Noord-China

Swipe

Chengde

Het zomerverblijf van de Keizer

Weelderige bossen, grauwe rotsformaties en unieke tempels maken een uitstapje naar Chengde tot een avontuur in de buitenlucht en een culturele excursie.

Als u dacht dat het Zomerpaleis een aangename plaats was om aan de zomerhitte te ontsnappen, moet u verder naar het noorden gaan, naar Chengde, een stad die kan bogen op het grootste keizerlijke zomerverblijf in China. Dit park, bekend als de Keizerlijke Zomervilla (bìshu shïnzhuïng), “bergverblijf om aan de hitte te ontsnappen”, is sinds 1703 de voornaamste attractie van Chengde. Gelegen in een bergdal en omgeven door een oude muur, omvat het park een eigen meer, dennenbossen, jachtterreinen en paviljoens.

De stad Chengde zelf ontstond hier enkel ten behoeve van het keizerlijke gevolg dat hier elke zomer neerstreek, en heeft zijn karakter van toeristenoord nooit verloren. Het moderne Chengde, dat zich uitstrekt vanaf de zuidelijke poort van de Keizerlijke Zomervilla, is klein maar heeft een levendig straatbeeld met kooplui en markten en aangename, door bomen geflankeerde lanen. Als u de Wulie-rivier oversteekt via de enige brug naar de stad, zult u ontdekken dat Chengde een ontspannen stadje is, ver van het rumoer en de drukte van Beijing. Tegenwoordig komen reizigers niet alleen maar om aan de zomerhitte te ontsnappen, maar ook voor Chengde’s zuivere berglucht.

Als het weer nog warm is, komen mensen van alle leeftijden naar het Town Square (Stadsplein) om zich te ontspannen; tot lang na zonsondergang wordt hier gevliegerd en badminton gespeeld. Het plein aan de Nanyingzi Da Jie is het centrum van de stad en een mooie plek om naar mensen te zitten kijken. Verder noordelijk langs de weg treft u een rijzig standbeeld van de Qing-keizer Kangxi te paard, die de grootste rotonde van de stad bewaakt. Niet ver van het beeld is Lizhengmen Da Jie, die dicht langs de muur van de Keizerlijke Zomervilla buigt, met grazige open ruimten die een aangename wandeling langs de twee hoofdpoorten van het park mogelijk maken. De oostelijke stadsrand wordt begrensd door de Wulie-rivier, een brede, kalme waterweg met uitzicht op de heuvels aan de overzijde, die tot aan zijn oevers afdalen. Langs een groot stuk van de rivier ligt een park aan de waterkant, met kronkelende paden, dennenbomen en rotssculpturen – nog een aangenaam oord voor een wandeling. Als het warm is, zou u het openbare zwemgedeelte kunnen proberen, even stroomopwaarts van de hoofdbrug van de stad.

Naast de vermaarde Keizerlijke Zomervilla kan Chengde ook bogen op de Acht Buitentempels (wàibïmiào), gebouwd tijdens de regering van keizer Kangxi en zijn kleinzoon Qianlong. Van de oorspronkelijk twaalf tempels zijn er tegenwoordig nog maar acht toegankelijk voor publiek. In hun hoogtijdagen stonden de tempels onder keizerlijke bescherming en stonden ten dienste aan een grote, levendige gemeenschap van geestelijken. De acht tempels liggen allemaal in de heuvels ten noorden van het stadscentrum, waar alleen al het berglandschap het uitstapje de moeite waard maakt, nog afgezien van de verbazingwekkende boeddhistische kunst.

Een van de hoogtepunten van de acht tempels is het betoverende vergulde beeld van Guanyin, de Bodhisattva der Barmhartigheid, in de Tempel van Universele Sereniteit (puníng sì). Haar standbeeld, 22 m hoog en met 42 armen, is er een om niet snel te vergeten. Beklim een ladder om de bodhisattva, een van de magnifiekste beelden in zijn soort, van dichtbij te bekijken. De tempel werd gebouwd door keizer Qianlong, ter herdenking van zijn overwinning op Mongoolse stammen, en is een mengsel van Han-Chinese en Tibetaans-etnische stijlen.

En als u tijdens uw verblijf in China geen tijd hebt om ook Tibet aan te doen, bezoek dan de Kleine Potalatempel (putuózongchéng zhî miào), een replica van de Potala in Lhasa, gelegen tegen de achtergrond van met dennenbos begroeide heuvels even ten noorden van het Keizerlijke Zomervillapark. De tempel werd gebouwd voor de hoofden van diverse Tibetaanse en Mongoolse stammen die waren uitgenodigd om de zestigste verjaardag van keizer Qianlong te vieren; men hoopte dat ze zich meer thuis zouden voelen met een uitzicht dat hun bekend voorkwam. Als u de eerste poort binnenkomt, kunt u de geur van wierook ruiken, en als u de trap opgaat, waant u zich langzamerhand in Lhasa. De Potala is een van de mooiste juweeltjes van bouwkunst die er zijn, ook al is het maar in kopie. Laat de oude gebedswielen draaien om uw geluk een handje te helpen – maar denk erom dat u ze met de klok mee laat draaien. Vergeet ook niet de vele tentoongestelde artefacten in de tempel te bekijken. Het uitzicht van boven uit de tempel is prachtig.

Tibetaanse architectuur vindt u ook in de Tempel van Geluk en Lang Leven (xùmífúshòu zhî miào), gebouwd ter ere van de zesde Panchen Lama, die Chengde in 1780 bezocht om Qianlongs verjaardag te vieren. Op zonnige dagen is het dak van de hoofdhal betoverend mooi. Het dubbele dak is van koper en verguld met 500 kg goud, en elk van de dakranden is versierd met twee draken in elk waarvan ongeveer een ton goud zit. Deze tempel en de Kleine Potalatempel zijn karakteristieke la-maïstische bouwwerken, aangezien de Qing-keizers fervente aanhangers van het lamaïstische boeddhisme waren. De Tempel van Universeel Geluk (pulè sì) werd in 1766 gebouwd voor op bezoek zijnde hoogwaardigheidsbekleders van minderheidsgroepen.

Voorbij de buitentempels verdwijnen de droge bergen van het noorden van de provincie Hebei langzaam in de nevel. De zandsteen-formaties hier zijn waarlijk spectaculair. Enkele van de grilligste rotsformaties hebben een naam gekregen, waaronder de Hamerberg (bàngchui shïn), die eruitziet als een reusachtige hamer met de steel omhoog, en de Kikkerrots (háma shí), die eruitziet als een kikker die op het punt staat een sprong te maken. Deze twee ongewone formaties liggen vlak boven de Tempel van Universeel Geluk, ze zijn dus gemakkelijk in één excursie te doen. Avontuurlijker bezoekers zullen misschien de paden in zuidoostelijke richting willen verkennen die op boerenpaden uitkomen en naar verder afgelegen bergen en richels kunnen worden gevolgd, waar geen toegangsprijzen worden berekend.

Wie een complete rondgang wil maken langs alle bezienswaardigheden buiten de stad, kan gebruikmaken van de bussen die elke ochtend van veel hotels vertrekken. Ook zijn er volop taxi’s. De tempels liggen niet al te ver van de stad, dus ook de fiets is een uitstekend transportmiddel.

De Keizerlijke Zomervilla

Hoewel dit vermaarde zomerverblijf gesticht werd door keizer Kangxi, bereikte het zijn hoogtepunt in de jaren 1790 tijdens de regering van keizer Qianlong – een van de beroemdste keizers uit de Qing-dynastie. Elk van beide keizers gaf opdracht tot de bouw van 36 “uitzichten”, van paviljoens om naar de maan te kijken tot stenen met inscripties in Tang-kalligrafie. Veel van de oorspronkelijke 72 uitzichten bestaan tegenwoordig niet meer – bedolven onder het stof der tijd of verwoest door oorlog. Maar voor een park van bijna 590 ha zijn er nog volop verrukkelijke oude gebouwen, verscholen in beemden of valleien. Het hele park wordt omsloten door een muur die in het noorden de dramatische bergkam aan die kant volgt en in het zuiden aan de stad grenst en het gevoel van afgeslotenheid van het gewone leven versterkt. Smaakvol aangelegde paden doorkruisen de verschillende kreken en heuvels, en de muur zelf kan in zijn geheel worden afgelopen. Hoewel de grote bomen in het omringende landschap allang zijn gekapt, bevat het park zelf een volwassen bos van dennen en cipressen, een zeldzaam genoegen in China. Je kunt je gemakkelijk voorstellen hoe keizers op luie zomerdagen door dit keizerlijk lustoord doolden en misschien zo nu en dan even stilstonden om een gedicht te schrijven als de inspiratie hen trof.

Van de mooie plekken die nog over zijn moeten er enkele hier speciaal worden genoemd. De eerste en meest grandioze is het Frontpaleis (zhèng gong). De troonzaal is een imposant bouwwerk, waar iedere keizer trots op zou kunnen zijn, en de Hal van Eenvoud en Oprechtheid (dànbó jìngchéng diàn) is opmerkelijk vanwege het welriekende hout, nanmu, waaruit hij is opgetrokken. Vlak voorbij het paleis is een groot meer met veel bruggen en eilanden en bezaaid met 18e-eeuwse gebouwen. Dit is het mooiste deel van het park en voldoet aan de verwachtingen die men van een traditioneel Chinees landschap heeft. Het Eiland Ruyi (rúyì zhou) en de Toren van Mist en Regen (yïnyu lóu), de voormalige keizerlijke studeerkamer, zijn zeker een bezoek waard. Voorbij het meer is het Wenjin-studeervertrek (wénjîn gé), dat een stel bloemlezingen bevatte waartoe keizer Qianlong opdracht had gegeven. De samenstelling van de bloemlezingen nam tien jaar in beslag. Helaas zijn van de oorspronkelijke vier sets er drie verloren gegaan en is de enig overgebleven set thans in Beijing. Verderop langs het pad ziet u de Yongyou-tempelpagode (yongyòusì ta), die zich trots verheft boven een grazige weide, en de overblijfselen van een tempel.

Als u genoeg historische gebouwen gezien hebt, is het een genoegen apart door de heuvels te dolen, op zoek naar eenzaamheid en vogelgezang. Wie weet vindt u een van de 72 uitzichten dat zoek is. De achterzijde van het park was oorspronkelijk het keizerlijk jachtgebied, uitgekozen vanwege het gevarieerde terrein. Tegenwoordig bestijgt niet meer de keizer zijn paard, maar gaat er elk uur een bus de heuvels in en stopt op uitkijkpunten waar toeristen nog altijd naar herten uitkijken of grapjes maken over tijgers en wolven. Als u de bovenste heuvelrand haalt, zijn de uitzichten inderdaad fantastisch en ziet u veel van de andere bezienswaardigheden, waaronder de Hamerberg in het oosten en de Kleine Potala in het noorden.

 

10 prachtige bestemmingen in Chengde en China