Het noordelijke deel van het eiland wijkt erg af van het midden en zuiden. Hier wonen vooral Tamils, die het hindoeïsme belijden. Het droge kalksteenlandschap wordt afgewisseld door woestijnachtige gedeelten met oasedorpjes, palmengroepen en zandige gebieden. Het klimaat is er heet en droog. De kuststreek kent kalksteenholen, zandduinen, lagunen, moerassen met zoutminnende mangrovebomen, zoutpannen, veel eilandjes en koraalriffen. Er zijn ook getijdebronnen waarvan het water daalt en rijst met de bewegingen van eb en vloed. Vanuit Vavuniya aan de centrale route noordwaarts voert een zijweg naar het eiland Mannar. Als u de Elephant Pass - hierover trokken de olifanten uit het zuiden naar het schiereiland Jaffna - passeert, ziet u veel stukjes grond die door Tamils in cultuur zijn gebracht. De bodem levert dankzij irrigatie onder andere rijst, chili, uien, tabak, groente en fruit, met name mango's. De kokospalmen maken hier plaats voor de palmyrapalmen, een soort waaierpalmen met een bijna ronde bladerkroon. Het schiereiland Jaffna en de stad Jaffna vormden het centrum van de naar een zelfstandige staat strevende Tamil-beweging.