Het hoofdgerecht van Sri Lanka is rijst met curry, het heetste voedsel ter wereld genoemd. Het woord 'curry' is afkomstig van het Tamilwoord kari (saus) en heeft dus niets met kerrie te maken. Curry bestaat uit een portie gele of witte rijst, waarbij een aantal schaaltjes behoren met daarop gerechten als stukjes en lapjes vlees, vis, kip, eieren, garnalen, groenten, uien en sambal (sambol in het Singalees). Een curry met ei, groenten of vis is in de regel aanmerkelijk goedkoper dan een curry met vlees! leder schaaltje bevat tevens een saus met aromatische kruiden. U bent niet voor niets in de aloude specerijtuin! En meestal is er chilly (chili) bij, de rode Spaanse peper die u lang blijft naproeven als de kok er scheutig mee is geweest. Beginnelingen moeten voorzichtig zijn met de scherpe rode chilly, het 'dynamiet voor vreemdelingen'. U kunt vragen naar een 'white curry', die wat milder is en niet zo scherp; hij is echter niet wit, maar geel. Witte curry's zijn gebaseerd op kokosmelk. De gewone curry's zijn echter voortreffelijk van smaak en dus is het beter aan het bedienend personeel te vragen of men de curry's wat milder wil bereiden. Als u alleen witte curry's eet mist u veel. Hoe roder de curry, hoe pikanter. Water biedt weinig lafenis voor het verhemelte, maar geraspte kokos daarentegen, opgediend in een schaaltje, en witte rijst hebben wel een verzachtende werking.

Inheemse specialiteiten

Naast de Sri Lankaanse (of beter Singalese) keuken zijn er ook gerechten uit de Moorse en de Tamiltraditie. De Tamilkeu ken sluit aan bij die van Zuidlndia en heeft een sterk vegetarische inslag. Een bekend gerecht is buryani, een mengsel van rijst, groenten en eventueel vlees of kip, gekookt in bouillon. De moslimkeuken kent uiteraard geen varkensvlees. Wat de rijst betreft hebben de moslims enkele eigen, bijzondere bereidingswijzen. Als delicatesse wordt beschouwd de lamprai, rijst die eerst wordt gekookt, samen met een niet te sterke curry, en daarna in bananenbladeren wordt gebakken. Hoppers zijn krokante, gebakken pannenkoekjes van rijstemeel. Ze worden veel gegeten; egg hoppers zijn een soort pannenkoeken met bruingerooster de randen, echter niet gemaakt van meel, maar van geraspte kokos. Over het hete gerecht wordt een vers ei geslagen dat daardoor licht wordt gebakken; het wordt gegeten met wat peper en zout of met boter en een milde kerrie. String hoppers zijn ringetjes van gestoomde rijst, waarbij curry en sambal, vis en groenten worden geserveerd.

Soep, vis en vlees

Een echte Sri Lankaanse soep is de mul lagatawny soup met rijst en gekruid met kerry. Veel gegeten worden schaaldieren, zoals kreeft en krab, langoest en garnaal. Vanuit de vissersplaats Negombo worden ze in kisten naar de restaurants van Colombo gebracht. Goede restaurants serveren ook een smakelijke kool vis en tong; de seer geldt als de beste vis van het eiland. Als vlees verschijnen nogal eens op tafel: kip, varkenskotelet, kalfslapje, lever en nieren. Het vlees wordt voornamelijk ingevoerd uit Australië en is bestemd voor hotels en rijke inwoners. Melk wordt in poedervorm ingevoerd, onder meer uit Nederland. Vis, vlees en groenten worden veelal gekookt in kokosmelk. Voor het bakken gebruikt men meestal heel hete kokosnootolie.

Dessert

Gebruikelijke nagerechten zijn fruit, taart, pudding, Engelse cake, vruchtencompote en daarna meestal thee. Curd is een soort yoghurt van buffel melk, die opgediend wordt met wat honing erover. Bolo fiado is een zoet gebak van feuilletéedeeg met nootjes en rozijnen. Fugetti is met rozenwater doordrenkte meloen, knapperig gebakken in een deeglaagje en bestrooid met kandijsuiker. Jaggery is een zoetigheid, bereid uit het nat van de kitulpalm, wattallam gebakken caramelvla.

Fruit

Dat Sri Lanka rijk is aan fruit ziet u aan de uitstallingen langs de wegen en op de markten in dorpen en steden. Bekende vruchten zijn meloen, ananas, avocado, grapefuit, kokosnoot, peer en aardbei. Bananen zijn er in twaalf soorten, van klein tot groot, van grijsgroen tot scharlakenrood. De mango is een groene tot rode vrucht met oranjekleurig vruchtvlees; Jaffna levert de beste. De papaya (papeta) is een peervormige vrucht met een groene schil en oranjerood vlees. De durian is een grote vrucht met bobbeltjes, lekker vlees, maar een gemene lucht (buiten opeten!). De rambutan (ramtun) heeft zoet, wit vruchtvlees. De mangoa heeft een harde paarsbruine schil met wit, geurig en sappig vlees. De kos (jackfruit, nangka) is een grote, zware en romige vrucht die aan de stam van de boom groeit.