers komen naar het land om te genieten van het overweldigende wildleven. Men is erop uit om de dieren te zien in hun oorspronkelijke omgeving. Wel, dat kán in Tanzania, maar daarbij dient men in veel gevallen te beschikken over een specifiek vervoermiddel: een 4WD, een voertuig dat op alle wielen aandrijving heeft. Noodzakelijk, omdat veel wegen die u naar en door de gebieden leiden waar het wild in groten getale aanwezig is, in de regentijd nauwelijks tot niet en in de droge tijd soms slecht begaanbaar zijn. Het is namelijk niet alleen een kwestie van modder en water dat u ervan zal weerhouden om het land in te trekken, óók de kwaliteit van de wegen laat op zijn zachts gezegd wel wat te wensen over en vaak op de meest onverwachte momenten. Zó zit men op een goed geplaveide asfaltweg en zó is het asfalt verdwenen en verdwijnt u zelf ook in kuilen, waarin vaak de laatst gevallen regen nog in ruime mate aanwezig is.

De grotere steden zijn over het algemeen zowel met openbaar vervoer als met een ‘normale’ personenauto redelijk tot goed bereikbaar, al kunt u een personenauto tijdens een tropische bui beter even aan de kant zetten in afwachting van het moment waarop het zicht weer min of meer normaal, en het meeste water van de weg verdwenen is.

Zoals gezegd: het land is groot, te groot om het in zijn geheel in één reis te bekijken. Om die reden wordt het land vaak in meerdere delen gesplitst, waarbij ervan wordt uitgegaan dat alle bezienswaardigheden in dat specifieke gedeelte van het land, gedurende die rondreis aangedaan worden.

De persoonlijke top-5 bezienswaardigheden van Tanzania expert Paul de Waard

1. Daal af in de Ngorongorokrater en verbaas u over de enorme hoeveelheid wilde dieren op zo'n klein gebied.

2. Bestijg het dak van Afrika en wandel door diverse vegetatiezones naar de sneeuw van de 5895 meter hoge Mount Kilimanjaro.

3. Maak kennis met de bosjesmannen van het Hivolk en leer jagen met pijl en boog.

4. Verdiep u in het ontstaan van de mensheid nabij Olduvai Gorge.

5. Ontspan u op de goudgele stranden van Zanzibar.

De noordelijke rondreis is verreweg het populairst, óók al omdat een gedeelte ervan bezocht kan worden in combinatie met zuidelijk Kenia. Ruwweg omvat de noordelijke rondreis (een gedeelte van) het Lake Manyara National Park, de Ngorongoro krater in het gelijknamige reservaat waarbij meteen een bezoek wordt gebracht aan Olduvai Gorge, het Serengeti National Park, het Arusha National Park met de Ngurdoto krater en Mount Meru en het Tarangire National Park en natuurlijk het Kilimanjaro National Park. Ten slotte kunnen het Mkomazi en het Umba River wildreservaat tot de noordelijke parken gerekend worden.

In het midden en het zuiden van Tanzania treffen we onder andere het Mikumi National Park, het Ruaha National Park en het Rungwa wildreservaat aan. Het voormalige beschermde bosgebied in de Udzungwa bergen is sinds enkele jaren eveneens een nationaal park. Misschien het bekendst van alle reservaten, maar zeker het grootst, is het Selous wildreservaat waarvan slechts een gedeelte toegankelijk is gemaakt. Een tocht door dit gebied wordt ook wel aangeduid als: zuidelijke rondreis.

Westelijk Tanzania heeft eveneens uitgebreide gebieden waar de natuur heer en meester is. Te denken valt aan het Gombe  National Park, het  Mahale Nationale Park het Katavi National Park en het Ugalla wildreservaat. Het Biharamulo wildreservaat in het noordwesten van Tanzania maakt de kring rond.

 

Ook in en aan het water kent Tanzania beschermde gebieden. In Lake Victoria bijvoorbeeld, bevindt zich het eiland Rubondo dat als nationaal park is aangewezen. Voor de oostelijke kust in de Indische Oceaan bevinden zich diverse eilanden die op korte termijn tot beschermd gebied zullen worden verklaard. Te denken valt aan het eiland Mafia, maar ook gebieden voor de kust bij Dar es Salaam met hun uitzonderlijke koraalriffen zullen zeker in aanmerking komen om als buitengaats en onderwater natuurpark aangewezen te worden.

De steden bieden over het algemeen weinig bezienswaardig, zodat men het verblijf in een stad om uit te rusten van een tocht door de natuur, gemakkelijk kan combineren met een bezoek aan de belangrijkste bezienswaardigheden van die stad. Een uitzondering moet daarbij gemaakt worden voor het eiland Zanzibar. Veel mensen maken van de gelegenheid gebruik om aan het einde van hun rondreis nog een weekje op Zanzibar door te brengen. Het eiland heeft veel te bieden: een schitterende oude stad, veel groen en natuur en uiteraard onbedorven, hagelwitte stranden. De ervaring leert dat een weekje zelfs aan de korte kant is om ten volle te kunnen genieten van dit prachtige eiland. Niet alleen gemakkelijk bereikbaar zowel door de lucht als over water, maar ook de infrastructuur óp het eiland is van een uitstekende kwaliteit.

Per deel van het land worden achtereenvolgens de steden die als uitvalsbasis kunnen dienen en de in de omgeving ervan liggende nationale parken en wildreservaten nader bekeken. Omdat de meeste toeristen Tanzania bezoeken met gebruikmaking van de diensten van een reisorganisatie, is er voor gekozen om per stad of park geen onderdak adressen te vermelden. Het aanbod is zeer groot, het prijsverschil enorm. Zo kunt u op Zanzibar overnachten voor 5 USD, maar wilt u 500 USD uitgeven dan is dat ook geen enkel probleem. Waar dat zinvol is wordt verwezen naar de websites waar de doe-het-zelver zijn eigen invulling kan geven aan zijn verblijf. Ook degene die niet zelf voor onderdak hoeft te zorgen vindt op deze websites een schat aan informatie.