Anjerrevolutie
In 1974 verscheen in Portugal een opmerkelijk boek. De voormalige gouverneur van Portugees Guinee en plaatsvervangend stafchef van het leger, generaal Antonio Ribeiro de Spínola, plaatste met het boek ‘Portugal e o Futuro’ (‘Portugal en de toekomst’) onverwacht een tijdbom onder het bewind van dictator Caetano.
De Spínola maakte op openhartige wijze duidelijk dat de strijd in de koloniën nooit gewonnen kon worden en dat het beter zou zijn als Portugal zich uit Afrika terugtrok. Caetano ontsloeg De Spínola maar moest kort daarna zelf het veld ruimen toen de generaal samen met stafchef Françisco da Costa Gomes terugkeerde aan het hoofd van de Movimento das Forças Armadas, de progressieve Beweging van de Strijdkrachten.
De politieke omwenteling verliep in alle rust. Soldaten met rode anjers in de geweerlopen posteerden zich op de belangrijkste kruispunten van Lissabon en Porto en bezetten regeringsgebouwen. Op 15 mei werd De Spínola als president beëdigd.
De junta herstelde de burgerlijke vrijheden, liet duizenden politieke gevangenen vrij, ontbond de PIDE en begon met de dekolonisatie van de overzeese gebiedsdelen. De Beweging van de Strijdkrachten maakte echter onder aanvoering van de Partido Comunista Português (PCP), de Communistische Partij Portugal, al snel een ruk naar links en Spínola werd als ‘reactionair’ aan de kant geschoven door jonge marxistische militairen; generaal Da Costa Gomes nam het roer over en maakte de weg vrij voor een grondwet naar Oost-Europees model. De revolutie at zijn eigen kinderen op.
Vrije verkiezingen
De eerste vrije verkiezingen sinds 1926 die op 25 april 1976 werden gehouden, brachten echter niet als verwacht de communisten aan de macht, maar de socialisten onder aanvoering van Mário Soares die een minderheidsregering vormde; de gematigde generaal António Eanes werd in datzelfde jaar tot staatshoofd gekozen; hij zou in 1980 worden herkozen. Het kabinet van Soares was geen lang leven beschoren – nieuwe verkiezingen in 1979 brachten meer politieke duidelijkheid. Grote overwinnaar werd de Alliança Democrática, een centrumrechts samenwerkingsverband van liberalen en christendemocraten. De coalitie kwam echter niet aan regeren toe. Niet alleen door de onderlinge verdeeldheid, maar ook door de opeenstapeling van economische en sociale problemen. Die vonden hun katalysator in de communistische vakcentrale Intersindical die het land verlamde met demonstraties en stakingen. Vervroegde algemene verkiezingen brachten in 1983 voor de tweede maal na de Anjerrevolutie Mário Soares aan de macht. Dit maal gingen de socialisten een coalitie aan met de sociaal-democratische PSD.Verloren idealen
De centrumlinkse regering kreeg niet alleen te maken met omvangrijke stakingen in de industrie, maar ook in de landbouw namen de problemen hand over hand toe: grootgrondbezitters namen tegen gerechtelijke uitspraken in met geweld opnieuw bezit van hun tijdens de Anjerrevolutie onteigende landerijen. Ook stak in Portugal het terrorisme de kop op. De Forças Populares 25de Abril (FP-25) pleegde vanaf 1984 tientallen politieke moorden en bomaanslagen. Later werd als leider van deze terreurorganisatie de voormalige held van de Anjerrevolutie, luitenant-kolonel Otelo Saraiva de Carvalho ontmaskerd. Carvalho trachtte tevergeefs de idealen van april ’74 met geweld te redden. Politiek bleef het intussen tobben. Het kabinet-Soares kwam ten val en de socialisten leden bij de daarop volgende verkiezingen in oktober 1985 een gevoelige nederlaag. Ze werden afgestraft voor het harde bezuinigingsbeleid dat ze hadden gevoerd. Daarnaast lieten ook de socialisten zich maar weinig gelegen liggen aan de idealen van de jaren zeventig. Vanaf die tijd had de Portugese kiezer niet minder dan vijftien regeringen de revue zien passeren. De volgende die het mocht proberen was professor Cavaco Silva, leider van de centrum-democratische PSD (Partido Social Democrata). Cavaco Silva vormde een minderheidskabinet dat na zeventien maanden ten val kwam. Nieuwe verkiezingen in 1987 brachten hem echter definitief aan de macht. Intussen was tijdens de race om het presidentschap de joviale socialist dr. Mário Soares met steun van de communisten in het Belém-paleis beland. En daarmee kreeg Portugal zijn eerste burgerpresident.
Pestana Casino Park is gelegen in Funchal, op het Portugese eiland Madeira. Het 5-sterrenhotel bevindt zich op een rots met een prachtig...
Zonvakantie
10-daagse rondreis Portugal & Spaans Galicië
Ben je op zoek naar een heerlijke zonvakantie waar je heerlijk kunt ontspannen, maar waar ook genoeg te doen is in de...