Voor de liefhebbers is de oude markthal, de Mercado de São Pedro een bezoekje waard. Hier is de grootste visafslag van de hele deelstaat, met een weekomzet van meer dan 50.000 kg. Niterói heeft een prachtig park (Parque da Cidade) en in het historische stadje staan enkele kerken en musea die veel vertellen over de geschiedenis van deze stad. Hier in deze ’buurstad’ woont menig carioca, die het zich kan veroorloven.

De zonnekust

Ten noorden van de stad Rio ligt de zonnekust die begint bij Niterói, aan de overkant van de Guanabarabaai. De kustplaatsen hier zijn tropischer en droger dan die ten zuiden van Rio. Plaatsen met mooie stranden zijn Jurujuba, Maricá na 60 km, Saquarema (90 km), Araruama (110 km), São Pedro da Aldeia en Bùzios (142 km), Cabo Frio (168 km) en ten slotte Barra de São João (206 km). (De kustroute van Rio naar de volgende staatshoofdstad Vitória is 500 km.)

Buzios zet zichzelf op de kaart als de meest internationele badplaats van de regio. Er komen veel buitenlandse gasten, vooral omdat het voor de meeste carioca’s te duur is.

Pórtico, toeristenbureau, Trevo de Cem Praças 1374; tel. 022-26232099. Vooral wanneer het in het zuiden nog kil en winters is (naar Braziliaanse begrippen althans) zijn de noordelijke stranden favoriet. Bij elke plaats zijn een of meer stranden en sfeervolle boulevards. Alle genoemde plaatsen zijn berekend op het ontvangen van gasten. De meest karakteristieke stad van deze rij is Cabo Frio waar het 17e-eeuwse stadscentrum bewaard is gebleven met bijvoorbeeld de kerk Nossa Senhora da Assunção, waarvan de bouw begon in 1615 en voltooid werd in 1666. Ook São Pedro da Aldeia is een oude stad, als havenstadje ontstaan in de 17e eeuw.

Costa Verde (De groene kust)

Ten zuiden van Rio de janeiro ligt een ruim 250 km lange ‘groene’ kust met enkele gerenommeerde badplaatsen en tientallen prachtige stranden. Een tochtje langs de BR 101 geeft ook zicht op het mooie intact gebleven Atlantische regenwoud aan de ene kant van de weg en de tientallen eilanden aan de andere kant. Want de weg loopt vaak dicht langs het strand. De belangrijkste centra zijn na 82 km Itacuruçá, Angra dos Reis na 151 km en Parati 241 km ten zuiden van Rio. Vanuit deze plaatsen gaan verschillende boottochten naar tropische eilanden langs de kust in de baai van Sepetiba.

Itacuruçá en het gelijknamige eiland zijn berekend op dagtoerisme en hebben faciliteiten voor boottochten en overnachtingen in de stad zelf en op het eiland. Angra dos Reis heeft een omvangrijker pakket voorzieningen. Er is een haven, waar Verolme een scheepswerf bouwde en in de groene kuststrook is Petrobras eveneens actief. De stad zelf heeft moderne stranden en een karakteristiek historisch centrum. Verschillende maatschappijen organiseren tochtjes met plezierboten naar de voor de kust liggende eilanden die eveneens prachtige stranden hebben in een groen decor met helder water. Met een eenvoudige snorkel op – op de meeste boten voor alle passagiers beschikbaar – kan men onder water kijken naar de vissen, stenen, planten en de professionele duikers.

Bekende eilanden zijn Ilha Grande en Jauguanum. Het eerstgenoemde eiland heeft een oppervlakte van 150 km² en een groot aantal rustige en mooie stranden met Vila do Abraão als de belangrijkste woonconcentratie (1000 inwoners). Er is ook een aantal hotels en restaurants. Er zijn zelfs twee campings. Het eiland is al sinds de 16e eeuw bewoond, oorspronkelijk door piraten en misschien heeft men dat feit in gedachten gehad toen besloten werd hier een gevangenis voor langgestraften neer te zetten. Een herbergje uit de 16e eeuw doet overigens vermoeden dat het hier voor de piraten van toen gezelliger was dan voor de gevangenisbewoners van nu.

Het eiland is verder bekend vanwege het feit dat keizer Pedro I hier zijn laatste nacht op Braziliaans gebied doorbracht voor zijn definitieve vertrek naar Portugal. De omgeving hier is echter zo fraai dat menigeen er goed aan doet langer dan één nacht te verblijven. Erger nog, wie er een maand moet blijven heeft de vakantie van zijn leven: wandelen over authentieke wandelpaden, vlak gelopen door de oorspronkelijke bewoners de Tupinambá-Indianen, zwemmen en genieten van de nog oorspronkelijke bebouwing van de dorpjes.

In Rio kan men daarvoor boeken bij reisagenten. Probleem is dat er een numeris fixus is afgesproken: niet meer dan zoveel gasten. Dus de kans dat het lukt, mag u niet hoger inschatten dan 50%.

Parati is behalve als havenplaats ook als historisch stadje zeer de moeite waard. U mag dit in de rij zetten met Ouro Preto en Olinda (bij Recife). De geschiedenis van Parati begint in 1630 en heel lang was het de belangrijkste uitvoerhaven van koffie en goud en het punt waar de zakenlieden uit São Paulo en Rio de Janeiro elkaar troffen. De straten hebben nog een klassieke vormgeving en veel gebouwen en huizen dateren uit de 18e en 19e eeuw. Vandaag de dag is het een geliefd vakantiecentrum voor de inwoners van São Paulo en staat het als cultuurmonument onder bescherming van de UNESCO.

30 km ten zuiden van Parati ligt Vila de Trinidad. Wie maar niet kan slagen een goed strand te vinden langs de Atlantische Oceaan, moet het hier eens proberen. Beauties van stranden en een prachtig waterbekken waar vissen voor het opscheppen rondzwemmen.

Enkele plaatsen landinwaarts kunnen een heel goede bestemming zijn voor een dagtrip. Petropólis, gelegen op 66 km vanaf Rio, werd bekend als het keizerlijke buiten, maar menig welgestelde carioca heeft er nu zijn tweede huis. Het is er – in de bergen – in de zomer frisser dan langs het strand van de stad. Door een kijkje te nemen in het keizerlijk paleis van toen krijgt men een goed beeld van het leven en de instelling van de toenmalige keizers Pedro I en II en hun familieleden. De stad, die om vooral relationele redenen naar keizer Pedro werd vernoemd telt nu bijna 300.000 mensen van wie een deel van het toerisme leeft. Antieke paard-en-wagens en bokkenwagens met zorgvuldig gekozen koetsiers willen u graag door de oude keizerlijke lanen rijden.

De Catedral van de São Pedro de Alcãntara is een mooie Frans-gotische kerk. Palácio de Cristal (1884) is de feesttent van de veel hier wonende oorspronkelijke Duitsers. Het gebouw is in Frankrijk ontworpen en gemaakt en hier in elkaar gezet. Ook het woonhuis van de vliegtuigbouwer Albert Santos Dumont is te bezichtigen, evenals het Casa de Stefan Zweig, die hier met zijn vrouw vanuit Oos-tenrijk is komen wonen. Kennelijk vonden zij zelfs hier niet het nodige levensgeluk, want zij pleegden hier zelfmoord.

Ongeveer 6 km voor Petropólis aan de weg vanaf Rio ligt aan een groot meer een luxueus hotel, dat een Duits Kurort zou kunnen zijn. Het is het hotel Guitandenka dat in 1945 voltooid werd. Teresópolis – op 91 km van Rio – werd genoemd naar Tereza Cristina, de echtgenote van keizer Pedro II. De stad werd ontworpen in 1880, maar de eerste bewoners kwamen pas in 1891 toen de keizer reeds voor altijd vertrokken was. Het is een pittoresk plaatsje, mooi gelegen in de bergen, met een fraai park: Serra dos Orgãos.

Nova Friburgo, 77 km verder landinwaarts, voorbij Teresópolis en 150 km van Rio de Janeiro is een mooi gelegen provinciestad. De Duitse invloed bij de stichting is nog te zien, getuige de in de typisch Beierse stijl opgetrokken vakwerkhuizen. Nova Friburgo, een centrum van fruit- en bloementeelt, is een belangrijk toeristisch centrum met veel hotels en zelfs vier campings in de bergen rond de stad, onder andere de Prio da Caledônia, 2310 meter boven de zeespiegel.