Lissabon omgeving

Swipe

Sintra, koninklijke museumstad

De mooiste weg naar Sintra loopt langs de kust via Oeiras, Estoril en Cascais; dit is de E6. Wanneer je voorbij Cascais de kustweg blijft volgen richting Cabo da Roca, komt je 3 km vóór het dorpje Azoia bij een afslag naar rechts. Deze weg, de E247-3, voert door het mooiste deel van de Serra de Sintra.

In dit dicht met pijnbomen begroeide bergland doemen op tal van plaatsen huizenhoge zwerfkeien op. Diep in dit sprookjesbos verscholen ligt het Convento dos Capuchos, een kapucijner klooster dat kan worden bezocht. Tegen de omringende hellingen zijn 16e-eeuwse kloostercellen in de rotsen uitgehouwen; ze zijn destijds geïsoleerd met kurk.

Er wordt wel gezegd dat Sintra net zo oud is als Portugal zelf. De stad werd in 1147 door de Portugezen op de Moren veroverd en in de 14e eeuw tot residentie verheven. Dat is het stadje ruim 600 jaar gebleven, mede dankzij het betrekkelijk koele klimaat en de ongelooflijk mooie ligging die destijds door de adel al werd bezongen.

Vandaag de dag is Sintra een drukke (en bepaald niet goedkope) toeristische stad. Maar ondanks dat heeft het iets van zijn oude sfeer weten te behouden. Het heeft smalle, oplopende straten, een prachtig betegelde waterbron op de Praça das Merendas en prima terrasjes en restaurants op de centrale Praça da República. U kunt zich er verplaatsen in een open trammetje of een vrolijk opgetuigde paardenkoets. Wie dat soort toeristische dingen leuk vindt is hier op zijn plaats.

Koninklijk paleis

Sintra telt nogal wat paleizen die ook allemaal te bezichtigen zijn. Het oudste en meest opmerkelijke is het Koninklijk paleis (Palácio Real). Het is duidelijk te zien dat het complex in verschillende tijdvakken is gebouwd. Het grootste deel is in de 14e en 15e eeuw gereedgekomen onder koning João I. Als fundament diende de ruïne van een Moors fort.

Het gedeelte dat daar nog van overeind stond, werd in de 16e eeuw onder Manuel I gebruikt voor de verdere uitbouw van het paleis in gotische en manuelstijl. Daartoe behoren de ‘Moorse’ vensters en de merkwaardige kegelvormige torens. Voor het overige dateert het paleis uit de 17e en 18e eeuw.

In het interieur zijn vooral de tegeltableaus (azulejos), de cassetteplafonds en de mozaïekvloeren erg mooi. Vooral is dat het geval in de wapenkamer. Hier hangen de wapenschilden van alle adellijke families die de koning hebben gediend.

Nationaal Pena-paleis

Niet minder opvallend is het hooggelegen neogotische Nationaal Pena-paleis (Palácio Nacional de Pena). Dit paleis is tussen 1840 en 1850 in opdracht van koning Fernando II gebouwd door de befaamde Duitse architect Baron von Eschewege. Dat is deels rondom een voormalig klooster gebeurd. In dit kloostergedeelte bevindt zich het prachtige renaissancistische altaarstuk dat João III liet aanbrengen door de Fransman Nicolas Chanterène.

Door de weelderige tuinen die het paleis omsluiten, heeft het geheel iets sprookjesachtig. Vanaf de toren heeft men op een hoogte van 520 meter boven de zeespiegel een waarlijk groots uitzicht. Op een lager plateau staat het Moors kasteel (Castelo dos Mouros) dat tussen de 7e en 9e eeuw is gebouwd. Ook dit kasteel biedt een onvergetelijk panorama.

Queluz-paleis

Je zou het een miniatuuruitgave van het paleis van Versailles kunnen noemen – ik heb het over het derde paleis in deze reeks, het Queluz-paleis (Palácio de Queluz). Het is gebouwd in de 18e eeuw en kennelijk bedoeld om het prestige van het Huis van Bragança, de dynastie die Portugal regeerde van 1640 tot 1936, te versterken.

In een van de vleugels is nu een nogal prijzig restaurant gevestigd. Ook het laatste paleis, het neoclassicistische Seteais (Palácio Seteais) (18e eeuw) heeft een andere bestemming gekregen; het is nu hotel.

10 prachtige bestemmingen in Sintra, koninklijke museumstad en Portugal