Architectuur
Pas vanaf de komst van de Spanjaarden werd voor de constructie van belangrijke gebouwen veelvuldig gebruikgemaakt van steen als bouwmateriaal. Zoals in het vorige hoofdstuk al te berde werd gebracht was het beleid van de Spanjaarden erop gericht de inheemse bevolking meer te concentreren in grotere nederzettingen. Aldus bevonden de 'indios' (ofwel 'indianen', zoals de bewoners door de Spanjaarden werden aangeduid) zich binnen het bereik van de kerkklokken en waren ze beter onder controle te houden. De in het centrum geplaatste kerk was veruit het meest indrukwekkende bouwwerk van het dorp. Het feit dat de Spanjaarden de archipel lange tijd beheerd hebben als subkolonie van Mexico heeft een duidelijk Spaans-Mexicaans stempel gedrukt op de Filippijnse cultuur en de talrijke, imposante kerkgebouwen vormen daarvan de belangrijkste monumenten.
De architectuur werd in eerste instantie bepaald door de in Spanje en Mexico toegepaste bouwstijlen, maar het karakter van de bouwwerken werd mede beïnvloed door lokale factoren. Zo moesten de kerken bestand zijn tegen het vochtige tropische klimaat en de plaatselijk regelmatig voorkomende cyclonen en aardbevingen. Ook fungeerden de gebouwen als vluchtplaats tijdens overvallen door islamitische zeerovers. De koloniale kerken op de Filippijnen zijn daardoor vaak brede en relatief lage, nogal massief ogende bouwwerken. De muren zijn aan de buitenzijde dikwijls voorzien van zware steunpilaren en vooral de voorgevel ziet er meestal erg indrukwekkend uit. De architectuur van dit type kerken wordt vaak gekenschetst als 'aardschok-barok'. Voor vrij veel kerken werd als bouwmateriaal gebruikgemaakt van een duurzaam soort rode stenen die vervaardigd zijn uit een mengsel van koraalkalk en suikerrietsap. In verhouding tot het aantal kerken zijn er vrij weinig burgerlijke en militaire bouwwerken uit de Spaanse tijd behouden gebleven. Intramuros, de oude vestingstad die thans het centrum vormt van Manila, heeft zware schade geleden als gevolg van hevige bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Een plaats waar nog relatief veel koloniale bouwwerken zijn overgebleven is Vigan, de hoofdstad van de provincie Ilocos Sur in het noordwestelijk deel van Luzon. De oude straten van Vigan roepen een atmosfeer op van een Spaanse of eerder nog een Mexicaanse provinciestad. De kuststreek van Noordwest-Luzon (Ilocandia) was tijdens de Spaanse koloniale tijd een belangrijk bolwerk van augustijner monniken en behalve in Vigan zijn ook in andere plaatsen in dit gebied fraaie cultuurmonumenten (vooral kerken) te vinden. Andere delen van de Filippijnen waar men nog indrukwekkende Spaanse kerkgebouwen kan aantreffen zijn vooral Centraal-Luzon (vooral rond Laguna de Bay) en verschillende eilanden in het Visaya-gebied (met name Bohol, Cebu en Panay). In de islamitische gebieden in het zuiden van de Filippijnen, waar de Spanjaarden slechts een beperkte invloed hebben gehad, vormen moskeeën de meest opvallende cultuurmonumenten.
Tijdens de 20e eeuw heeft de architectuur op de Filippijnen veel Amerikaanse invloeden ondergaan. Hiervan getuigen onder andere verscheidene openbare gebouwen die voor de Tweede Wereldoorlog gebouwd zijn en welke door hun nieuw-klassieke bouw herinneren aan bepaalde monumentale gebouwen in Washington. De naoorlogse strakke hoogbouw die het gezicht bepaalt van sommige dure wijken in Manila heeft ook een typisch Amerikaans karakter. Zo wordt de Ayala Avenue in de wijk Makati ook wel 'Wall Street van Metro Manila' genoemd.