Mindanao

Swipe

Noordelijk Mindanao

Op de noordoostpunt van Mindanao ligt de stad Surigao, hoofdstad van de provincie Surigao del Norte. Van hieruit kan men excursies maken naar de talrijke eilanden tegenover de noordoostkust. Er is een dagelijkse bootverbinding van Surigao naar Dapa op Siargao Island en eveneens naar Loreto op Dinagat Island. Vooral via het traject naar Siargao Island passeert men onderweg talloze kleinere eilanden. Vanaf Surigao voert de voortzetting van de Pan Philippine Highway naar de stad Davao aan de zuidkust van Mindanao. De weg loopt langs de oostelijke oever van Lake Mainit, het op een na grootste meer van Mindanao. Meer naar het zuiden volgt de weg de oostkant van de brede vallei van de Agusan River. Dicht bij de monding van de Agusan ligt Butuan, hoofdstad van Agusan del Norte en een van de belangrijkste havenplaatsen van noordelijk Mindanao. Afgezien van het Butuan Regional Museum (dagelijks geopend 9.00-12.00 en 13.00-16.30 uur, behalve op zondag) heeft de stad geen speciale bezienswaardigheden. In de jaren zeventig van de 20e eeuw zijn bij Butuan interessante archeologische vondsten gedaan (onder andere een ruim duizend jaar oude ‘balanghai’, een zeewaardig boottype dat destijds gebruikt werd).

Vanuit Butuan rijdt dagelijks een aantal bussen (Bachelor Bus Lines e.a.) in westelijke richting via de noordelijke kustroute naar de stad Cagayan de Oro. Onderweg bereikt men na circa 2 uur de plaats Balingoan. Van hieruit gaat meermaals per dag een schip naar het plaatsje Binone op het mooie Camiguin Island. Dit circa 26 km lange en 17 km brede eiland telt maar liefst zeven vulkanen, waarvan drie actieve. De bekendste en gevaarlijkste daarvan is de 1332 m hoge Mt. Hibok-Hibok. Zijn merkwaardige naam is een klanknabootsing van de onheilspellende geluiden tijdens een uitbarsting. De eruptieverschijnselen van deze vulkaan zijn van hetzelfde type (gloeiendhete, giftige gaswolken: ‘nuées ardentes’) als welke optraden bij de catastrofale uitbarsting van de Mt. Pelée in 1902 op het Westindische eiland Martinique. In 1951 kostte een zware eruptie van de Hibok-Hibok vele honderden eilandbewoners het leven. Indien men de vulkaan zou willen beklimmen moet men eerst contact opnemen met het personeel van het seismologisch station dat gelegen is op een hoogte van ca. 400 m, ongeveer een uur lopen van de hoofdplaats Mambajao. De Hibok-Hibok is overigens niet de hoogste bergtop van Camiguin, in dat opzicht wordt hij overtroffen door de Mt. Mambajao (1713 m). Behalve de fraaie bergen biedt Camiguin nog verscheidene andere landschappelijke attracties, zoals de Katibawasan Falls en de Ardent Hot Spring (natuurlijk zwembassin) bij Mambajao, de Tuwasan Falls en de Santo Niño Cold Springs bij Catarman, de Tangub Hot Springs bij Naasag en de voor de kust gelegen eilandjes White Island en Magsaysay Island. White Island bestaat alleen uit zand en koraal en heeft geen vegetatie om beschutting te bieden tegen zon en wind. Op Magsaysay Island (ook bekend als Mantigue Island) leven enkele vissersfamilies. In de schaduw van de aanwezige boomgroei kan men eventueel picknicken. Zowel White Island als Magsaysay Island biedt goede mogelijkheden voor zwem-, snorkel- en duikactiviteiten. In Mambajao wordt elk jaar eind oktober het kleurrijke Lanzones Festival gevierd, ter ere van de lanzones-vruchten die rond deze tijd geoogst worden.

Vanaf de noordkust van Mindanao is Camiguin behalve dagelijks vanuit Balingoan ook meermaals per week per boot bereikbaar vanuit Cagayan de Oro, hoofdstad van de provincie Misamis Oriental. In de stad is de jezuïtische Xavier University gevestigd, welke een klein museum beheert. Hier bevinden zich onder andere voorwerpen van inheemse stammen en archeologische vondsten uit Butuan en van de Huluga-grotten (ca. 8 km buiten de stad). Interessante excursiedoelen in de omgeving van Cagayan de Oro zijn de Catanico Falls (stroomversnellingen en een natuurlijk zwembassin, ca. 6 km oostelijk van Cagayan de Oro) en de Macahambus Cave bij Lumbia, ongeveer 14 km vanaf het stadscentrum. In het achterland van Cagayan de Oro bevinden zich immense ananasplantages. Circa 35 km zuidoostelijk van de stad ligt Camp Phillips, een nederzetting voor duizend arbeiders van de Amerikaanse fruitgigant Del Monte. De bijbehorende conservenfabriek staat in de kustplaats Bugo. In het binnenland ten zuiden van Cagayan de Oro ligt een ruig berggebied dat in 1990 tot beschermd natuurgebied is verklaard: Mount Kitanglad Range Natural Park. Het gebied kan bezocht worden vanuit de Malaybalay, hoofdstad van de provincie Bukidnon. Vanwege het feit dat hier de laatste jaren meermaals gewapende overvallen hebben plaatsgevonden is het zinvol eerst navraag te doen met betrekking tot de huidige veiligheidssituatie.

Vanaf Cagayan de Oro is het ongeveer 1,5 uur rijden naar Iligan, hoofdstad van Lanao del Norte. Ten gevolge van immigratie vanuit de Visayas bestaat de bevolking van deze provincie thans voor ongeveer tweederde uit christenen en vormen de islamitische bewoners hier nu een minderheid. Iligan is een van de belangrijkste industriële centra in het zuidelijk deel van de Filippijnen. De lozingen van de fabrieken (staal, cement, kunstmest) hebben er helaas toe geleid dat de Iligan Bay sterk vervuild is. De industriële ontwikkeling in dit gebied werd mogelijk gemaakt dankzij de energie die geleverd wordt door de waterkrachtcentrale van de Maria Cristina Falls, ca. 9 km ten zuidwesten van de stad. Deze watervallen van de woest stromende Agus River vormden oorspronkelijk een interessant excursiedoel maar hebben helaas hun landschappelijke waarde goeddeels verloren door de aanleg van de centrale. De Tinago Falls in de nabije omgeving hebben overigens wel hun oorspronkelijke karakter behouden.

Waar de Agus River in zee stroomt voert een zijweg vanaf de kust landinwaarts in zuidelijke richting. Via deze route bereikt men de overwegend islamitische provincie Lanao del Sur, woongebied van de Maranao (letterlijk: ‘Mensen van het meer’). Het landschaps-beeld van deze streek wordt vooral bepaald door Lake Lanao, het grootste meer van Mindanao en het op een na grootste van de Filippijnen. Het prachtige meer wordt omringd door hoge bergen. De hoogste bergtop in het gebied is Mt. Ragang (2815 m), gelegen in het grensgebied van Lanao del Sur en North Cotabato. Aan de noordoever van Lake Lanao ligt op een hoogte van ca. 780 m boven zeeniveau de stad Marawi, cultureel centrum van de moslimbevolking van de Filippijnen. De in 1962 gestichte islamitische Mindanao State University (MSU) bevindt zich enkele kilometers buiten de stad. Op het universiteitsterrein staat ook het Aga Khan Museum, waar men kunstvoorwerpen van de Maranao en andere moslimvolken van Mindanao kan bewonderen. Tijdens het weekend en op feestdagen is het museum gesloten. Bezienswaardig in de stad zijn de moskeeën en de kleurrijke markt. Mooie koperen ketels, schalen en betelnoothouders (‘Moro brassware’) worden in kleine winkels te koop aangeboden. Het belangrijkste productiecentrum van dergelijke koperen voorwerpen is de plaats Tugaya, aan de noordwestoever van het meer gelegen, ca. 22 km vanaf Marawi. De streek rond Lake Lanao wordt in verband met regelmatig optredende schermutselingen tussen islamitische opstandelingen en het regeringsleger al jarenlang beschouwd als crisisgebied. Informeer eerst naar de heersende situatie alvorens u beslist deze streek bezoekt.

10 prachtige bestemmingen in Noordelijk Mindanao en Filipijnen