Yaguajay
Camilo Cienfuegos Gorriarán (1932-1959)
Camilo, zoals hij algemeen bekend staat, werd geboren in Havana op 6 februari 1932. Hij hoorde bij de groep van Cubanen die samen met Fidel en Raúl Castro en Che Guevara na de landing met de Granma zich hergroepeerden in de bergen van de Sierra Maestra. Hij werd een van de beste vrienden van Fidel Castro die hem omvormde van een man die op alles schoot wat bewoog tot een strateeg van grote klasse. In 1958 werd hij bevorderd tot ‘commandante’ en kreeg hij het bevel over de derde colonne, een legereenheid van ongeveer 700 man. De andere twee colonnes stonden onder leiding van de veel bekender geworden Che Guevara en van Jaime Vega. De colonne van de laatste werd tijdens de opmars in de richting van Santa Clara door de troepen van Batista in een hinderlaag gelokt en uitgeschakeld. De eenheden van Che en Camilo trokken afzonderlijk naar het westen waarbij Che zich vooral richtte op de grote stad Santa Clara en Camilo op het veel kleinere, maar in strategisch opzicht niet minder belangrijke, Yaguajay. De strijd was lang en heftig en Camilo kwam uiteindelijk als overwinnaar uit de strijd dankzij het gebrek aan munitie bij de troepen van Batista onder leiding van kapitein Lee (lees voor meer details de beschrijving bij Yaguajay). Camilo kreeg de bijnaam ‘Held van Yaguajay’. Het succes van beide colonnes legde de basis voor het slagen van de revolutie en het vertrek van Batista. Camilo leidde de intocht in Havana en zijn troepen (slechts 500 man) ontwapenden meer dan 10.000 soldaten van Batista.
Na de revolutie kwam hij bij het opperbevel van het leger en hield zich in die functie vooral bezig met de ‘zuivering’ onder contrarevolutionairen. Verder was hij belast met de hervorming van de landbouw. Zijn politieke houding was niet onomstreden, er wordt zelfs beweerd dat hij een anticommunist was en allerminst een aanhanger van de socialistische idealen. Hij zou meer tot het marxisme neigen, zoals Che Guevara, dan tot het leninisme van Fidel Castro.
Kort na zijn installatie als president hield Fidel Castro een van zijn beroemde lange redevoeringen op de Plaza de la Revolución, aangehoord en toegejuicht door bijna twee miljoen Cubanen. Op enig moment verscheen Camilo op het plein, aanvankelijk zonder herkend te worden. Toen enkele van de toehoorders in de gaten kregen wie het was, ging zijn naam als een lopend vuurtje door de massa. Schoorvoetend ontstond een applaus, resulterend in een geweldige ovatie. Fidel Castro, aanvankelijk ontstemd, onderkende wat er aan de hand was en toen de menigte zich weer opmaakte om aandacht aan zijn toespraak te schenken sprak hij de woorden: ‘Comó está Camilo?’ (hoe gaat het Camilo?), waarop deze antwoordde: ‘Vas bien Fidel’ (Het gaat goed Fidel). Waarna Castro zijn rede voortzette.
Tijdens een vlucht met een Cessna van Camagüey naar Havana op 28 oktober 1959 verongelukte het toestel boven de Caribische Zee en niemand heeft ooit meer iets van Camilo gehoord. Vooral gevluchte Cubanen in Florida beweerden dat Fidel Castro de Cubaanse luchtmacht opdracht had gegeven om het vliegtuig uit de lucht te schieten maar dat is altijd door hem ontkend en ook nooit bewezen. Historici die het verhaal diepgaand onderzochten kwamen dan ook tot de conclusie dat het een ongeluk geweest moet zijn. De dag dat hij verdween werd uitgeroepen tot nationale feestdag en kinderen werpen op die dag bloemen in de Caribische Zee en roepen daarbij ‘Una flora para Camilo’ (een bloem voor Camilo).
Op de Plaza de la Revolución in Havana ziet u twee geweldige portretten. Dat het ene (het portret op het ministerie van Binnenlandse Zaken) dat van Che is, is overduidelijk. Het portret op het ministerie van Communicatie is dat van Camilo en werd pas in de jaren negentig aangebracht. Het onderschrift? ‘Vas bien Fidel’.
Provincie Sancti Spíritus
Familiereis-Tweepersoonskamer
Rondreizen-Hotel