De steden van het Spaanse Centrale Hoogland

Swipe

Ávila

Deze voormalige residentie van het Spaanse hof heeft nog maar weinig van zijn koninklijke allure verloren. Ávila is een prachtige in oude glorie herrezen stad. Wel is er hier en daar erg nadrukkelijk gegrepen naar het architectonische wapen van 'middeleeuwse nieuwbouw’. Ondanks dat staat het ommuurde centrum sinds 1985 net als de Chinese Muur op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Áviles de los Caballeros zoals de stad voluit heet, is het administratieve centrum van de gelijknamige provincie; het is een van Spanjes belangrijkste toeristische trekpleisters. De stad ligt op het noordwestelijke, met zwerfkeien bezaaide plateau van de Sierra de Gredos aan de Río Adaja.

In dit woeste en verlaten landschap hebben enkele steenfabrieken zich ingegraven. Zij vormen vrijwel de enige industriële activiteit in de wijde omtrek.

Ávila telt een kleine 58 duizend inwoners en ligt op 1128 meter hoogte. Het is daarmee de hoogst gelegen stad van Spanje. In de Middeleeuwen heeft Ávila een grote bloei gekend. Na in 1088 definitief door koning Alfons Vl op de Moren te zijn heroverd, werd de zwaar beschadigde stad geheel herbouwd en van meters dikke vestingmuren voorzien.

Achtereenvolgende koningshuizen voelden zich hier kennelijk veilig, want lange tijd is Ávila koningsstad geweest. Isabel liet zich er in 1474 zelfs tot koningin kronen. Om niet te achterhalen redenen - wellicht de koude winters - verliet het voltallige hof in de 15e eeuw echter de stad en streek neer in Toledo. Ávila bleef ontredderd achter en raakte in verval.

Het antieke centrum van het moderne Ávila wordt nog steeds omsloten door massieve muren waarin 88 torens zijn opgenomen. Vanaf welke kant je de stad ook nadert, altijd bepalen torens en kantelen het silhouet. Het mooiste en meest complete beeld van de stad is vanaf de parkeer- en uitkijkplaats aan de overzijde van de rivier.

De vroeg-gotische vestingkathedraal maakt deel uit van de oostelijke wallen. Daarachter strekt de stad zich verder naar het oosten uit met 16e- en 17e-eeuwse woonwijken die ooit zijn ontstaan rondom enkele nu belangrijke monumentale gebouwen. Zoals in veel Spaanse steden treffen we ook hier aan de rand van de stad enkele ruim opgezette nieuwbouwwijken aan, waarin maar moeilijk een planologische structuur is te ontdekken. Veel van deze woonblokken zuchten onder leegstand als gevolg van de economische crisis waaronder Spanje sinds 2007 gebukt gaat.

Met de door toeristen bevolkte straten en pleinen is er toch enige fantasie voor nodig om je in deze oude, statige stad terug te wanen in de Middeleeuwen. Maar als de stad slaapt of het seizoen voorbij is gaat dat moeiteloos. Dan vormen de verlaten en schaars verlichte straatjes, waarlangs de uit graniet opgetrokken huizen spookachtig opdoemen, een aardig decor voor historische bespiegelingen. De stadswallen zijn echter gesloten voor bezoekers.

Centraal in de stad ligt de Plaza de la Victoria met het mooie stadhuis en gezellige terrassen. Vanaf het plein loopt een drukke winkelstraat naar de 's avonds uitbundig verlichte kathedraal die de oostelijke toegangspoort van de stad bewaakt. Een ander centraal deel en tevens oriëntatiepunt, is de Plaza de Santa Teresia die uitkomt op de zuidelijke stadspoort; aan dit plein ligt ook het beroemde gelijknamige klooster.

Ávila ligt in een droog en over het algemeen zeer warm deel van de Spaanse hoogvlakte. Door de hoge ligging kan het er 's nachts echter flink afkoelen; in de winter is de stad door sneeuwval soms zelfs moeilijk bereikbaar.

Bezienswaardigheden

De belangrijkste toeristische attractie zijn de middeleeuwse stadswallen. Met de bouw van de enorme muren is in 1088 begonnen. Een Italiaanse en Franse bouwmeester ontwierpen de verdedigingswerken in opdracht van Alfons Vl. Haast was kennelijk geboden, want de bouw van deze 2,5 km lange muur vergde nog geen drie jaar.

De wallen omringen het oudste deel van de stad en zijn gemiddeld 12 meter hoog, op de meeste plaatsen ruim 3 meter dik en er zijn 88 torens en 9 stadspoorten in opgenomen. Voor een tocht over de stadsmuur kost € 5,00. De muren zijn opengesteld van di. t/m zo. van 10.00-18.00.

De niet minder massieve San Salvador-kathedraal (Catedral de San Salvador) is samengebouwd met de oostelijke stadswal. Met de constructie werd in 1091 een begin gemaakt. Tot ver in de 15e eeuw is er aan dit uit granieten blokken opgetrokken gevaarte gewerkt. Over de stijl wordt nog steeds getwist, maar de kerk kan het beste als 'vroeg-gotisch' worden omschreven.

Het gebouw heeft daarnaast echter ook duidelijk Romaanse en barokke elementen. Het interieur is bepaald indrukwekkend en telt veel 15e- en 16e-eeuwse kunstschatten. Het hoofdaltaar is van de hand van Pedro Berruguete. Men kan gratis een kijkje nemen in een deel van het schip; wie de hele kerk wil bekijken, moet de portemonnee trekken.

Het aan de zuidelijke poort gelegen Santa Teresa-klooster (Convento de Santa Teresa) is gebouwd op de plaats waar vroeger het geboortehuis van de Heilige Teresa heeft gestaan.

Buiten de muren bij de noordoostelijke poort, de Puerta de San Vicente, staat de San Vicente-basiliek (Basilica San Vicente). Deze kerk werd tussen de 11e en 14e eeuw gebouwd en heeft een indrukwekkend gedecoreerd westportaal. Vooral vanwege het interieur wordt deze kerk als het meest zuivere Romaanse bouwwerk van de stad beschouwd.

Wanneer u in tegenovergestelde richting de stadswal volgt, passeert u eerst de kathedraal en komt uit bij de laatste poort in de oostwal, de Puerta del Alcázar. Aan het plein er tegenover staat de San Pedro-kerk (Iglesia San Pedro). Deze is opgetrokken tussen de 11e en 13e eeuw. Erg mooi is hier de zuiver Romaanse absis, het gedeelte van het schip dat het koor afsluit.

In het zuidelijk stadsdeel ligt het ontroerend mooie Santo Tomas-klooster (Convento de Santo Tomas). Het is gebouwd eind 15e eeuw en is wat stijl betreft laat-gotisch. Fernando en Isabel die het klooster stichtten, brachten hier veel tijd zoek en begroeven er in 1497 hun enige zoon Don Juan in een witmarmeren sarcofaag. In dit invloedrijke klooster zetelde de eerste Spaanse grootinquisiteur De Torquemada. Het fraaie altaarstuk is ook hier weer van de beroemde Spaanse kunstenaar Pedro Berruguete.

Evenementen

Jaarlijks van 8 tot 15 oktober wordt het feest van Santa Teresa gevierd met straattheater en stierengevechten.

De steden van het Spaanse Centrale Hoogland

10 prachtige bestemmingen in Ávila en Spanje