Tussen Ahaus en Gronau ligt het plaatsje Heek. In Burg Nienborg zetelt de provinciale muziekacademie. Verder vind je er oude boerderijen, een eeuwenoude watermolen, veel informatie over archeologische vondsten en de parochiekerk St. Ludgerus.

In het nabijgelegen Südlohn staat de St. Vituskerk. De wand- en plafondschilderingen zijn de grootste van Münsterland. De torenmolen is kenmerkend voor het plaatsje. In Oeding vind je de restanten terug van de vroeger vrijwel onneembare vesting Burg Oeding.

In Schöppingen, oostelijk van Ahaus, moet je de St. Brictiuskerk bezoeken. De zogenoemde ‘anonieme meesters van Schöppingen’ bouwden hier een buitengewoon fraai vleugelaltaar. Kijk meteen even bij het oude raadhuis uit 1583 en breng een bezoekje aan een van de vele kunstenaars die zich in het dorp gevestigd hebben. Er is altijd wel ergens een tentoonstelling en als dat niet zo is dan ben je doorgaans zeer welkom in een atelier.

Een kilometer of 8 ten noordwesten van Gescher ligt Stadtlohn. Neem een kijkje bij de Hilgenbergkapelle uit de 12e eeuw, met recht een pareltje in het kerkbestand van Münsterland genoemd. De geschiedenis van het pottenbakken in het stadje gaat terug tot 1623. Liefhebbers van het spoor brengen er een bezoek aan het Eisenbahnmuseum.

Vreden ligt klem tegen de Nederlandse grens aan, op slechts een tiental kilometers van Winterswijk. De belangrijkste trekpleister is de St. Georgkerk, waarvan de bouw pas in 1957 gereed kwam. In de kerk tref je iets heel bijzonders: het in 1520 in Antwerpen gebouwde altaar waarin meer dan 200 figuren zijn gesneden. Op de grens met Nederland ligt het natuurgebied Zwillbrocker Venn met een bijzondere flora en fauna. Je kunt dit gebied te voet doorkruisen. Vanuit het natuurgebied kun je per kano over het riviertje de Berkel naar Nederland peddelen.