De akropolis heeft drie tempels: tempel 26, tempel 11 en tempel 22, die de kosmos in de vorm van de heilige berg symboliseert. De hemelen worden weergegeven door de tweekoppige hemelslang in wiens kronkelende lichaam de goden dansen. In de middenwereld wonen de stervelingen en deze wereld wordt door de Bacabs, de hemeldragers, uitgebeeld. Ten slotte vertegenwoordigen de schedels van de begraven voorvaderen de onderwereld. Men vermoedt dat in de binnenkamer van de tempel aderlatingsrituelen plaatsvonden om met de goden en voorouders te communiceren. Op de boog van de ingang waren deze goden afgebeeld, terwijl de grote maskers op de hoeken niet de regengod Chac, maar Tun Witz, stenen berg, symboliseren. Op de ingang van de tempel staat de grote-aardegod afgebeeld die de ingang van de grot in de heilige berg voorstelt. De façade heeft vele afbeeldingen van de maïsgod als symbool van vruchtbaarheid. Deze tempel kon, na de ineenstorting in 1934 als gevolg van een aardbeving, o.a. zo nauwkeurig nagebouwd worden omdat Maudslay er vele foto’s en tekeningen van gemaakt had.

Tempel 11 ligt aan de zuidkant van de plaza en vormt de noordelijke begrenzing van de westelijke hof van de acropolis. Dit was een enorme, twee verdiepingen tellende tempel met de meeste façadesculpturen en acht hiëroglifische panelen. Vanwege de grote hoeveelheid hiërogliefen noemde men hem de tempel van de inscripties. De 16e en laatste heerser van Copán, Yax Pac, bouwde deze tempel, zoals gebruikelijk, op de overblijfselen van andere tempels. De hoge tempel heeft een gevel waarop wederom de kosmos uitgebeeld wordt en biedt uitzicht op drie plaza’s. Op de hoeken van de gevel bevonden zich de grootste antropomorfische figuren die ooit gevonden zijn, de Bacabs of aardedragers, wier lijf waarschijnlijk de vorm had van een krokodil. Eén van de nog gave hoofden staat op de top van de heuvel en wordt ‘El Viejo’ (de oude man) genoemd.

Aan de noord- en oostkant van de oostelijke hof bevinden zich trappen die alleen een doorgang vormden, terwijl de trap aan de westkant als tribune dienst deed. Deze jaguartrap was versierd met grommende jaguars in wier lijven gaten zichtbaar zijn, die destijds opgevuld waren met zwarte schijven obsidiaan om de vlekken van de jaguar uit te beelden. Ook de jaguargod van de onderwereld is hier te zien.

Het hoogste piramidevormige bouwwerk in het centrum van de akropolis is Monticulo (heuvel) 16 waar zich ook de ruïnes van tempel 16 bevinden. Onder deze tempel zijn resten gevonden van een oudere tempel die ‘Rosalila’ genoemd wordt en nog vrijwel intact is, terwijl het gebruikelijk was om het oude bouwwerk min of meer te vernietigen. De Rosalila-tempel heeft prachtige maskers van pleister die hun originele kleuren nog hebben. Een deel van de gevel met de maskers van de zonnegod kun je achter plexiglas bewonderen als je ondergronds gaat. Je moet hiervoor een apart ticket van $12 kopen dat ook geldig is voor de jaguartempel waarvan je eveneens een deel, namelijk een badkamer, twee maskers en een bank met inscripties ondergronds ziet. Voor wat je te zien krijgt, is $12 wel een hele prijs. Een replica op ware grootte van de Rosalila is te zien in het Museo de Escultura dat inbegrepen is bij je normale ticket van $10. Het is geopend van 8.00-16.00 uur.

Onderaan de trap van deze monticulo staat het beroemde altaar Q, dat eigenlijk hetzelfde thema laat zien als de trap met de hiërogliefen. In eerste instantie dacht men aan een congres van priester-astronomen die bijeenkwamen om tijdcorrecties in de kalender aan te brengen. Nu weet men dat op deze 70 cm hoge vierkante stenen sculptuur de 16 heersers van Copán in chronologische volgorde afgebeeld staan. Ze zitten als het ware op hun naamglief, terwijl de 16e heerser Yax Pac op de datum van zijn troonsbestijging zit. Hij krijgt de scepter, het machtssymbool, aangereikt van Yax K’uk Moo, de 1e heerser van Copán. Recente opgravingen maken duidelijk dat deze heerser afkomstig was uit Teotihuacán (Mexico). Zo wordt symbolisch uitgebeeld dat Yax Pac communiceert met zijn voorouders en van hen de zege krijgt. Tussen deze beide heersers is de datum 763 na Chr. zichtbaar; toen besteeg Yax Pac als laatste heerser van dit koningshuis de troon. Ten oosten van dit altaar werd een graf met 15 jaguars gevonden die geofferd werden ter ere van de voorouders. De jaguar is het symbool en de beschermer van de Maya-koningshuizen tijdens de klassieke periode. Ook vormt hij de schakel tussen de wereld van de doden en de levenden.

Altaar L is het laatste en enige onvoltooide monument dat in 822 na Chr. werd opgericht. In deze eeuw begon de ineenstorting van de centrale heerschappij; de stad was helemaal volgebouwd en er ontstond voedselschaarste. Op de stèle staan Yax Pac en U Cit Tok (beschermer van vuursteen) afgebeeld; deze laatste is waarschijnlijk de eerste heerser van een nieuwe dynastie die ten onder ging. Deze stèle staat op een terras die de noordelijke grens vormt van de laatste versie van de balspelplaats.