San Martín Sacatepéquez
Dit plaatsje is bekender onder de naam San Martín Chile Verde dat zo genoemd werd naar de groene pepers die hier vroeger in de buurt veel verbouwd werden. Nu vormen aardappelen het belangrijkste gewas op de schrale grond. Men spreekt hier Mam en Spaans en de middelen van bestaan zijn de landbouw en het maken van manden. In de eerste helft van de 16e eeuw tekende Karel V van Spanje documenten, die verschillende Spanjaarden eigenaar maakten van het land rond San Martín. De Indianen werden als gevolg daarvan slaven. In 1902 werd San Martín volledig verwoest toen de Santa María vulkaan tot uitbarsting kwam. Het land werd bedekt met een meter puimsteenzand. Het dorp werd later weer opgebouwd en met behulp van de bladeren van de saúco-boom kon er weer maïs geplant worden. Deze bomen staan nu rond elk landbouwbedrijf. De huizen in deze plaats zijn van leem en hebben rieten daken.
San Martín ligt op 2500 m hoogte aan de voet van de Chicabal-vulkaan (2900 m). De beklimming van de vulkaan is niet extreem moeilijk, maar vanwege de dichte mist waarin de top vaak gehuld is, vooral in het regenseizoen, kun je gemakkelijk verdwalen. De Laguna Chicabal, een klein kratermeer, is een ceremoniële offerplaats. Er worden dieren geofferd en rond het meer staan oude stenen kruisen. Het kruis is het Maya-symbool voor de vier windrichtingen en wordt als kosmisch kruis gezien. Deze ceremonies vinden vooral plaats op de fiesta van het Heilige Kruis op 3 mei. De Laguna Chicabal ligt op 2700 m hoogte en deze kun je vanaf de kruising La Estación vlak achter San Martín in drie uur bereiken. Het is een steile tocht met prachtige uitzichten op de omgeving.
De bevolking in deze plaats heeft een aantal gebruiken en gewoonten die afwijken van de andere Indiaanse volkeren. De klederdracht van de mannen is heel opvallend. De broek en het hemd zijn gemaakt van witte katoenen stof met smalle, rode strepen. De mouwen van het hemd en de zoom van de broek zijn met zware borduursels versierd. Een lange rode faja (ceintuur) houdt alles op zijn plaats. Hier overheen wordt een ‘capixay’ (cape) gedragen van bruine wol. De losgetornde mouwen worden over de rug gekruist en vastgehouden met de ceintuur. De grote ‘tzut’ is losjes om het voorhoofd gebonden en valt tot op de knieën. Alleen de rok van de vrouw wordt op een trapgetouw geweven. Paars en blauw zijn de hoofdkleuren in de geborduurde mouwen van het hemd van de man en in de huipil en ceintuur van de vrouw. De wol wordt ergens anders gekocht, omdat er geen schapen meer zijn sinds de vulkaanuitbarsting in 1902. Dit dorp kende heel lang allerlei costumbres (rituele gewoontes); of deze nu nog bestaan is niet zeker.
Als hier bijvoorbeeld een baby geboren wordt, dan wordt hij na de welkomstrituelen ingesmeerd met een mengsel van grassoorten en kruiden en vervolgens vastgebonden met zijn armpjes tegen zijn lichaam door middel van een ruwe strakke band. Deze band is 15 cm breed en 2 meter lang, zodat deze 5 of 6 keer om het lichaampje gewikkeld wordt. Dit zou een goede sterke rug tot gevolg hebben. De kindersterfte is echter hoog. Op jonge leeftijd worden de kinderen naar de brujo gebracht, die hen onderwerpt aan aanvaardings- en initiatieceremonies. Op 5-jarige leeftijd helpen ze mee in de huishouding en op het veld en leren de meisjes weven. Op 10-jarige leeftijd zijn het ervaren weefsters en maken ze hun eigen kleding. Als de jongen 12 jaar is, wordt er een bruid voor hem gezocht. De jongen en het meisje leven als broer en zus in het huis van de jongen. Zo leren ze met elkaar op te trekken en raken ze gewend aan elkaar. Als ze oud genoeg zijn voor een seksuele relatie krabt de jongen het gezicht van het meisje open en bijt in haar wangen, dan weet het hele dorp dat ze man en vrouw zijn. Er is geen verdere trouwceremonie. Er wordt een beperkt aantal kinderen geboren, van wie velen al jong sterven. De ouders zijn heel jong als ze hun kinderen krijgen. De bevolking kan echter heel oud worden. In de omgang met elkaar zijn de Martinecos attent en heel formeel, op het extreme af. Als twee personen van een verschillende klasse elkaar ontmoeten, dan moet degene uit de laagste klasse zijn hand met de palm naar boven ophouden, zodat de ander deze met zijn handpalm zachtjes kan aanraken. Daarna volgt een gesprek waarin bijzonder veel herhalingen voorkomen; dit is een beleefdheidsvorm.
De Martinecos zijn heel nauw verbonden met hun grond. Een Indiaan is niet compleet als hij geen land bezit en geen maïs kan planten. Als het land wordt afgenomen, is dit een vorm van castratie. Hoe armer het land en hoe harder hij moet werken, des te verknochter is hij aan dat land.
De marktdag is zondag.
Omgeving van Quetzaltenango
Rondreizen-Hotel
Beleef deze zeer indrukwekkende rondreis die door Mexico, Guatemala en Honduras voert en onder andere de hoogtepunten Chichén Itzá, Tikal en Copán aandoet! In...
Rondreizen
Tijdens deze rondreis door Costa Rica, Nicaragua, El Salvador, Honduras, Belize en Guatemala beleef je de geheel eigen sfeer van zes landen...
Groepsreizen-Tweepersoonskamer
Over de hele wereld zijn tequila en taco’s een begrip, maar de Mayawereld zit nog vol verrassingen. Ontcijfer de laatste inscripties in...