Provincie Ciego de Ávila

Swipe

De stad Ciego de Ávila

In feite is de stad ontstaan uit een illegaal gebouwde boerderij. Een van de conquistadores, Jácome de Ávila bouwde op de plaats van de tegenwoordige provinciehoofdstad een boerderij, San Antonio de la Palma, zeer tegen de zin van bewoners uit de omtrek. Aanvankelijk was dat niet zo, voor de grond ter plekke had nog nooit iemand belangstelling gehad. De Ávila ontboste de omgeving en bewerkte de vlakke grond wat natuurlijk gemakkelijk was. Zo’n gebied zonder hobbels en gaten noemde men een ‘ciego’. Er was weinig rotsachtige ondergrond en de bodem bleek bijzonder vruchtbaar.

De gemeenteraad van het tegenwoordige Camagüey (toen nog Puerto Principe) boog zich over de klacht van de omwonenden, maar was van mening dat De Ávila, dankzij zijn inspanningen, recht had de boerderij te laten staan. Dat gebeurde in 1538, het jaar dat gezien wordt als het officiële stichtingsjaar van Ciego de Ávila. De stad en de omgeving maakten vanaf het begin van de 17e eeuw een snelle groei door. Steeds meer boeren vestigden zich er en er ontstonden geweldige veeteeltbedrijven. De stad is dan ook een echte plattelandsgemeente.

Er komen weinig toeristen en degenen díe er komen blijven zelden langer dan één nacht, tenzij ze in de omgeving willen vissen. De mensen die hier overstappen (Ciego de Ávila is een knooppunt van wegen en spoorlijnen), nemen soms de moeite om even een kijkje te nemen in de omgeving van het station of in de binnenstad, maar ze zijn snel uitgekeken.

Ciego de Ávila heeft een luchthaven: Aeropuerto Máximo Gómez. Het wordt hoofdzakelijk gebruikt voor binnenlandse vluchten. Toeristen die de Cayo’s als bestemming hebben, vliegen vanaf Holguín of Varadero naar deze luchthaven. De transfer vandaar, ongeveer 120 kilometer, geschiedt met bussen.

De provincie heeft vele verzetshelden voortgebracht en de bewoners hebben altijd als vrijheidslievend en patriottisch bekend gestaan. Het symbool van de stad Morón is dan ook niet per ongeluk een kraaiende haan. Sinds de stichting van de stad laat deze weten dat men kan rekenen op verzet tegen verkeerde machthebbers. In 1950 besloot men de haan in brons te vereeuwigen en de bewoners brachten er geld voor bij elkaar.

Batista, de heersende dictator, vond het idee eveneens geweldig en besloot het beeld persoonlijk te onthullen in een park dat zijn naam zou dragen. De inwoners van Morón vonden dát weer geen goed idee en besloten de plechtigheid te boycotten. Het beeld verdween en kwam pas weer boven water nadat Batista verdreven was. De haan prijkt nu in het hanenpark vóór het hotel Morón. Als u de plaats bezoekt en u bent een liefhebber van oude stations, bezoek dan het stationsgebouw.

In de omgeving van Morón zijn enkele bezienswaardige plaatsen. Te denken valt aan het Laguna de la Leche (melkmeertje). Het water lijkt een witachtige kleur te hebben als gevolg van de kalksteenachtige ondergrond. Deze combinatie van leem, kalk en steen is echter ook een geliefd bouwmateriaal en er is veel illegaal afgegraven. Men moet eigenlijk op het meer varen om te ontdekken waaraan het zijn naam ontleent. De Laguna speelde een belangrijke rol tijdens de onafhankelijkheidsoorlogen. Om de Trocha de Júcaro a Morón te ontlopen, gebruikte men het meer en de eromheen liggende moerassen om wapens te smokkelen tussen de provincies Camagüey en Sancti Spíritus.

Het bezoek aan het meer is met geweldige sprongen teruggelopen en de toeristische voorzieningen langs het meer verkeren in een uiterst deplorabele staat. Niettemin worden er nog regelmatig zeil- en roeiwedstrijden op gehouden. De oevers van het meer en de moerassen in de omgeving zijn geliefd bij vogelliefhebbers. Vele (water)vogels voelen zich hier uitstekend thuis.

Men kan in de omgeving van Morón ook de jacht beoefenen. Het Aguachales de Falla is een jachtreservaat waar de eendenjacht zeer populair is, een meertje met de naam Lago la Redonda is, vooral tussen april en december een ware trekpleister voor hengelsportliefhebbers, vanwege de aanwezigheid van grote hoeveelheden baars.

Op weg naar de Cayo’s passeert u een dorpje dat wel érg Europees aandoet. Het heet Comunidad Celia Sánchez, genoemd naar Castro’s in 1980 overleden partner. Tijdens haar bezoek aan Nederland raakte ze zó gecharmeerd van de huizen dat er op Cuba een aantal, in een naar haar genoemd dorpje, werden nagebouwd.

Provincie Ciego de Ávila

10 prachtige bestemmingen in De stad Ciego de Ávila en Cuba