Paramaribo

Swipe

Paramaribo

Op 23 km van de zeemonding en zes graden boven de evenaar ligt Paramaribo, de enige echte stad van Suriname. Tegenwoordig woont tweederde van de bevolking in Paramaribo op een gebied van slechts drie procent van de totale oppervlakte van het land. In 1987 vond er een herindeling van de districten van Suriname plaats. Het district Paramaribo werd onderverdeeld in 12 ressorten (wijken) namelijk Blauwgrond, Rainville, Munder, Centrum, Beekhuizen, Weg naar Zee, Welgelegen, Tammenga, Flora, Latour, Pontbuiten en Livorno. Tot Groot-Paramaribo behoort ook het district Wanica, dat om electorale redenen in het leven is geroepen. Door laagbouw en veel vrijstaande huizen is Paramaribo zeer uitgestrekt, maar de stad heeft een dorpse uitstraling behouden.

Werelderfgoed

Paramaribo werd ooit sieraad van West-Indië genoemd, vanwege de vele witte houten huizen en schaduwrijke lanen. Deze status is Paramaribo kwijt. De schaduwrijke bomen staan er hier en daar nog, maar menig huis is sinds jaren overgeleverd aan weer en wind en schreeuwt om een likje verf. Op braakliggende terreinen, waarvan de eigenaren dikwijls in Nederland vertoeven, is het onkruid hoog opgeschoten. Het feit dat de binnenstad van Paramaribo tot een historisch monument is verklaard en genomineerd staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO doet hier weinig aan af. Toch is Paramaribo zeker de moeite waard. Alle wijken hebben een bepaalde charme en door de samenstelling van de bevolking een geheel eigen sfeer.

Algemene informatie

De naam Paramaribo is waarschijnlijk afgeleid van een vroeger indianendorp Parmirbo. Aan het begin van de 17e eeuw stichtten twee Hollandse kooplieden, Nicolaes Baliestel en Dirck Claesz van Sanen, in de buurt van het dorp een handelsvestiging. Alhoewel de Hollanders een versterking rond hun vestiging aanlegden, verviel Paramaribo toch in Engelse handen. De Engelsen, onder leiding van Lord Willoughby, namen de vestiging in gebruik onder de naam Fort Willoughby, maar gaven de voorkeur aan het stadje Thorarica ten zuiden van Paramaribo als centrum van hun activiteiten.

Toen de Zeeuw Abraham Crijnssen en de zijnen in 1667 de kolonie Suriname op de Engelsen veroverden, bleek het stadje Paramaribo niet ver van de monding van de rivier gunstiger gelegen voor aan- en afvoer van goederen dan het meer landinwaartse Thorarica. De Zeeuwen veranderden de namen Fort Willoughby in Fort Zeelandia en Paramaribo in Nieuw Middelburg en maakten de stad het centrum van de nieuwe kolonie. De naam Nieuw Middelburg is nooit aangeslagen en raakte spoedig in onbruik. Fort Zeelandia werd het middelpunt van de kolonie en heeft tot in de recente geschiedenis een prominente rol ingenomen.

Buiten de stad wordt Paramaribo ‘foto’ genoemd. Het woord vindt zijn oorsprong in Fort Zeelandia, het verdedigingswerk aan de Surinamerivier dat het begin van de stadsontwikkeling vormde. Vanuit het fort breidde de stad zich in westelijke richting uit. Bij de bouw werd gebruikgemaakt van de langgerekte ritsenbundels van schelpen in de bodem van het moerassige gebied. Op de hoger gelegen ritsen werden de hoofdstraten vanaf de rivieroever in een schaakbordpatroon aangelegd. Bij uitbreiding van de stad moest telkens rekening worden gehouden met de waterhuishouding. In het zuiden werden de Steenbakkers-, Drambranders- en Limesgracht gegraven om afwatering van het gebied mogelijk te maken.

Architectuur

Ondanks een aantal stadsbranden, waarvan de grootste in 1821 waarbij ruim 400 panden in vlammen opgingen, blijft Paramaribo een ruim driehonderd jaar oude stad in een jong land. De oude stadskern met straten als Julianastraat en Prins Hendrikstraat getuigt nog van de koloniale geschiedenis. De Hollandse zuinigheid blijkt uit de vele historische houten panden in het centrum. Hout was in de kolonie ruimschoots aanwezig, terwijl bakstenen als ballast in de zeilschepen vanuit Europa werden aangeleverd. De bakstenen waren hierdoor erg kostbaar en werden alleen gebruikt als fundering voor houten huizen of voor de bouw van belangrijke regeringsgebouwen in de omgeving van Fort Zeelandia. Veel van de houten en bakstenen gebouwen zijn nu van monumentale waarde.

De verschillende bouwstijlen in Paramaribo weerspiegelen het wisselende modebeeld van Europa uit die dagen. Engelse, Nederlandse, Franse en Duitse invloeden zijn duidelijk terug te vinden in de stoeppartijen, portieken, ramen en balkonpartijen. De herwaardering van de klassieke oudheid komt tot uiting in de zuilenportieken van de panden in de Lim A Postraat en de Mr. dr. J.C. de Mirandastraat en het gebouw van het ministerie van Financiën. Afgezien van de buitenlandse invloeden hebben de Surinaamse bouwers een duidelijk eigen stijl weten te ontwikkelen. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn het bakstenen onderhuis op een vierkante fundering, de witte houten wanden en de groene luiken voor de ramen. De multiraciale samenstelling van de bevolking komt tot uiting in de vele religieuze bouwwerken. Zo staan de lutherse kerk, de joodse synagoge, de moskee en de rooms-katholieke kerk in een driehoek op loopafstand van elkaar.

De laatste jaren is de Surinaamse architectuur onder invloed komen te staan van de Verenigde Staten. In de gegoede wijken zijn nieuwe forten opgetrokken uit wit gepleisterd beton met satellietschotels in de achtertuin waarmee de meeste Amerikaanse televisiezenders kunnen worden ontvangen. Een tegenhanger hiervan voor de middenklasse is de Surinaamse bouwstijl op neuten (hoge palen), waardoor er onder het huis schaduwruimte overblijft als opslagplaats, speelplaats voor de kinderen of om op zondagmiddag aan de auto te sleutelen. Een bijkomend voordeel van het hoge-neuten-huis is dat wanneer bij aanhoudende regen en slechte afwatering erf en onderhuis onder water lopen het woongedeelte droog blijft.

De beste manier om de stad te verkennen is te voet. Zo kunt u zich goed oriënteren en kennismaken met het kleurrijke straatbeeld. De driehoek aan de Surinamerivier waarin de oude stadskern zich bevindt, is gemakkelijk te bewandelen.

10 prachtige bestemmingen in Paramaribo en Suriname