Bolivia

Swipe

Muziek

Muziek bestaat al 1700 jaar in Bolivia. Op de fries van de zonnepoort in Tiwanaku is een afbeelding van een muzikant die de pututo (een trompet) bespeelt, en diverse keros (ceremoniële drinkbekers) uit de Tiwanakucultuur beelden muzikanten af die op de zampoña (panfluit) en quena (fluit) spelen.

Bolivia is een muziekland bij uitstek. Iedere regio heeft zijn eigen muziekstijl voortgebracht, die afhankelijk is van de fysische omgeving, en weerspiegelt zich in de kenmerkende levensstijl van de bevolking. Zo is de Andesmuziek wat triester en de muziek van de laaglanden is sneller en vrolijker.

Precolumbiaanse muziek

Oorspronkelijk werd muziek alleen ten gehore gebracht voor de geesten van de voorouders en voor de goden, om hen te verleiden tot het geven van goed weer en een goede oogst. De Andesmuziek kende in tegenstelling tot de westerse muziek met twee toonaarden (majeur en mineur), vijf toonaarden (pentatonisch): twee majeur, twee mineur en een neutrale. De Andesmuziek kende geen harmonie. Het karakter van de hoofdmelodie was gebaseerd op een stem, die soms herhaald werd met een hogere octaaf. Het basisritme was een tweeslagmaat (binair), met het veelvuldig gebruik van vrije syncopen en ritme. Traditionele Andesmuziek is nooit geschreven geweest maar is van oor tot oor overgedragen.

Er waren diverse muziekstijlen. De Aymaramuziek was instrumentaal, er werd niet gezongen en de muziek was sober en krachtig. Quechuamuziek daarentegen was melodieus en zoet en had een voorkeur voor poëtische zang. Er bestonden epische liederen en liedjes die werden gezongen tijdens landbouwwerkzaamheden en liedjes voor het dansen.

Na de komst van de Spanjaarden

Na de komst van de kolonisten en de ontdekking van zilver in Potosí en de daarmee gepaard gaande rijkdom van Potosí werd muziek uit Europa geïmporteerd en kwamen er belangrijke componisten en muzikanten naar Bolivia. Zo werden barokmuziek en Europese muziekinstrumenten geïntroduceerd, met alle gevolgen van dien.

Waar kan je Boliviaanse muziek beluisteren?

Om populaire muziek te horen is de peña, (muziekcafé/restaurant) de beste gelegenheid. Zij bieden een show aan vergezeld van typisch voedsel en drank. Diverse culturele instituten in Bolivia hebben soms zeer goede muziekconcerten zoals Teatro Municipal, Casa de la Cultura Franz Tamayo en de volkse peñaclub Puerto del Sol in La Paz en Palacio de Portales en Teatro Acha in Cochabamba. Daarnaast zijn de populaire festivals zoals Fiesta del Gran Poder in La Paz of het carnaval in Oruro uitstekende gelegenheden om te genieten van de Boliviaanse muziek. Traditionele autochtone muziek wordt gespeeld tijdens de Anata, op de donderdag voor het carnaval van Uyuni, een dag vóór la fiesta de Urkupiña of tijdens het mijnwerkerscarnaval van Potosí. Tijdens het Festival de Música y Danza Autóctona Compi-Tauca in het plaatsje Compi aan het Titicacameer wordt ieder jaar in juni traditionele muziek gespeeld door autochtone groepen uit de Andesdepartementen.

Populaire Boliviaanse folkloristische muziekgroepen

In het midden van de jaren 60 was de groep Los Jairas de trendsetter voor een nieuw genre van moderne folkloristische muziek waarbij de traditionele instrumenten charango, quena en bomba (drum) plus de gitaar werden bespeeld. De groep bestond uit bekende muzikanten zoals Yayo Joffré, Gilbert Favre, Ernesto Cavour (leña verde) en Fernando Jiménez (Virgenes del sol) en waar soms de beroemde gitarist Alfredo Dominiquez in optrad.

De waarschijnlijk beroemdste folkloristische muziekgroep van Bolivia, Los K’jarkas uit Cochabamba, trad in de voetsporen van Los Jairas en werd zowel nationaal als internationaal bekend, door hun sentimentele teksten over liefde en Bolivia, maar ook door de inbreng van populaire nationale dansen zoals de Huayño en de Saya.

Enkele folkloristische Andesmuziekgroepen zijn onder andere Awatiñas, (album Kullakita), Kollamarka, Grupo Aymara, Rumillajta (album hoja de coca) en Kallawaya (album Shaman).

De groep Norte Potosí heeft liederen in het Quechua die vooral door vrouwen met hoge stemmen worden gezongen. Daarnaast springt de schitterende stem van Luzmilla Carpio (album Khanata) eruit, die zowel in Quechua als Aymara mooie liederen zingt. De folkloristische groep Canarios del Chaco, speelt typische muziek uit El Chaco met onder andere chacarera.

De groep Chacaltaya (album el zenit supremo de todo es la nada) speelt alternatieve muziek met Andesinvloeden en gebruikt tot wel 60 verschillende traditionele muziekinstrumenten per concert. Ernesto Cavour is de meester op de charango. De drie platen van Coral Nova bevatten uitstekende barokmuziek, waarvan de beste Visperas de Chiquitos is. Ten slotte staat de zangeres Jenny Cardenas (jallalla) bekend om haar protestliederen.

Boliviaanse muziekinstrumenten

Er is een grote verscheidenheid aan typische Andes muziekinstrumenten die de interesse hebben opgewekt van diverse muzikanten, antropologen, etnologen, musicologen en toeristen.

Naast de universele instrumenten die geïntroduceerd werden door de Spanjaarden (gitaar, mandoline, viool, harp, orgel en fluit) en instrumenten die gebruikt worden sinds de 19e eeuw (piano, trompet, trombone, accordeon en bandoneon) zijn er enkele instrumenten van precolumbiaanse en koloniale oorsprong. Eén van de belangrijkste is het snaarinstrument de charango. Oorspronkelijk was het een kopie van de Spaanse vihuela, een ouderwets soort gitaar. Met het schild van het gordeldier als klankkast en met de darmen van een lama als snaren, maakte men een smalle gitaar met vijf dubbele snaren. Het instrument verbreidde zich in de 17e eeuw snel over de Andes. In 1780 werd één snaar van de derde rij snaren, een octavo hoger gestemd. Dat is hoe we de charango nu kennen. Door de stemming van het instrument is het geschikt als ritmische begeleiding omdat de opgaande slagbeweging en de neergaande slagbeweging vrijwel dezelfde klankkleur hebben. Ernesto Cavour was de belangrijkste muzikant met daarnaast Mauro Nuñez en Celestino Campos.

Daarnaast staat de Andes bekend om zijn windinstrumenten zoals de quena, een panfluit, voornamelijk gemaakt van bamboe, die gekenmerkt wordt door het ontbreken van een mondstuk om lucht door te blazen, maar een inkeping heeft. De gemiddelde quena is 30-40 cm groot. De bekendste muzikanten zijn Gilbert Favre (Los Jairas) en Lucho Cavour.

De zampoña is het belangrijkste precolumbiaanse instrument van de Andes. Het windinstrument bestaat uit diverse rieten pijpen die bij elkaar gehouden worden door een geknoopt touw. Deze pijpen geven ieder een andere toon wanneer er lucht wordt ingeblazen. Voorheen werden de zampoñas in paren gemaakt waarbij ieder instrument andere noten voortbracht en dus door twee muzikanten werd bespeeld. Nu zijn er twee soorten zampoñas te onderscheiden; siku (twee rijen rieten pijpen) en antara (één rij). De siku heeft verschillende groottes tussen de 5 en 120 cm.
Tarka is een houten octaaffluit die rauwe klanken voortbrengt. Ze wordt veel gespeeld tijdens feesten.

Pututo is een oude precolumbiaanse trompet. Vroeger werden ze gemaakt van zeeschelpen, hout of keramiek. Nu wordt de hoorn van een stier gebruikt. Ze geven een laag, diep angstaanjagend geluid en werden als een oorlogsinstrument gebruikt bij indianenopstanden. Nu dienen ze de comunidad (dorpsgemeenschap) om bijeenkomsten aan te kondigen.

Onder de slagwerkinstrumenten valt de bombo, een drum gemaakt van een uitgeholde boomstam met de huid van een lama of geit.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia