De Ruïnes van Copán

Swipe

De Gran Plaza (de ceremoniële hof)

De ceremoniële hof is een grote, tegenwoordig met gras bedekte vlakte die de noordkant van de ruïnes begrenst en aan drie kanten omgeven wordt door lange lage trappen. Deze werden ook gebruikt als zitplaatsen tijdens grote evenementen die plaatsvonden op de Gran Plaza. Er staan 8 stèles van 3 à 4 m hoogte waarop aan één of beide kanten een kleine man afgebeeld staat. Stephens noemde hen ‘vergoddelijkte koningen en helden’ en hun schrift vermeldde volgens hem de geschiedenis van deze heersers. In de 20e eeuw geloofden de archeologen dat deze personen goden of priester-astronomen verbeelden waarbij het schrift gezien werd als het verslag van astronomische berekeningen en het verstrijken van de tijd. De laatste 30 jaar is duidelijk geworden dat Stephens het indertijd juist gezien had en dat de personen op de stèles de heersers van Copán zijn.

De stèles op de Gran Plaza dateren uit de regeringsperiode van 18 Konijn, de 13e heerser van Copán. De heersers op de stèles zijn alle enigszins op dezelfde manier afgebeeld: ze houden de voeten naast elkaar; de armen voor de borst en in de handen ligt vaak een staf, het symbool van heerschappij. Hun kleding bestaat uit een borstsieraad, een rijk versierde lendendoek en sandalen met enkelstukken. Een derde van het beeld bestaat uit de zeer ingewikkelde en volumineuze hoofdtooi. Verder worden er nog vele dierlijke en menselijke elementen afgebeeld die de verschillende goden voorstellen, waarbij ook het kwaad in de vorm van monsters niet vergeten wordt. Alle personen kijken in oostelijke richting en hun basis bestaat uit een holle kruisvormige offerkamer. De zijkanten en achterkanten van de stèles zijn gevuld met hiërogliefen, die men grotendeels heeft kunnen ontcijferen. Daaruit blijkt onder meer om welke heerser het gaat.

Naast de stèles staan vaak zware monumenten, die men altaren of offerstenen genoemd heeft, maar waarvan men de functie eigenlijk niet kent. Ze zijn qua grootte en vorm zeer verschillend. De oudere altaren zijn vrij eenvoudig, hebben een rechthoekige of ronde vorm en zijn bijna helemaal met hiërogliefen bedekt, terwijl de jongere geen teksten en jaartallen hebben en overdadig versierd zijn. Degene die duidelijk dierlijke vormen hebben, worden zoömorfen genoemd. Ook deze altaren, offerstenen en zoömorfen waren gedeeltelijk bedolven en moesten uitgegraven worden. Tijdens de restauratie van de stèles waarmee men in 1935 begon, besloot men de incomplete stèles met een letter aan te geven, terwijl de gebroken stèles met een cijfer worden aangeduid.

Stèle A staat in het midden van de ceremoniële hof en heeft een basis met een open grafkamer zodat de constructie zichtbaar is. In deze grafkamers werden offers gevonden, zoals aardewerk, kralen van jade en soms menselijke botten. Op deze stèle zijn hiërogliefen met symbolen van Copán, Tikal, Palenque (Mexico) en Calalkmul, een onbekende vierde stad, aangetroffen die de vier belangrijkste Maya-steden aanduiden. Zij vormden waarschijnlijk een grote regionale staat op basis van gezamenlijk leiderschap. Het altaar ervoor heeft de tand des tijds nauwelijks doorstaan; de versieringen zijn geheel verdwenen.

Iets naar het noorden staat stèle 4, een wat ‘jongere’ stèle die in 1892 door onder anderen Maudslay werd opgegraven. Het bijbehorende altaar wordt ‘offersteen’ genoemd vanwege de spiraalvormige groeven die voor drainagedoeleinden dienden. Men neemt dan ook aan dat op deze plaats, in het midden van de plaza, mensen zijn geofferd.

Stèle B ligt even ten noorden van stèle 4. Het gezicht van de figuur lijkt een van de kin afhangende baard te hebben net zoals de oude Egyptische beelden. Zijn tegen elkaar gevouwen handen doen oosters aan. Het bovenste deel van de stèle bevat twee kleine figuren, die de hoofdtooi begrenzen en tot diverse speculaties hebben geleid. Eerst werd er aan slurven van olifanten gedacht, maar later maakten Morley c.s. duidelijk dat het om papegaaien (Guacamayos) gaat waarvan de koppen en snavels afgebeeld zijn. Anderen zien er een mengvorm van een papegaai en een tapir in, omdat dit laatste dier met zijn lange snuit vaak een symbool van de regengod is. In de Maya-mythologie komt de tapir Tzimin vaak samen voor met de regengod Chac, aangezien het dier in het regenwoud leeft. Ten slotte staat in de annalen van de Cakchiquels vermeld dat de maïs waarvan de mens geschapen werd o.a. bestaat uit het bloed van de slang en de tapir.

Stèle C is de enige stèle waarop aan beide kanten een menselijke figuur staat afgebeeld, namelijk 18 Konijn als jonge man; aan zijn gordel hangt een krokodillenhoofd. De oorspronkelijke rode verf waarmee alle stèles destijds beschilderd waren, is hier nog duidelijk te zien. De heerser staat op een vierkant altaar waarop twee vastgebonden figuren te zien zijn evenals een derde dikke persoon. De twee figuren symboliseren de oude, boze god Mam en de jonge maïsgod Tzultacá, waarbij de laatste de overwinning behaalde. Zo overwon het nieuwe tijdperk het oude. Bij deze stèle staan twee altaren, waarvan het westelijke een schildpad voorstelt, terwijl het oostelijke niet bewerkt is.

Stèle D aan de noordkant van de plaza naast de trappen, heeft aan de achterkant twee kolommen ongewone hiërogliefen, die uit combinaties van zittende menselijke figuren en dieren bestaan. Het altaar ertegenover bestaat uit twee groteske afbeeldingen van de regengod Chac.

Stèle F staat ten oosten van stèle C. Het ambtsgewaad van de figuur dat versierd is met veren, loopt van de voorkant door naar de achterkant en omlijst daar de hiërogliefen. De hiërogliefen zijn op hun beurt weer omringd met een dik koord. Het altaar is een vierkoppige zoömorf met duidelijke bovenkaken.

Altaar G is het laatst gedateerde beeldhouwwerk, uit 802 na Chr. Het bestaat uit drie tweekoppige slangen of draken; de grootste heeft duidelijke bovenkaken waarin een half verzwolgen menselijke figuur is te zien.

Stèle H is een van de best bewaarde en mooiste stèles waarop wederom 18 Konijn afgebeeld staat. Heel lang heeft men gedacht dat het om een vrouw ging, vanwege het lange kledingstuk met kralen van jade waaronder een jaguarhuid zichtbaar is. Tijdens de regering van 18 Konijn werd het hoogste culturele niveau in esthetisch en technisch opzicht bereikt. In het offerblok beneden de stèle werden twee voeten van een gouden figuur gevonden, waarvan het goud waarschijnlijk afkomstig is uit Panama of Colombia. Het bijbehorende zoömorfische altaar is zwaar beschadigd.

Stèle I staat in een nis in de zuidoosthoek van de Gran Plaza. Het is een van de oudste beeldhouwwerken van deze groep vanwege de ondiepe bewerking waaruit blijkt dat men net was overgegaan van hout- naar steenbewerking. De gezichten van de afgebeelde personen zijn bedekt door een masker. Het bijbehorende altaar bevat hiërogliefen.

Stèle J staat aan het oostelijke einde van de centrale hof. Op deze stèle is geen persoon afgebeeld en ze is helemaal bedekt met hiërogliefen die een petate (mat) vormen. Deze unieke vorm is alleen gevonden in Quiriguá.

Rondreizen

Groepsrondreis Guatemala

Tijdens deze avontuurlijke rondreis door Guatemala ontdek je de prachtige, ongerepte natuur, de kleurrijke inwoners en de oude koloniale gebouwen. We brengen...

v.a. 2129.00 p.p.

10 prachtige bestemmingen in De Gran Plaza (de ceremoniële hof) en Guatemala