Taal
In geen enkel Aziatisch land kan men zo goed met Engels terecht als op de Filippijnen. Na de onafhankelijkheid in 1946 bleef Engels gehandhaafd als de belangrijkste voertaal in de handel en de politiek. Op radio en televisie en in de grotere dagbladen en tijdschriften wordt veelvuldig gebruikgemaakt van de Engelse taal en op de scholen en universiteiten worden de verschillende vakken gedoceerd in het Engels. U zult dan ook in hotels, banken en dergelijke instellingen vrijwel altijd te woord worden gestaan in het Engels en ook op het platteland kunt u met deze taal meestal goed uit de voeten. Ondanks de eeuwenlange Spaanse heerschappij wordt Spaans tegenwoordig alleen nog maar gesproken door een kleine elitegroep op de Filippijnen. Een sterk met Spaanse uitdrukkingen vermengd lokaal dialect, het Chavacano, wordt gesproken door de bewoners van Zamboanga op de uiterste westpunt van het eiland Mindanao.
Men onderscheidt op de Filippijnen ruim tachtig verschillende inheemse talen en dialecten, welke alle deel uitmaken van de Maleis-Polynesische taalgroep. Deze grote taalverscheidenheid is vooral het gevolg van het grote aantal kleine eilanden in de archipel en de verschillende immigraties welke achtereenvolgens op de eilanden plaatsvonden. De voornaamste inheemse taalgroepen zijn respectievelijk: Tagalog (vooral gesproken in Centraal-Luzon en delen van Mindoro en Palawan), Cebuano (Cebu en andere delen van het Visaya-gebied; delen van Mindanao), Ilocano (Noord- en Noordwest-Luzon), Ilongo of Hiligaynon (vooral Panay en westelijk deel van Negros), Bicol (het schiereiland Bicolandia aan de zuidoostkant van Luzon) en Waray-waray (Samar en Noordoost-Leyte). Hiervan worden Tagalog en Cebuano elk door ongeveer een kwart van de totale bevolking gesproken.
In 1946 werd Tagalog verklaard tot nationale taal. Om tegemoet te komen aan de anderstalige bevolkingsgroepen werd de naam van de officiële landstaal in 1959 veranderd in 'Pilipino' en onderging de taal ook bepaalde wijzigingen. Vanaf 1973 wordt de nog steeds grotendeels op Tagalog gebaseerde nationale taal officieel aangeduid als 'Filipino' (de term 'Pilipino' wordt echter ook nog zeer veel gebruikt) en vanaf 1978 is het een verplicht leervak op school. Op het ogenblik beheerst ongeveer de helft van de bevolking het Filipino. Het Filipino wordt geschreven met de letters van het ons welbekende alfabet en de meeste letters worden ongeveer net als in het Nederlands uitgesproken. De letters P en F worden nogal eens verwisseld, hetgeen onder meer blijkt uit de woorden Pilipino en Filipino. Filipino's plegen deze letters soms ook in het Engels te verwisselen en dat kan tot grappige woordspelingen leiden. Als men bijvoorbeeld iemand hoort praten over een 'roasted fig' dan zal hij ongetwijfeld een geroosterd varken bedoelen en zeker geen geroosterde vijg. Ook de letters W en U worden vaak verwisseld (bijvoorbeeld Mandawe City = Mandaue City) en worden dan beide uitgesproken als een W. Twee achter elkaar staande klinkers worden afzonderlijk uitgesproken (bijvoorbeeld het schiereiland Bataan = Bata-an of de vulkaan Taal = Ta-al). De lettercombinatie 'ng' wordt uitgesproken als 'nang' en de G spreekt men uit als een zachte K. De lettergreep 'po' wordt gebruikt bij een hoffelijke benadering van gerespecteerde personen (bijvoorbeeld Salamat po, Ginang Sunico = Dank u wel, mevrouw Sunico). Voor de persoonlijke voornaamwoorden 'hij' en 'zij' gebruikt men hetzelfde woord ('siya'). Als gevolg daarvan worden in het Engels de woorden 'he' en 'she' vrij regelmatig door Filipino's met elkaar verwisseld. Hoewel men zich als toerist vrijwel overal in de archipel goed kan redden met Engels is het handig te beschikken over een beperkte woordenschat van de landstaal. De Filipino's zullen het in elk geval waarderen.