In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat de kustvlakte en het noorden een Middellandse-Zeeklimaat of halfdroog steppeklimaat heeft; zuid- en oostwaarts hiervan ligt een overgangszone tussen steppe- en woestijnklimaat. Het midden en zuidelijk deel van de Jordaanslenk en de Negevwoestijn worden gekenmerkt door een droog, subtropisch klimaat of woestijnklimaat. Het klimaatsysteem van Köppen deelt Israël als volgt in: De kustvlakte en het noorden heeft een Csa-klimaat, dat wil zeggen een Middellandse-Zeeklimaat met een droge zomer (de natste wintermaand heeft drie maal zoveel neerslag als de droogste zomermaand) en met ten minste een zomermaand die gemiddeld warmer is dan 22 °C. De eerder genoemde overgangszone heeft een BSh-klimaat, dat wil zeggen een droog en heet steppeklimaat. Het midden en zuidelijk deel van de Jordaanslenk en de Negevwoestijn hebben een BWh-klimaat, dat wil zeggen een droog en heet woestijnklimaat.

In het midden van de zomer (van april tot oktober) is het op veel plaatsen warm tot zeer warm, maar in het bergland (inclusief Jeruzalem en Safed) is het koeler dan in andere delen van het land, als gevolg van de hoogte. Aan de stranden van de Middellandse Zee brengt de zeewind de nodige verkoeling.

In de winter (van november tot maart) kan het in de heuvelachtige gebieden koud zijn, vooral s’nachts. De temperatuurverschillen tussen zomer en winter zijn daar het grootst. In de kuststrook is het klimaat zacht en gematigd. Periodes van regen worden onderbroken door zonneschijn. De meeste regen valt voornamelijk in de maanden december, januari en februari. De hoogste neerslag wordt gemeten in de kustvlakte, het Carmelgebergte en het gebied rond Jeruzalem. Meer oostwaarts regent het in die maanden ook, maar in mindere mate. In het gebied rond de Dode Zee en in de Negevwoestijn is de neerslag zeer gering. Voor een wintervakantie zijn het Meer van Galilea en de omgeving van Eilat zeer geschikt, omdat het er in deze periode zonnig is met zeer aangename temperaturen. Israël is dus een vakantieland gedurende het hele jaar. Wanneer in Jeruzalem de kachels branden, kan men aan het Meer van Galilea of op het strand van Eilat in badpak genieten van de brandende zon.

In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat de kustvlakte en het noorden een Middellandse-Zeeklimaat of halfdroog steppeklimaat heeft; zuid- en oostwaarts hiervan ligt een overgangszone tussen steppe- en woestijnklimaat. Het midden en zuidelijk deel van de Jordaanslenk en de Negevwoestijn worden gekenmerkt door een droog, subtropisch klimaat of woestijnklimaat.

Het klimaatsysteem van Köppen deelt Israël als volgt in:

De kustvlakte en het noorden heeft een Csa-klimaat, dat wil zeggen een Middellandse-Zeeklimaat met een droge zomer (de natste wintermaand heeft drie maal zoveel neerslag als de droogste zomermaand) en met ten minste een zomermaand die gemiddeld warmer is dan 22 °C.

De eerder genoemde overgangszone heeft een BSh-klimaat, dat wil zeggen een droog en heet steppeklimaat. Het midden en zuidelijk deel van de Jordaanslenk en de Negevwoestijn hebben een BWh-klimaat, dat wil zeggen een droog en heet woestijnklimaat.

Onderstaand staatje met minimum- (nacht) en maximum- (dag) temperaturen is gebaseerd op gemiddelden, genomen over een periode van 30 jaar. De waarden zijn aangegeven in graden Celsius.