Wat kunt u langs de zuidkust van Algarve verwachten? De drukste stranden liggen tussen Faro en Lagos. De meeste ruimte biedt de kust tussen Faro en Vila Real Santo Antonio (richting Spaanse grens).

Uitgesproken toeristische badplaatsen zijn Lagos, Albufeira en Portimão. Popular zijn ook Tavira, Praia de Rocha, Praia de Alvor en Armação de Pera. In dat rijtje horen ook uitgesproken luxueuze resorts thuis als het prestigieuze Vale de Lobo met zijn vermaarde golfbanen en vijfsterrenaccommodaties.

Wat daar aan minder druk bevolkte stranden tussen ligt, ontleent zijn rust aan het feit dat je er soms niet, of in ieder geval minder makkelijk met de auto kunt komen, er geen bewaking en sanitair is, of dat het strand te ver van stedelijke voorzieningen ligt.

Wie dus in Algarve rust zoekt moet óf zelfvoorzienend zijn (bijvoorbeeld per camper reizen) óf accommodatie (hotel, camping, pension, particulier vakantiehuis) zoeken die niet te dicht bij de bewoonde wereld ligt, bijvoorbeeld een paar kilometer het achterland in. Of de moeite nemen wat verder te lopen, zoals in Faro, waar je op het stadsstrand over de mensen struikelt, maar slechts een kanaal hoeft over te steken om 14 km vrijwel verlaten strand tot je beschikking te hebben.

Algarve telt vele honderden stranden en strandjes. Soms weggestopt tussen enorme rotsformaties, dan weer kilometers lang alleen maar zand, zand en nog eens zand. Het aantal kleine badplaatsen en naamloze stranden is zo groot dat het onmogelijk is ze allemaal op deze plaats de revue te laten passeren.

Voor wie van een strandvakantie houdt zijn de volgende plaatsen in ieder geval interessant om in gedachten te houden. Met de kaart op tafel loop ik ze van links naar rechts met u langs, dus van het westen naar het oosten.

Tussen Sagres en Lagos

De stranden in rondom de Baai van Sagres zijn relatief rustig omdat je er helemaal voor naar de uiterste westpunt van Algarve moet rijden. Het is een bewaakt strand.

Dat laatste geldt ook voor het nabijgelegen strand van Matinhal in de Baai van Baleeira dat vooral bij windsurfers in trek is.

Verder langs de kust, in een diepe inham, ligt een klein strand: Praia do Barrenco. Het is over een lang karrespoor vanaf de N125 ter hoogte van Raposeira bereikbaar. Er zijn geen faciliteiten en de golven zijn er door de ligging van het strand opmerkelijk hoog!

In dit kustgebied liggen meer van dit soort verborgen strandjes. Bijvoorbeeld Praia Ingrina en Praia Zavial. Met vloed is het inschikken geblazen. Beide stranden zijn wel over een normale verharde weg bereikbaar vanaf de N125, eveneens vanui het dorpt Raposeira. Als u over een terreinwagen beschikt, kunt u vanuit Praia do Barrenco ‘doorsteken’ naar beide laatstgenoemde stranden. Praia Zavial heeft een naturistenstrand.

Een mooi lang en niet te druk strand is dat van het kustplaatsje Salema. U vindt er voldoende faciliteiten om het er één dag of een hele vakantie uit te houden. Salema heeft een officieel naturistenstrand.

Barrancão is een nieuwe, wat eenzaam gelegen enclave met een aantal lager gelegen strandjes verbonden door karresporen. Ideaal voor wie met een camper reist. Op dit soort afgelegen stranden is doorgaans geen bewaking. Op een nabijgelegen strand van Cabanas Velhas is dat wel het geval en er staat bovendien een goede strandtent.

Het strand van Burgau krimpt bij hoog water aanzienlijk, maar het dorp biedt met zijn restaurantjes en terrassen voldoende compensatie.

Het strand van Luz is eigenlijk te klein in verhouding tot het door de bouw van verspreid liggende bungalows en appartementencomplexen danig uitgedijde dorp. Praia da Luz, zoals het in de vakantiefolders heet, is sterk verengelst - veel Britten hebben er van oudsher een tweede huis of appartement. Door het hoge voorzieningenniveau is het ideaal voor een gezinsvakantie. Daar doet het feit dat Praia da Luz in 2007 negatief in het nieuws kwam door de raadselachtige verdwijning van de Britse peuter Madeline McCann niets aan af. Shitt happens.

Tussen Luz en het verder naar het oosten gelegen Toirralta loopt een smal, door rotsen onderbroken strook strand. Moeilijk bereikbaar, maar veel privacy.

Het bekendste en tevens drukste strand van Lagos is het stadsstrand Praia Dona Ana. Ingeklemd tussen de rotsen kun je bij opkomend water al snel geen kant meer op. Wie ruimte wil hoeft maar om de jachthaven heen te rijden en heeft met Meia Praia 14 kilometer lang en schoon strand tot zijn beschikking met bovendien voldoende faciliteiten als standtenten, wc’s, douches en bewaking. Je kunt ook gebruik maken van een klein personenveer om het kanaal dat de jachthaven met de zee verbindt over te steken.

Tussen Lagos en Portimão

Het 14 km lange strand van Lagos volgt de Baai van Lagos. Er is een kleine onderbreking in de vorm van de monding van de Ria de Alvor. Lopend is deze barrière niet te nemen; met de auto kun je na ene flinke omweg en de nodige bruggen aan de andere kant van de rivier komen. Het strand wordt gaandeweg naar het oosten flink drukker, zoals bij Alvor.

Het kustgebied van Portimao is uitgesproken toeristisch. Het meest bekende strand van de stad, of beter: van de hele Algarve, is Praia do Rocha. Mooi, breed, uitstekende faciliteiten, stad onder handbereik, maar in het seizoen druk. Meer valt er eigenlijk niet over te zeggen.

Veel alternatieven zijn er in dit kustgebied niet. Naar het oosten toe is er tussen de rotsen weinig zandstrand te bekennen terwijl er ontzettend veel is gebouwd. De weinige strandjes werken dan ook als een fuik.

Tussen Portimão en Albufeira

Een fraai klein en besloten strand met schitterende rotsformaties is Praia da Marinha. Het ligt ten oosten van de badplaats Alfanzina. Volgens Michelin is dit een van de tien mooiste stranden van Europa. De bekende plaatjes in vakantiefolders van huizenhoge rotsformaties midden op het strand komen hier vandaan. Omdat het toch wel even zoeken is naar de juiste weg en het strand tussen de toeristencentra Lago en Albufeira inligt, is het er gezellig druk.

Tot aan naar het oosten langs de kust gelegen Armaçao de Péra vindt u nog tal van dit soort prachtige, besloten strandjes. Ze zijn echter minder makkelijk bereikbaar dan Praia da Marinha. Een goede detailkaart (de gps kan u hier in de steek laten) loodst u door de talloze landweggetjes.

Het strand van Armaçao de Péra is smal en vol, zoals een stadsstrand betaamt. Maar naar het oosten toe heeft het een prachtige uitloop met een achterliggend ongerept duingebied met veel beschutte plekjes.

Albufeira is terrasvormig gebouwd en vormt een toeristenstad bij uitstek. Het is een stad met een zekere allure, niet in de laatste plaats dankzij de nieuwe urbanisaties. Om die reden wordt Albufeira wel het ‘St-Tropez van Portugal’ genoemd. De stad kent lange, hier en daar wel erg smalle stranden bestaande uit fijn zand. Op een aantal plaatsen is bewaking aanwezig.

Bezienswaardig is de in nauwe kronkelstraatjes gevangen 16e-eeuwse Igreja Misericordia.

Tussen Albufeira en Faro

Niet ver buiten Albufeira ligt Olhos de Agua. Tussen Olhos en Quarteira strekt zich een lang, smal strand uit. Veel mensen die geen zin (meer) hebben in het stadsstand van Albufeira, wijken hier naar uit. Het is een prachtig strand in de luwte van de bekende en fotogenieke rode kliffen die dit kustgedeelte van Algarve kenmerkt. Dat het strand hier en daar ook rood is, is een fenomeen dat je al snel als vanzelfsprekend beschouwt.

Niet ver buiten Quarteira ligt het veel bezongen Valle de Lobo. Dit resort ligt halverwege het strand dat vanaf Quarteira ononderbroken doorloopt naar het slikkengebied van Faro. Het is een ongelooflijk mooi en uitgestrekt strand, vooral vanwege het prachtige decor van rotsen en pijnboombossen.

In deze streek bevinden zich veel volledig nieuw opgezette urbanisaties als Valle de Lobo. Meestal betreft het time-sharing-projecten van Engelse of Duitse projectontwikkelaars. Het zijn luxueuze complexen met strand- en roomservice, golfbanen en winkels met de laatste Parijse mode. De stranden van deze urbanisaties zijn overigens vrij toegankelijk en ook de restaurants en clubs zijn niet uitsluitend voorbehouden aan degenen die er een appartement hebben gekocht en er al of niet permanent wonen.

De stranden bieden hier lang niet overal faciliteiten. Daarvoor zijn ze te uitgestrekt en is de toegang over de weg lang niet altijd even makkelijk. Strandtenten en strandwachten vindt u wel bij Praia Julias, Praia do Garrão en Praia do Ancão.

Aan het eind van deze lange kuststrook ligt het strand van Faro. Praia de Faro ligt hemelsbreed ruim 6 km van het centrum op een smalle landtong voor de kust. Hier is ook een camping. Beide zijn nogal ongelukkig gesitueerd, omdat ze in de aanvliegroute naar het vliegveld liggen. Maar er zijn verrassend veel mensen die dat helemaal niet erg vinden om regelmatig tegen de buik van een overvliegende Boeing 707 te kijken.

Vanuit de haven vertrekken bootjes die door het prachtige slikkengebied van het natuurreservaat van de Ria Formosa naar het strand varen. Het strand is ook via een lange loopbrug (Ponte de Fao) bereikbaar: Per auto: volg op de westelijke uitvalsweg naar Albufeira de bordjes ‘Aeroporto’.

Tussen Faro en Tavira

Tavira werd in de oudheid al als handelshaven gebruikt, een haven die in de 18e eeuw is dichtgeslibd. Een prachtige brug met zeven bogen over de Rio Séqua herinnert nog aan de Romeinse aanwezigheid en verbindt de twee stadsdelen met elkaar.

Vrijwel de gehele kuststrook tussen Faro en Tavira bestaat uit een gebied met slikken en eilanden die door de eeuwen heen voor de kust zijn ontstaan. Zoals Ilha da Culatra, Ilha da Armona en Ilha de Tavira.

Ilha da Culatra is een soort Ameland: geen auto’s en ruimte te over. Vanuit Faro gaan er bootjes naar het eiland. Ook vanuit Olhão vertrekken kleine veerponten naar Ilha da Culatra en Ilha da Armona dat iets paradijselijks heeft. Bijna aan het eind van Ilha de Tavira ligt Praia Santa Luzia, een prima strandje met goede faciliteiten.

Ilha de Tavira is vanuit Tavira per boot bereikbaar en heeft een officieel naturistenstrand.

Tussen Tavira en Vila Real

Ten oosten van Tavira ligt voor de kust Ilha de Cabanas. Vanuit Cabanas gaan bootjes naar het eiland. Vanaf de aanlegsteiger loopt een lange brug naar het strand. Daar vindt u alle benodigde faciliteiten voor een geslaagde dag aan het strand.

Een prima strand vóór de Spaanse grens is Praia Altura, bij het gelijknamige dorp.

Vila Real de Santo António is een echte grensstad: het is er druk met Spaanse families die er goedkoop inkopen komen doen. Grote platte autoveren zetten het drukke verkeer over de rivier.

Vila Real is een merkwaardige stad. Hij bestaat uit een rechthoekig stratenpatroon met 18e- en 19e-eeuwse huizen. Deze opzet is ontsproten aan het brein van Markies de Pombal die ook het centrum van Lissabon na de aardbeving van 1755 op dezelfde wijze herbouwde. Dat Vila Real destijds in nog geen vijf maanden is gebouwd, is terug te vinden in het gebrek aan sfeer. Toch heeft de markies er een naar hem genoemd plein aan overgehouden.

Historisch interessanter is het ten noorden van Vila Real gelegen Castro Marim. Op twee heuvels boven de pastelkleurige huisjes staan de nog steeds indrukwekkende restanten van enkele 13e-eeuwse kastelen. In één ervan wordt archeologisch onderzoek gedaan. Vanaf deze hoge wachtposten kijk je uit over de delta van de grensrivier Rio Guadiana waarin zoutpannen in de zon liggen te glinsteren. In oostelijke richting ligt Spanje.

De stranden van de westkust van zuid naar noord

De westkust van de Algarve is minder toeristisch dan de zuidkust. De stranden bieden hier volop ruimte. De hele kuststrook maakt deel uit van het

Natuurpark do Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina. Vanaf de N120 en – in het verlengde daarvan – de N268 is de kust via zowel verharde als onverharde wegen bereikbaar. Hou er rekening mee, dat de westkust door stromingen minder veilig is voor zwemmers en dat lang niet alle stranden die bereikbaar zijn ook faciliteiten bieden w.o. bewaking.

Kaap Sint-Vincent (Cabo de São Vicente) is een mooi startpunt voor een verkenning van de westkust van Algarve van zuid naar noord. Cabo Vicente is de meest zuidwestelijke punt van Europa. De vuurtoren staat hier al meer dan anderhalve eeuw en is nog steeds een belangrijk baken voor de scheepvaart op de Atlantische oceaan.

Op de kaap zult u geen stranden aantreffen, wel prachtige rotsformaties en een vaak onstuimige oceaan. Voor het dichtstbijzijnde strand rij je vanuit Vila de Bispo via het gehucht Santo António (één huis) naar de kust. Er komen maar weinig mensen op Praia do Telheiro; zeker in voor- en naseizoen heb je hier het rijk vrijwel alleen.

Een paar kilometer noordelijker ligt een soortgelijk strand: Ponta Ruiva wat eveneens bereikbaar is met Vila de Bispo als uitgangspunt.

Voor het meer officiële werk, dat wil zeggen stranden waar faciliteiten zijn als toezicht, wc’s, douches en vaak ook een strandtent of bar, is Vila do Bispo opnieuw uitgangspunt. Neem hier echter de M1 265 in noordwestelijke richting. De smalle weg komt uit bij Praia do Cordoana, een lang en breed strand dat van dat bij hoogwater flink moet inleveren.

Achter de grote rotsformatie bevindt zich het naturistenstrand. Een paar kilometer noordelijker ligt nog een zandstrandje, bereikbaar via een onverharde weg. Om deze stranden te bereiken is een terreinwagen wel zo handig.

Praia Murração steekt als een driehoek diep het land in heeft door de hoog oprijzende rotsen een besloten karakter. Iets noordelijker langs de kust ligt het veel ruimere Praia Amado. Op zon- en feestdagen en als de Portugezen vakantie hebben kan het hier druk zijn. Het strand is dan ook goed bereikbaar via Carrapaleira. Vanuit dit dorp loopt een onverharde weg naar en vervolgens langs de kust.

Een mooi en diep het land instekend strand ligt ten noorden van Carrapaleira: Praia Bordeira. Vanwege zijn omvang heeft het meer iets van een zandvlakte. Bij opkomend water verandert de kustlijn dramatisch door de vele zandbanken die er liggen: een fascinerend spel van zand en water. Een lange houten loopbrug geeft toegang tot het strand waar verder geen faciliteiten zijn.

Bij Aljezur dat in het hart van het Nationale Park Costa Vicentina ligt, liggen aan de kust twee stranden: Praia Monte Clérico en Praia de Amoreina. Dit laatste strand steekt kilometers diep het land in. Beide stranden zijn via een verharde weg bereikbaar en er zijn goede voorzieningen.

Bij het dorp Rogil ligt een leuk besloten strand: Praia de Vale dos Homens. Het is deels over een verharde, deels onverharde weg bereikbaar. Althans de parkeerplaats, want daarna volgt nog een opmerkelijk lange houten trap. Ondanks dat laten Portugese families zich er niet van weerhouden er hun vrije dagen door te brengen. Hier komen maar weinig buitenlandse toeristen. Er zijn verder geen voorzieningen.

Praia Odeceixe is vanuit het gelijknamige dorp goed bereikbaar. De prachtige ligging in de uitlopers van de Serra de Monchique en de goede voorzieningen maken dit strand populair. Dat leidt op hoogtijdagen tot parkeerproblemen. Maar eenmaal op het strand is dat leed snel geleden. Ten zuiden van het hoofdstrand ligt in een baai Praia das Adagas. Dit is het officiële naturistenstrand. Het is goed bereikbaar vanaf de parkeerplaats via een lange houten trap.

Naturisme

Naturisme is in Portugal toegestaan en bij wet geregeld; de gemeenten bepalen echter zelf of er een officieel naturistenstrand wordt ingericht. Is dat het geval, dan is dat op een bord aangegeven. Staat een dergelijk bord er niet, dan kunt u zich het beste richten naar de lokale gebruiken. Dat wijst zich doorgaans vanzelf.