Zanzibar-stad
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het oude deel van de stad Zanzibar en het nieuwe gedeelte, gescheiden door een brede weg, de Creek Road. Het oude historische gedeelte heet Stone Town. U zult er, zélfs als u gebruikmaakt van een goede plattegrond, verdwalen. Dat geeft niet, Stone Town is een soort schiereiland met de Creek Road als basis. Mocht u evenwel te veel op hetzelfde punt uitkomen, dan is er altijd wel iemand bereid om u verder te helpen.
Er zijn nogal wat ‘vriendelijke’ mensen die zullen aanbieden u te begeleiden, onderweg maken ze van de gelegenheid gebruik u hun (grote) nood te klagen. Niet doen dus, als u een gidsje gelezen heeft dat in uw hotel waarschijnlijk voorhanden is, bent u al meer vergeten van Stone Town dan dat zij ooit zullen weten.
Op uw gemak Stone Town (in 2000 door UNESCO aangewezen als werelderfgoed) bekijken kost minimaal een dag. Om een goede indruk te krijgen van Stone Town begint u uw rondgang op de markt aan Creek Road. Letterlijk wordt u hier in geuren en kleuren uit de doeken gedaan wat Zanzibar te bieden heeft. Op de vismarkt ziet u de meest exotische vissen en op de kippenmarkt krijgt uw medeleven met dieren in het algemeen en met de huisvesting en slachting van kippen in het bijzonder, ineens een andere dimensie. Bepaald geen plaats voor mensen met een zwakke maag.
Wellicht heeft u het halve eiland al afgezocht naar iets alcoholhoudend, het is in grote hoeveelheden in de gebouwen langs de markt te koop, als u maar gebruikmaakt van de achteringangen ten opzichte van Creek Road.
Nét om de hoek vindt u de Anglican Church of Christ. De kerk werd in 1887 gebouwd op de plaats waar vroeger de slavenmarkt was. Veel herinnert daaraan, o.a. het in 1998 gereedgekomen monument met sculpturen van de Zweedse beeldhouwster Clara Sornas. De grond waarin de ‘slavenput’ zich bevindt is door de priesters aan de kunstenares, die zich inzet voor jonge Tanzaniaanse kunstenaars, geschonken. De kerk zelf is een bezoek eveneens waard. In de kerk, waarvan men beweert dat de granieten zuilen die het dak dragen ondersteboven zijn geplaatst, bevindt zich links voorin een klein houten crucifix. Het hout waarvan dit gemaakt is zou afkomstig zijn van de boom waaronder het hart van de ontdekkingsreiziger Livingstone begraven werd. De marmeren doopvont is indrukwekkend, hetgeen ook gezegd kan worden van het houtsnijwerk waarmee de deuren zijn versierd. Het orgel dateert uit 1880 en werd in Engeland gebouwd, het is nog steeds in gebruik. De bel in de klokkentoren werd geschonken door sultan Barghash onder voorwaarde dat de toren niet hoger zou worden dan zijn paleis.
In het gebouw links naast de ingang van de kerk bevindt zich een permanente tentoonstelling die alles met de geschiedenis van Zanzibar te maken heeft, er is een café en u kunt er overnachten. Onder het gebouw bevinden zich enkele ruimten waarin in vroeger dagen slaven werden opgesloten in afwachting van hun verkoop of transport. Honderden slaven vonden hier de dood.
Het is betrekkelijk eenvoudig om de aanvang van uw tocht door Stone Town te beschrijven, het vervolg is een stuk ingewikkelder. Nadat u de kerk verlaten heeft gaat u rechtsaf en zult u verdwalen. Vanaf dit punt is het namelijk uitgesloten om u een bruikbare routebeschrijving te geven. In elk geval: u zit op een eiland en kunt er niet af. Ongetwijfeld komt u aan de haven waar van alles te koop is dat geen alcohol bevat. Slenteren langs de haven is een zeer ontspannende bezigheid, commercie die aanspreekt en nooit opdringerig wordt. U ontmoet mensen die spontaan een praatje met u aanknopen of u kijkt naar kinderen die aan en in het water spelen. Een kopje koffie drinken op een terrasje of zelfs een burger met een pilsje, het is er mogelijk.
En, als u gewoon even niets wilt, neemt u plaats op een van de vele bankjes langs het water of in de royaal uitgevoerde Jamiturituinen. Deze werden aangelegd ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van koning George V van Engeland in 1935. U kunt ook plaatsnemen in het boven het water gelegen restaurant om weer op verhaal te komen.
Het Arabische fort, gebouwd op de plaats waar ooit een Portugese kapel stond, werd als verdedigingswerk in 1710 in gebruik genomen. Het werd, behalve als verdedigingswerk, ook gebruikt om krijgsgevangenen in op te sluiten. Tegenwoordig is er een theater in gevestigd en dient het als cultureel centrum.
Het grootste huis op Zanzibar zal u niet ontgaan. Het ligt naast het fort en wordt ‘Beit-el-Ajaib’ genoemd, ‘House of wonders’. Men vroeg zich af hoe het mogelijk was dat zó’n huis gebouwd kon worden. Het is een hoog gebouw met wel vier woonlagen, het is vreemd van bouw, niet gebouwd in de traditionele stijl, met galerijen en veranda’s. Er is zelfs een lift en dat was weer mogelijk omdat het gebouw als eerste over elektriciteit beschikte. De vloeren zijn met marmer ingelegd en er zijn diverse uit de gehele wereld afkomstige versieringen aangebracht. Het werd neergezet in opdracht van en als paleis voor sultan Barghash in 1883. In 1896 werd het beschoten door de de Britse marine in een poging om de sultan tot aftreden te dwingen. Vóór het paleis staan twee kanonnen van Portugese herkomst die dateren uit de 16e eeuw.
Het voormalige paleis is in gebruik als hoofdkantoor van de CCM, Tanzania’s grootste politieke partij. Er bestaan echter plannen om het weer open te stellen voor het publiek.
Een van de belangrijkste musea van Zanzibar is ondergebracht in Beit-al-Sahel, Peoples Palace, aan de boulevard. Het is een prachtig gebouw, gereedgekomen omstreeks 1885. Het diende als paleis voor de sultans die tot 1964 het bewind over het eiland voerden. U krijgt er een goede indruk van de leefwijze van de sultans. Op de begane grond waren vroeger de ontvangstruimten van de sultans, de eerste verdieping geeft een overzicht van de periode tussen 1828 en 1870, op de tweede verdieping krijgt u een inzicht in de nieuwste snufjes die aan het paleis werden toegevoegd tussen 1870 en 1896, zoals stromend water en elektriciteit. De vertrekken van sultan Seyid Khalifa bin Haroub, die tussen 1911 en 1960 regeerde, bevinden zich op de bovenste verdieping. Hij woonde er met zijn twee vrouwen en qua inrichting waant u zich in een totaal ander gebouw. Het is allemaal modern en u vindt er de enige échte rariteit uit het museum: het rijdende toilet van de eerste sultana.
In de directe nabijheid van het gebouw ligt het Makusarani kerkhof waar zich de graven bevinden van o.a. sultan Seyid Said en zijn zonen Khaled en Barghash. Het is niet altijd voor het publiek toegankelijk. Mocht u weinig belangstelling hebben voor de rijkdommen van de sultans, dan loont het toch de moeite om het paleis te bezoeken. Vanaf de bovenste verdieping heeft u een weergaloos uitzicht.
Verderop langs de boulevard vindt u Mathews House, de woning van Lloyd Mathews, aanvankelijk officier van de Britse marine, later luitenant in het leger van de sultan. Hij leefde van 1850 tot 1901 en zijn invloed op de regering was zeer groot. Hij werd eerste minister en staat bekend als ‘de sterke man van Zanzibar’. De overhangende balkons maken het huis tot een bezienswaardigheid en het is wellicht het meest gefotografeerde huis van Zanzibar. Jammer dat het van tijd tot tijd wordt toegestaan om spandoeken met reclameboodschappen tegen de balkons te hangen.
Nabij het Africa House hotel vindt u het Tippu Tip House. Tippu Tip was de bijnaam van Hamed bin Mohamed, de beruchtste slavenhandelaar uit de geschiedenis van Zanzibar. Tippu Tip betekent ‘de knipperaar’ en de bijnaam slaat op de tic die hij op zijn ogen had. Let vooral op de witmarmeren trap en het houtsnijwerk aan de deur. Het is bekend dat vooral Livingstone zich sterk maakte om Tippu Tip’s activiteiten in te dammen. Sprekend over Livingstone, er is een Livingstone House op Zanzibar. De Tourist Office van Zanzibar is er in gevestigd. Livingstone bereidde in 1866 vanuit dit huis zijn laatste expeditie voor. Hij verbleef er overigens slechts enkele weken. Een bekende van recenter datum is de zanger van Queen, Freddie Mercury. Hij werd op Zanzibar geboren.
Binnen de muren van Stone Town bevinden zich nog diverse bezienswaardigheden. Te denken valt aan de Hamamni Perzische baden, gebouwd in opdracht van sultan Barghash tussen 1870 en 1888 en bedoeld als badhuis voor de inwoners van de stad en als zodanig in gebruik tot 1920. Het is thans een monument. Dwalend door Stone Town zult u diverse moskeeën zien. De bekendste is ongetwijfeld de Msikiti wa Balnare moskee, ook bekend als de Malindie Minaret moskee. Deze moskee werd gebouwd in 1831 en in 1841 reeds vergroot. In 1890 werd de moskee opnieuw vergroot in opdracht van sultan Seyid Ali bin Said. Verder vindt u de Ijumaa moskee en de Aga Khan moskee.
Om u een indruk te geven omtrent de invloed van de islam op Zanzibar: in de stad Zanzibar zijn meer dan vijftig moskeeën in gebruik. Als u geluk heeft en u vraagt toestemming dan kunt u ze soms bezoeken. U kunt zeker een kijkje nemen in de St.Joseph kathedraal, vlak bij de Bahora moskee. U kunt de kathedraal bijna vanuit elk deel van Stone Town zien, maar ze is moeilijker te vinden. Ontworpen door de Franse architect Beranger werd deze in 1896 geopend. Bijzondere aandacht verdienen de glas-in-loodramen. De kathedraal is verscheidene malen het doelwit geweest van protesterende moslims, het laatst in 1994. Fundamentalisme komt op Zanzibar echter nauwelijks voor.
Een paar honderd meter buiten Stone Town bevindt zich het nationaal museum. Het bestaat uit twee gebouwen. Het ene gebouw, naar een ontwerp van de jonge architect John H. Sinclair (1895-1925), geeft een geschiedkundig overzicht. Als u veel te weten wilt komen over de geschiedenis van Zanzibar, als u originele brieven wilt lezen van de ontdekkingsreizigers Speke, Krapf of Livingstone, als u geïnteresseerd bent in kunstvoorwerpen van koraal of het traditionele houtsnijwerk op Zanzibar, dan moet u het museum beslist bezoeken. De architect van het gebouw, die rekening had gehouden met gevoelens van de moslimbevolking, waardoor het museum wat weg heeft van een moskee, heeft de opening in 1925 nog maar nét kunnen beleven. Hij stierf op 30-jarige leeftijd. Er leek een grote toekomst voor hem weggelegd. Zo was hij reeds op 26-jarige leeftijd de Britse consul op Zanzibar.
Tegenover het oudheidkundig museum staat het natuurhistorische gedeelte. Van alles wat op Zanzibar leeft en groeit worden hier afbeeldingen of modellen getoond. De opgezette dieren zijn niet bepaald fraai, maar het totaal geeft een boeiend beeld van de natuur op het eiland en van de wateren eromheen. In de tuin van het museum wandelen enkele reuzenschildpadden, waarschijnlijk ouder dan de meeste van hun opgezette mededieren in het museum.
Zanzibar heeft een eigen toeristenorganisatie gevestigd in de stad Zanzibar nabij de toegang vanuit het centrum tot Stone Town.
Rondreizen
Deze avontuurlijke en zeer afwisselende rondreis door Kenia, Tanzania en Zanzibar is uitermate geschikt voor de liefhebber van safari, Afrikaans wild en...
Groepsreizen-Tweepersoonskamer
Het Victoriameer speelt een centrale rol in deze bijzondere rondreis door Oeganda, Kenia en Tanzania. Rond dit enorme wateroppervlak bezoek je kleurrijke stammen...
Familiereizen
Tijdens deze familiereis naar Tanzania en Zanzibar beleef je hét safariland bij uitstek. Je reist met een stoere safaritruck waarmee we de...