In 1986 begon men met nieuwe intensieve opgravingen op en en rond de trap om zijn functie en die van tempel 26 te bepalen. Men kwam tot de conclusie dat de trap en tempel 26 bedoeld waren om belangrijke gebeurtenissen in de dynastieke geschiedenis van Copán weer te geven. De inscripties geven aan dat het gaat om historische gebeurtenissen tussen 553 en 756 na Chr. waarbij de stichter van Copán, Yax K’uk Mo, ook genoemd wordt. De rol van de 12e heerser Rook Imix god K wordt vooral benadrukt.

Op stèle M staat de 15e heerser Rook Schaal afgebeeld; hij heeft waarschijnlijk met dit monument de 12e heerser willen eren om zijn volk te verenigen. De menselijke figuren in het midden van de trap en de zes grote figuren verbeelden de koninklijke voorvaderen die grote krijgers waren. Dit is te zien aan de attributen die ze dragen zoals schilden, een lans en touwen voor de gevangenen. De verering van de voorvaderen ging samen met het voeren van oorlog en het brengen van mensenoffers. Op de vier hoeken en boven de ingang van tempel 26 zijn zes grote maskers van Tlaloc, de god met de uitpuilende ogen, zichtbaar. Hij wordt hier voorgesteld als Jaguar Tlaloc, die verbonden was met oorlog en offering en de beschermer was van de krijgers die de gevangenen voor de offers moesten verschaffen.

Aan de zuidelijke kant van de trap bevindt zich stèle N, die aan beide kanten de afbeelding van een persoon bevat. Op de basis staat een hiëroglifische inscriptie wat zelden voorkomt. Deze stèle is een van de best behouden en fijnst bewerkte beeldhouwwerken van Copán. Stèle N draagt de datum 762 na Chr. en laat de zeer naturalistische stijl zien waarbij het beeldhouwwerk bijna driedimensionaal wordt. Het bijbehorende altaar bestaat uit een ronde, zoömorfische vorm.

Ten westen van de trap ligt altaar O in de vorm van een tweekoppige gevederde slang met een soort zitplaats op de rug die een ereplaats zou kunnen zijn. Hier vlakbij ligt altaar 41, dat aan de vruchtbaarheid gewijd is en de koppen van de slang en de jaguar weergeeft.