Šumadija
De regio direct onder Belgrado heet Šumadija, oftewel bosland. Inderdaad zijn in dit lichtglooiende gebied gedeeltes met prachtige eiken- en beuken-bossen, maar het wordt toch vooral gekenmerkt door extensieve varkenshouderij, pruimenboomgaarden en andere vormen van het kleinschalige boerenbedrijf. De hoofdstad Kragujevac is sterk geïndustrialiseerd. De belangrijkste bezienswaardigheid in Šumadija is het mausoleum van de Karadordevic dynastie bij Topola.
Kragujevac
Een Serviër die aan Kragujevac denkt, denkt meteen aan Zastava. De in 1853 opgerichte wapenfabriek werd na de Tweede Wereldoorlog dé producent van auto’s in Joegoslavië. Hoewel de gloriedagen van Zastava voorbij zijn en er enorme werkloosheid is, heeft de vierde stad van Servië nog steeds een industriëel karakter. De stad heeft uitzonderlijk zwaar geleden onder de Tweede Wereldoolog en was ook zwaar beschadigd. Van het rijke verleden daarvoor zijn slechts weinig sporen bewaard gebleven.
Na het afwerpen van het Turkse juk riep Miloš Obrenovic Kragujevac in 1818 uit tot eerste hoofdstad van het moderne Servië. Het woonhuis van prins Miloš, de Amidža konak, is nog bewaard gebleven. De oude kerk dateert uit deze periode. In 1835 werd in Kragujevac de eerste Servische grondwet verkondigd. Al vier jaar later verloor Kragujevac de status van hoofdstad aan Belgrado, maar dat betekende niet het einde van de bloeiperiode. Al snel had de stad een gymnasium, een universiteit, een nationaal museum en een nationaal theater. Al deze gebouwen staan nog fier overeind in het centrum van Kragujevac.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd Zastava de motor voor de economie van Kragujevac. De fabriek werd in 1853 opgericht als wapenproducent ten behoeve van de nog steeds voortdurende strijd met de Osmanen. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog begon de fabriek met het produceren van legerauto’s. In de jaren vijftig kreeg de fabriek een licentie om een aantal Fiat-modellen te produceren. In de jaren zestig, zeventig en tachtig waren Zastava en Yugo veruit de populairste merken in Joegoslavië en kregen enkele modellen zelfs in de Verenigde Staten een cultstatus. Sinds 2008 worden er geen Zastava’s meer geproduceerd in Kragujevac, maar het bedrijf tekende een contract met Fiat om weer enkele modellen, zoals de nieuwe Fiat 500, te produceren. Het oudste deel van het fabrieksterrein is open voor publiek en in één van de barakken is een museum gevestigd. Voor de liefhebbers van de auto, zal dit wellicht een teleurstelling zijn, want de tentoonstelling gaat vooral in op de periode dat Zastava nog een wapenfabriek was. Interessant om te zien is hoe in de beginjaren de fabriek geleid werd door Fransen en Russen, die belang hadden bij de Servische strijd tegen de Osmanen.
Het bloedbad van Kragujevac is één van de zwarte bladzijden uit de geschiedenis van Servië. In oktober 1941 werden bijna vijfduizend burgers, vooral Serven en Roma, door de Nazi’s afgeslacht. Het was een reactie op een een aanval van de Partizanen op Duitse soldaten. Voor elke gewonde Duitser werden vijftig burgers afgeschoten, voor elke dode soldaat honderd Serviërs. Vlak buiten Kragujevac ligt een herinneringspark met grote monumenten voor de slachtoffers. De tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog in het naastgelegen museum is verassend goed. Foto’s en verhalen geven een goed beeld van wat Servië tijdens de oorlog heeft doorgemaakt.
De teloorgang van Zastava en de NAVO-bombardementen die de industrie zwaar beschadigd hebben maken van Kragujevac geen stad waar de vrolijkheid vanaf straalt. Wel geeft een bezoek een goed beeld van de staat van het land buiten culturele centra als Novi Sad en Belgrado. En natuurlijk zullen de Serviërs – hoe moeilijk hun situatie ook is – altijd van het leven blijven genieten. Ook in een op het eerste gezicht wat treurige stad als Kragujevac, valt dus altijd wel wat te beleven.
Topola Oplenac
Veertig kilometer ten noorden van Kragujevac, op de oude weg naar Belgrado, ligt Topola. In deze streek stond de wieg van het moderne Servië, omdat de eerste opstanden tegen het Osmaanse rijk hier plaatshadden. Veel monumenten herinneren aan de familie Karaéorée. In Orašac werd in 1804 tot de opstand besloten en Karadorde als aanvoerder gekozen. In dit dorp is een klein museum en een monument in het park erachter. Duizendmaal indrukwekkender is het Karadorde Mausoleum in Oplenac. De kerk staat midden in het bos met daaromheen enkele andere monumenten en tentoonstellingsruimtes gewijd aan de Karadordes. De zeer kleurrijke gewelven en de prachtige lichtinval maken van het mausoleum ironisch genoeg bijna een vrolijke plek. Overigens is de regio van Topola Oplenac niet alleen bekend vanwege de Karadorde’s, maar ook vanwege de witte wijn. In Topola en in de dorpen Vinca en Dubona zijn wijnkelders waar u de trots van de streek eens kunt uitproberen.Centraal-Servië
Capital is een luxe 4-sterren hotel in Belgrado. In dit hotel geniet je van een aangename vakantie. Het hotel wordt gemiddeld beoordeeld met...
Als je op zoek bent naar een fijne accommodatie voor een stedentrip naar Belgrado ben je aan het juiste adres bij BG...
Rondreizen
Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...