Noord-Portugal

Swipe

Noord-Portugal

Highlights

Porto, ‘Mooie Haven’
Slenterend over de beroemde Cais da Ribera, de rivierkade met zijn terrassen, visstalletjes en bars, dringt zich bij regelmatige bezoekers van de stad het ondefinieerbare ‘Porto-gevoel’ op, een heimwee naar een eenvoudiger, minder hectisch en gecompliceerd bestaan. Een gevoel dat ’s avonds een romantisch tintje krijgt door de fraaie verlichting van de ijzeren boogbrug en de kathedraal die daardoor boven de stad lijkt te zweven.

Braga, het Rome van Portugal

Braga wordt wel het ‘Rome van Portugal’ genoemd. Niet alleen vanwege de unieke laat-middeleeuwse kathedraal. In het nabijgelegen bedevaartsoord Bom Jesús do Monte vermengen op katholieke hoogtijdagen busladingen dagjesmensen zich met diep devote bedevaartgangers tot een bont gezelschap.

Over de bergen

Noord-Portugal omvat drie provincies ten noorden van de Rio Douro: Minho, Douro en Trás-os-Montes. Trás-os-Montes, wat zoveel betekent als ‘over de bergen’, strekt zich uit over de meest noordoostelijke landstreek van Portugal. Het is een dunbevolkt berggebied.

Veel boeren zijn lang geleden weggetrokken omdat de hoger gelegen hellingen en plateaus door overbewerking zijn geërodeerd – en aan een rotsachtige bodem vol scheuren en bezaaid met zwerfkeien en basaltblokken is weinig eer te behalen.

Behalve wellicht een verdwaalde wolf die het de boeren extra moeilijk maakt. Taaier zijn de olijfbomen. De kurkeiken doen met hun blote basten in de late avondzon denken aan de surrealistische ideeënwereld van Dalí.

Aan trage kronkelwegen met in de berm fletsgele en sterk geurende wilde venkel, liggen dorpen en gehuchten die de eeuwen hebben getrotseerd. Het sociale leven speelde zich tot niet zo lang geleden af rond de openbare wasplaats, maar die worden niet of nauwelijks meer gebruikt. De enkeling die nog met ossen op het land werk, laat er bij thuiskomst gemakshalve zijn dieren drinken.

Van de uit graniet opgetrokken huizen hebben vooral de houten balkons het moeilijk. Sommige torsen hoog opgetaste voorraden kalebassen, andere dreigen te bezwijken onder tientallen potten en bloembakken met fleurige geraniums. De dorpsbewoners zijn hier wat norser en afstandelijker dan in het zuiden van het land – fotograferen is niet altijd even gemakkelijk.

Weemoed

Wanneer het regent en er zich langzaam plassen vormen in de talloze kuilen en gaten van het verwaarloosde plaveisel, daalt er een van weemoed doordrenkte loodgrijze deken over dit adembenemende landschap – af en toe doet het sterk aan lerland denken. Dezelfde sfeer tref je ook binnen: het zware ruw eiken meubilair lijkt gemaakt voor de eeuwigheid.

Charmant zijn de onverwacht speelse decoraties waarmee een tafel, een houten bank of een kist beschilderd zijn. In een dergelijk decor moeten de vastberaden kruisridders zich destijds moeizaam een weg naar beneden hebben gezocht. Via de zuidelijke rivierdalen kwamen ze in de open vlaktes waar ze de strijd aanbonden met de Moren.

Hoog met takken opgetaste door een oude tractor getrokken karren vormen vaak de enige tegenliggers in deze uithoek van Portugal. Langs de bermen bewegen zich eenlingen of groepjes mensen gewapend met zwarte paraplu’s – een attribuut waarover vrijwel iedere rechtgeaarde Portugees in het noorden schijnt te beschikken.

In kleine casas de pasto (eethuisjes) met houten of stenen vloeren en formica tafeltjes en een breedbeeld tv als teken van de nieuwe tijd, is naast de befaamde cabrito (gebraden geit) vooral de presunto fumado (gerookte ham) favoriet – de beste kwaliteit komt uit de streek rond Chaves. De noordelijke provincies staan vooral bekend om hun cozido à transmontana, een gevarieerde schotel van geiten- en schapenvlees en diverse groenten.

Een veel gegeten gerecht is de cabrito branco à montezinho, een schotel met geitenvlees dat doorgaans in een grote stenen oven wordt geroosterd. Bekend is de pikante Portugese worst, de alheiras de mirandela, die typisch is voor de noordelijke streken. In veel lokale restaurants neem je als bezoeker bij zo’n eenvoudige maar goede maaltijd een schallende tv op de koop toe. Vaak verschuilt een casa de pasto zich achter een gewone huisdeur.

Vinhos dos mortos

Hoewel ze in het uiterste noorden van Portugal goede streekwijnen kennen, is de bekende (en goedkope) Douro-wijn uit het zuidelijker gelegen gelijknamige rivierdal beslist superieur. Meer naar het westen toe, dat wil zeggen in het district Boticas, wordt de zogenoemde vinhos dos mortos (dode wijn) gedronken. Dat lijkt minder aantrekkelijk dan het is: deze wijn wordt na te zijn gebotteld niet in kelders opgeslagen maar in de grond begraven en is een bekend exportartikel.

Wanneer de lucht opklaart laat het continentale klimaat zich in het noorden van Portugal direct gelden: het wordt warm. De weidsheid van dit land is even imponerend als onverwacht. Beneden in de dalen ligt een lappendeken van honderden kleine landbouwkavels die zijn afgebakend met door braamstruiken overwoekerde granieten borstweringen.

Op het veld staan voornamelijk aardappels, graan, rogge en maïs. Meestal wordt alles met de hand of met de bereidwillige medewerking van os of ezel geoogst – met tractoren kun je lang niet overal komen.

Naar het westen toe tekenen zich uitgestrekte pijnboomwouden af tegen de strakblauwe hemel; talloos zijn de visrijke riviertjes. De diepgroene valleien in het zuiden van Trás-os-Montes zijn paradijselijk: als bij ons in Noord-Europa de winter invalt, bloeien de wilde rozen en oleanders daar nog en lopen de amandelbomen uit.

In het dal van de Rio Douro heerst dan ook op veel plaatsen een mediterraan klimaat. Op de laaggelegen plateaus worden fruit, noten en sinaasappels geteeld. Uit het zuidoosten van Noord-Portugal komt ook de beroemde portwijn. Deze wordt gedestilleerd uit de beste Douro-wijnen.

Meer naar het noordwesten op de grens van Trás-os-Montes en de provincie Minho ligt een van Portugals meest ruige natuurreservaten, het Parque Nacional da Peneda Gerês, een onherbergzaam en dichtbegroeid landschap waarin wolven en wilde paarden leven, en naar gefluiterd wordt een enkele beer.

Kuuroorden in de groene provincie Minho

De groene provincie Minho vormt de noordwestelijke kuststrook van Portugal en staat er met zijn vele textiel- schoen- en keramiekfabrieken economisch beter voor dan het agrarische Trás-os-Montes.

Ook is Minho gezegend met een groot aantal prachtig gelegen kuuroorden waaronder Melgaço (in het uiterste noorden van de Serra da Penela, op de grens met Spanje), Caldeias, Eirogo en Taipas (alle drie in de omgeving van Braga) en Entre-os-Rios dat ten oosten van Porto aan de Rio Douro ligt.

Idyllisch is Carvalhelhos met zijn beroemde mineraalbronnen. Dit kuuroord ligt ten westen van Chaves aan de rand van de dichtbeboste Serra de Leiranco.

De stranden van de Costa Verde

Vanaf de delta van de Rio Minho tot aan Porto strekt zich langs de kust van de provincies Minho en Douro de Costa Verde uit. Het klimaat langs Portugals ‘groene kust’ is vochtiger dan in het oostelijke achterland en de streek is ook aanzienlijk dichter bevolkt. De Costa Verde telt een groot aantal prachtig gelegen praias (stranden).

Een aanzienlijk deel ervan is in het toeristenseizoen bewaakt, er zijn douches en er is sanitair, en een lokale boer trekt ’s avonds met zijn tractor en eg het strand weer in de plooi. Door de aanleg van nieuwe wegen zijn de stranden ook beter bereikbaar dan voorheen.

De belangrijkste stranden liggen bij de navolgende dorpjes en stadjes (van noord naar zuid): Moledo do Minho, Vila Praia de Ancora, Cabedelo, Viana do Castelo, het rustige Marinhus en het mondaine Esposende. Ten slotte Póvoa de Varzim, Vila do Conde, het erg mooi gelegen zoutwaterbekken bij Leça da Palmeira en het strand ten zuiden van Matosinhos.

Vinho verde, de ‘groene’ wijn

In het achterland van Minho liggen verspreid gehuchten waarvan de inwoners leven van de landbouw, de teelt van olijven en de ‘vinho verde’, de beroemde lichte ‘groene’ Portugese wijn. Het is een droge jonge wijn die al sinds de Romeinen op ‘hoog niveau’ geteeld wordt: de ranken worden vele meters boven de grond opgebonden.

Hierdoor wordt een fruitige wijnsoort verkregen die zich bij vrijwel elk gerecht uitstekend laat drinken. Bijvoorbeeld bij caldo verde, een koolsoep met maïsbrood, en de vele visgerechten die zich doorgaans het beste laten proberen pal aan de kust. Door de trage verbindingen met het achterland is de daar voorgeschotelde zeevis niet altijd even vers.

Pas gevangen caranguejo (krab) is aan de Costa Verde even lekker als duur – belangrijk goedkoper zijn mexilhões (mosselen), polvo (inktvis) en bacalhau. Onder dit laatste verstaat men meestal stokvis, maar het kan ook verse kabeljauw betekenen. Zoetwatervis zoals forel en zalm (truta en salmão) wordt geserveerd in de dorpjes langs de rivieren de Minho, zoals Lima en Cavado.

In een arm land als Portugal moet een kok vindingrijk zijn: zelfs van de pens van een geit wordt nog iets smakelijks bereid: ‘tripas’. Uit het rijke kloosterleven stammen de van de Moren afgekeken zoetigheden als ‘rabanadas’ (geroosterd brood met een zoete saus – wij zouden er wentelteefjes tegen zeggen) of de ‘pão-de-ló’, een luchtige koek gemaakt met portwijn.

Ten zuiden van Minho ligt de provincie Douro, een van de economisch sterkere regio’s van Portugal. Het is een dichtbevolkt gebied met veel industrie, vooral rondom de havenstad Porto. Het landschappelijk mooiste deel is het dal van de Rio Douro dat de zuidelijke begrenzing van de provincie vormt.

Globaal geeft de provinciegrens tussen Douro en Trás-os-Montes ook de grens aan tussen de wijngebieden van de vinho verdes en vinho do porto, de portwijn. In tegenstelling tot elders in het noorden van Portugal worden de druiven hier op lage struiken geteeld. Dat gebeurt op kleine, tegen de hellingen gelegen kavels, vaak omzoomd met olijfbomen.

Over de westgrens van Douro tussen Amarante en Vila Real, ligt een klein maar prachtig natuurreservaat, het Parque Natural do Alvão in de gelijknamige serra.

Het industriële hart van Portugal

Na de rust en ongereptheid van het Douro-dal en de omliggende berggebieden, is de overgang naar het industriële hart van Portugal, de havenstad Porto, groot. Het is een dynamische stad waar de Franse ingenieur Eiffel verschillende bruggen bouwde en waar een prachtige kathedraal staat.

Je vindt er talloze gezellige restaurantjes en tascas (tavernes) waar de hele Noord-Portugese keuken in avontuurlijke varianten voorbijkomt: ‘bacalhau a Gomes de Sa‘, of ‘tripas a Moda do Porto’. Wie het zekere voor het onzekere wil nemen kan terugvallen op de overbekende sardinhas assadas (gegrilde sardines).

10 prachtige bestemmingen in Noord-Portugal en Portugal