Nové Město
In het hart van de stadswijk Nové Mesto klopt het Vaclavské Námestí (Wenceslasplein), een langgerekte boulevard. De afmetingen van het plein zijn enorm. Met een lengte van 680 meter en een breedte van 60 meter is het een van de grootste pleinen ter wereld. De benaming ‘plein’ voor deze brede boulevard is ongetwijfeld afkomstig uit de tijd dat het werd aangelegd. Op het toenmalige plein van ook al niet geringe afmetingen werd een paardenmarkt gehouden. Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw ontstonden de jugendstil gebouwen die ook nu nog het uiterlijk van het plein voor een groot deel bepalen. Het plein neemt een belangrijke plaats in de recente geschiedenis in. In 1968 was het plein het centrum van de gebeurtenissen tijdens de Praagse Lente. Op 16 januari 1969 overgoot de filosofiestudent Jan Palach zichzelf met benzine en stak zichzelf in brand.
In november 1989 demonstreerden hier honderdduizenden mensen om de gehate leiders duidelijk te maken dat hun optreden niet langer gewenst was en dat ze maar beter op konden stappen.
De rondleiding door Nové Mesto begint aan de noordwestzijde van het Wenceslasplein, op het Mustek (bruggetje). Aan het pleintje ten zuiden van Måstek staat de kerk Maria in de Sneeuw (kostel panny Maria Snežné). De ingang van de kerk ligt aan het plein Jungmannovo Námestí. Wat u ziet, is het 35 meter hoge koor. Karel IV stichtte deze kerkelijke gemeenschap in 1347. In 1379 werd de eerste steen gelegd. Het oorspronkelijke plan was een kerk te bouwen die groter en hoger was dan de Sint-Vituskathedraal. De Duitse keizer zou in de kerk gekroond worden. Het project is echter nooit geheel gerealiseerd. Vanwege de hussietenoorlogen en geldgebrek werd de bouw stilgelegd. Aan het begin van de vijftiende eeuw predikte Jan Želivsky in de kerk. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de linkervleugel van de hussietenbeweging in Praag. In de zeventiende eeuw kregen de franciscanen de kerk in bezit. Zij herstelden het godshuis en brachten het renaissancegewelf aan. In het veertiende-eeuwse timpaan zijn Maria, Karel IV en zijn vrouw Blanche de Valois te zien. Achter de kerk ligt de rustige franciscanentuin.
Op de hoek van het Jungmannovo Námesti (genoemd naar de schrijver van het eerste Tsjechisch-Duitse woordenboek, Josef Jungmann, 1773-1847) en de Národní staat het gebouw uit 1925 waarin voorstellingen van de Laterna Magika werden gegeven. Deze vorm van theater is zeer bijzonder. Pantomime, dans en film vloeien in elkaar over. Tegenwoordig worden de voorstellingen meestal in de Nova Scena opgevoerd.
Halverwege het Vaclavské Námestí staat Hotel Europa, waar u kunt neerstrijken en in een jugendstil-ambiance kunt genieten van een hapje en een drankje. Evenwijdig aan het plein ligt de Panská met het Mucha-museum, met werken van de jugendstilkunstenaar Alfonse Mucha.
Aan de kop van het Wenceslasplein ligt het Nationaal Museum (Národní Muzeum). Het gebouw werd tussen 1885 en 1890 gebouwd door de Praagse architect Josef Schulz, een assistent van de bouwmeester Zitek, die verantwoordelijk was voor het ontwerp van het Nationaal Theater. Het gebouw moest het geestelijke en intellectuele centrum van Tsjechoslowakije worden. De collectie omvat uitgebreide natuurwetenschappelijke verzamelingen. In het mooie pantheon op de eerste verdieping ziet u vlak onder de koepel vier schilderingen met taferelen uit de Tsjechische geschiedenis. Ook staan hier standbeelden en bustes van grote persoonlijkheden uit het Tsjechische verleden.
Voor het museum kijkt de Heilige Wenceslas, de schutspatroon van het land, vanaf zijn paard over het plein uit. Hij houdt de winke-lende en flanerende menigte in de gaten. Hij wordt omringd door de 4 belangrijkste Boheemse heiligen: zijn grootmoeder Ludmilla, Sint-Procopius, Sint- Agnes en Sint-Adalbert, de eerst bisschop van Praag. Aan zijn voeten is een monument opgericht ter herdenking van Jan Palach en van andere slachtoffers van het communisme. Jan Palach was student die zichzelf in 1969 met benzine overgoot en in brand stak. Het was geen zelfmoorddaad, zoals hij zelf zei voordat hij stierf, maar een bewuste actie ‘om het volk wakker te schudden’. Hij protesteerde hiermee tegen de manier waarop de Sovjettroepen een einde hadden gemaakt aan de Praagse Lente en tegen de regels die de nieuwe communistische regering had ingesteld. Jan Palach had zich laten inspireren door Jan Hus, die vanwege zijn verzet tegen de misstanden in de katholieke kerk op de brandstapel was gestorven.
Links van het Nationaal Museum (gezien vanaf het plein) ligt het Smetana-theater (Smetanovo Divadlo). Het theater dateert uit 1886. In dat jaar werd het gebouw door de Weense bouwmeesters F. Fellner en H. Helmer in de classicistische stijl opgetrokken.
De Vodickova, halverwege het Vaclavské Námestí, leidt naar het parkachtige plein Karlovo Námestí waaraan het Raadhuis van de Nieuwe Stad (Novomestké radnice) staat. Dit gebouw is niet zo nieuw als de naam doet vermoeden. De oostelijke vleugel dateert uit 1374, de zuidelijke werd tussen 1411 en 1418 toegevoegd. De toren stamt uit 1451. Dit stadhuis diende op 30 juli 1419 als toneel voor de Eerste Praagse Defenstratie. De hussieten onder leiding van Jan Želivsky gooiden de katholieke raadsheren uit het raam. Door de rest van de groep werden deze mannen op lansen opgevangen.
Aan de zuidkant van het plein staat het Fausthuis (Faustuv Dum). In de zestiende eeuw zocht de Engelse alchemist Edward Kelly in dit huis naar de steen der wijzen. De legende maakt het allemaal wat spectaculairder. Het verhaal gaat dat hier in de middeleeuwen dokter Faustus woonde. Deze man probeerde goud te maken en sloot hiervoor een pact met de duivel. De duivel trok hem door het plafond en nam hem mee naar de onderwereld.
In de straat Resslova, die vanaf het Karlovo Námestí naar de Moldau loopt, staat de Cyrillus en Methodiuskerk (kostel sv. Cyrila a Metodeje). Oorspronkelijk was deze kerk gewijd aan Sint-Karel Borromeo. Aan die tijd herinneren de fresco’s met scènes uit het leven van deze heilige. De kerk werd tussen 1730 en 1736 onder leiding van K.I. Dientzenhofer in de barokstijl opgetrokken. In 1942 hielden de zeven parachutisten, die de aanslag op Reichsprotektor Heydrich hadden uitgevoerd, zich in de crypte van de kerk verborgen. Ze werden echter verraden. De Duitsers lieten de kelder vollopen. De parachutisten wachtten de verdrinkingsdood niet af en benamen zichzelf met een pistoolschot het leven. De namen van de parachutisten staan in een gedenksteen gegrift. Als represaillemaatregel werd het plaatsje Lidice volledig met de grond gelijkgemaakt (zie aldaar).
Aan het einde van de straat Resslova stroomt de Moldau. Links op de hoek staat een zeer modern gebouw (1996) dat ‘de dansers’ of ‘Ginger en Fred’ genoemd wordt. Een van de architecten is de Amerikaan Frank O. Gehry. In het beige pand daarnaast (aan de Moldau) woonde Václav Havel op de bovenste verdieping. Rechts staat een oude watertoren. Vanuit deze toren werd Havel in de gaten gehouden toen hij uit de gevangenis kwam.
Een stuk dichter bij de Karelsbrug, aan de rechterkant op een hoek, staat het Nationaal Theater (Národní Divadlo). Dit theater staat op de plaats van het vroegere tolhuis. In 1868 werd de eerste steen gelegd. Deze steen was afkomstig van de berg Ríp, de plaats die vader Cech als thuisland voor zijn volk had gekozen. In de funderingen werden stenen uit historisch belangrijke plaatsen in Bohemen en Moravië verwerkt. De bouw werd bekostigd uit giften van de bevolking. Het ontwerp kwam van J. Zítek. In 1881 waren de bouwwerkzaamheden afgerond. Het nieuwe complex werd echter door een brand grotendeels verwoest. Het herstel van het theater duurde tot 1883.
Bij de feestelijke opening van het gebouw werd de opera Libuše van de Tsjechische componist Bedrich Smetana ten gehore gebracht. Precies honderd jaar later, nadat het theater grondig was gerenoveerd, klonken de noten van deze opera opnieuw in de prachtige theaterzaal. Op het timpaan in de foyer op de eerste verdieping heeft M. Aleš de cyclus ‘mijn vaderland’ geschilderd. Ook zijn er schilderingen van de historische plaatsen waar de stenen uit afkomstig zijn te zien. Het glazen pand naast het Nationaal Theater is de Nieuwe Scene (Nova Scena). In de foyer van dit theater is veel groen Cubaans marmer verwerkt. De glazen buitenwand maakte geen deel uit van het oorspronkelijke ontwerp. Het gebouw bleek echter slecht geïsoleerd te zijn. In de zaal waren voorbijkomende trams duidelijk te horen. Daarom werd de oorspronkelijke voorgevel verwijderd en de dikke glazen pui aangebracht.
De componist Smetana heeft enige tijd tegenover het Nationaal Theater gewoond, boven het eens zo beroemde café Slavia, het trefpunt voor schrijvers, kunstenaars en dissidenten. In die tijd componeerde hij de opera ‘de verkochte bruid’. Vanwege het overweldigende succes van de opera, kreeg het muziekstuk al snel de bijnaam ‘de uitverkochte bruid’.
Astoria is de ideale uitvalsbasis om de stad Praag te verkennen. Het hotel is perfect gelegen in een rustige zijstraat van het...
Het Metropol Praha Unique Design is een fantastisch 4-sterren designhotel met mooie kamers en een perfecte ligging nabij het Wenceslasplein. Centraler kan...
Het 4-sterrenhotel Ambiance is gelegen in het hart van het historische Praag. De lobby van het hotel en veel van de gemeenschappelijke...