Met deze tekst verwoordde de schrijver Alain Fournier zijn liefde voor de landstreek Berry. De tekst geeft met enkele woorden ook het uiterlijk van het landschap weer: een licht heuvelachtig kalksteenplateau, afgewisseld met velden vol granen, koolzaad en zonnebloemen. Dit alles omzoomd met bossen en houtwallen die vaak het zicht ontnemen: het land dat men slechts kan zien als men de takken opzij schuift. Het geeft ook aan dat het enige moeite kost om het gebied goed te leren kennen. De meeste reizigers nemen hier niet de tijd voor en reizen snel zuidwaarts richting Dordogne. De landstreek Berry bestaat uit twee departementen: Indre en Cher, beide vernoemd naar een rivier.

Centraal in het gebied ligt La Champagne Berrichone, een groot landbouwgebied met veelal grootschalige landbouwbedrijven. Ten westen van dit gebied ligt de Brenne, een uitgestrekt merengebied en een regionaal natuurpark. De zuidgrens van de Berry wordt gevormd door de Boischaut du Sud, een zacht glooiend gebied met bossen en weidenvelden, doorsneden met beken en rivieren. Opvallend zijn de heggen (bouchures) die de weidenvelden omsluiten.

In het departement Cher produceert men vier wijnsoorten die het noemen waard zijn: Menetou-Salon (A.O.C.); Sancerre (A.O.C.); Quincy-Reuilly (A.O.C.); en Châteaumeillant (V.D.Q.S.). In het algemeen zijn de witte wijnen geperst uit de druivensoort Sauvignon, terwijl de rode wijnen en de rosé uit de druivensoort Pinot Noir vervaardigt worden.

Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van Bourges, de hoofdstad van het departement Cher en de woonplaats van Jacques Coeur, de beroemde schatkistbewaarder van Karel VII. Daarna volgen kennismakingen met het renaissancekasteel van Meillant, de 12de-eeuwse abdij van Noirlac en het stadje Saint-Amand-Montrond, het regionale centrum van de Boischaut du Sud. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het dorp Drevant, het 17de-eeuwse kasteel van Lignières en het zwaar versterkte kasteel van Ainay-le-Vieil. Daarna volgen beschrijvingen van Épineuil-le-Fleuriel, het kasteel van Culan, het middeleeuwse stadje Apremont-sur-Allier, de tuin van het Château de Villiers, de kastelen van Maupas en Menetou-Salon, La Chapelle-d'Angillon, de kastelen van Boucard en van de Verrerie, Aubigny-sur-Nère, het heksenmuseum in Concressault en het kasteel van Blancafort.

De volgende paragraaf beschrijft het departement Indre met schetsen van Châteauroux, de hoofdstad van het departement, en de dorpen La Châtre en Nohant. In deze twee dorpen vindt u herinneringen aan de 19de-eeuwse schrijfster George Sand. Het hoofdstuk besluit met beschrijvingen van het Parc Naturel Régional de la Brenne en de dorpen Mézières-en-Brenne en Le Blanc.

Door de twee departementen zijn rondritten samengesteld. Wilt u de beschreven dorpen, steden en bezienswaardigheden bezichtigen, dan is het beter om per dag slechts een deel van een rondrit te rijden.