Bolivia

Swipe

Literatuur

Vóór de onafhankelijkheid

In precolumbiaans Bolivia was er geen geschrift maar wel een mondelinge traditie van verhalen vertellen. Pas met de komst van de Spanjaarden in de 16e eeuw verscheen de eerste literatuur die tot functie had het katholicisme te verspreiden in het veroverde gebied. Dit leverde Crónica de Perú, geschreven door Pedro Cieza de León op (Bolivia heette toen Alto Peru). Rond 1700 werd Historia de la Villa Imperial de Potosí geschreven door Bartolomé Arzán en is een episch verhaal over het grootste gedeelte van de koloniale tijd van 1545 tot 1736.

Na de onafhankelijkheid

Vanaf 1825 ontstond er een romantische stroming die vertegenwoordigd werd door Julio Lucas Jaimes. Rond de voorlaatste eeuwwisseling ontwikkelde zich het Latijns-Amerikaanse modernisme, Ricardo Jaimes Freyre was een van de voorlopers. Hij schreef La Villa Imperial de Potosi, gepubliceerd in 1905 en Justicia Indígena die gaat over de exploitatie van de inheemse bevolking.

Een andere Boliviaanse modernist was Franz Tamayo (1880-1956), die een analyse maakte van postkoloniaal Amerika met de grote kloof tussen de rijke minderheid en de machteloze meerderheid.

In 1919 schreef Alcides Arguedas het boek Raza de Bronce en bekritiseert hij het latifundio-(grootgrondbezit)systeem waar de inheemse bevolking als slaven op de haciënda werkte.

Er is heel wat literatuur geschreven over de Chaco-oorlog en Augusto Céspedes was de voornaamste schrijver met onder andere Sangre de mestizos (1936), een verzameling van verhalen, waarin zowel indianen als blanken de verschrikkelijke gevolgen van de oorlog ondervinden. Bovendien schreef deze schrijver in Metal de diablo (1946) over de ellendige toestanden in de tinmijnen en valt hierin de eigenaren aan. De revolutie van 1952 bracht een verandering van schrijfstijl. Voorheen werd er sociaal, realistisch geschreven maar nu existentieel en meer abstract werk zoals Los Deshabitados van Marcelo Quiroga (1931-80) dat gaat over de zinloosheid van werkelijkheid en ervaringen.

De guerrillaopstand van Ché Guevara en zijn executie in 1967 zorgden voor nieuwe inspiratie voor de schrijvers en een van de belangrijkste boeken is Los Fundadores del Alba van Renato Prada Oropeza (1969). Het gaat over twee jonge mannen; een is een fanatieke volgeling van Ché en de andere is soldaat zonder idealen die zijn dienst uitzit.

De jaren 70 en 80 van de 20e eeuw

Tijdens deze periode was er een beperking van vrijheid van schrijven opgelegd door het regime van dictators.

Hedendaagse literatuur

José W. Montes, Jonás y la ballena rosada (1987). Een komedie die later verfilmd werd en gaat over een leraar die een verhouding heeft met zijn schoonzus, terwijl hij ondertussen de druk, die de excentrische familie van zijn vrouw op hem uitoefent, moet weten te weerstaan.

Rosario Santos, The Fat Man from La Paz (2003). Een verzameling van 20 goede, korte verhalen geschreven door hedendaagse Boliviaanse schrijvers die verschillende onderwerpen bevatten over het leven in Bolivia in het algemeen.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia