Het Russisch is de standaardtaal, die overal wordt gesproken. Het Russisch wordt geschreven in het Cyrillische alfabet dat in de 10e eeuw was ontwikkeld door twee Griekse monniken. Met het Griekse alfabet als basis bedachten zij een schrift waarin de vele Slavische sis-klanken in tekens weren omgezet. Het Cyrillische alfabet wordt nu ook nog gebruikt in Bulgarije en Servië. In de Sovjettijd is de overheersing van het Russisch via het onderwijs vastgelegd en het is in de hoofden van de inwoners blijven steken. Bijna 99 % van de inwoners van Rusland is het Russisch machtig. Daarnaast wordt in de federale republieken een groot aantal andere talen gesproken. Ook in gebieden waar de inheemse bevolking haar eigen taal heeft is het Russisch echter dominant. De grootste inheemse talen zijn de Turkse talen Tataars, Basjkiers en Tsjoevasjisch, benevens het aan het Russisch verwante Oekraïens. Behalve bij het Tataars (3,5 %) komt het aantal sprekers van deze alternatieve talen niet boven 1 % van de bevolking. De vreemde taal die het meest door Russen wordt gesproken is overigens inmiddels het Engels.