De kruisvaarders waren ervan overtuigd dat Jozef van Armitea hier had gewoond, de rijke koopman die zijn grafkelder beschikbaar had gesteld om Jezus te begraven. Ze bouwden er daarom een kerk.

In 1799 had Napoleon hier tijdens zijn Egyptische veldtocht zijn hoofdkwartier. Volgens de overlevering sliep Napoleon een nacht in het toenmalige katholieke klooster Terra Santa.

Gedurende de onafhankelijkheidsoorlog in 1948 vluchtte de meerderheid van de Arabische bevolking; sinds die tijd wonen er vooral joodse immigranten. Onder hen waren relatief veel Karaieten, die uit de omringende landen Egypte en Irak waren gevlucht. De stad is tot op de dag van vandaag het wereldcentrum van deze kleine joodse gemeenschap.

De stad heeft zowel Joodse als Arabische wijken. In de Arabische wijken wonen zowel christelijke als islamitische Arabieren.

Witte toren

Het opvallendste gebouw in de stad is de 27 m hoge Witte toren ofwel de toren van de veertig martelaren die het marktplein domineert. De bijna 700 jaar oude minaret maakte ooit deel uit van een moskee, waarin veertig islamitische martelaren waren begraven. Een spiraaltrap voert naar de top van de toren.

Markt Ramla

Op het marktplein wordt iedere woensdag een kleurrijke markt gehouden.

Ramlamuseum en toeristeninformatiekantoor 

Bij het marktplein vindt u het plaatseljke toeristeninformatiekantoor dat tevens dienst doet als het Ramlamuseum (geopend: zondag t/m donderdag van 9.00 tot 16.00 uur en vrijdag van 9.00 tot 13.00 uur). In het kleine museum kunt u kennis maken met de geschiedenis van de stad.

Kerk en kloosterherberg van St.-Jozef en St.-Nicodemus

In de Herzl Avenue kunt u de Kerk en kloosterherberg van St.-Jozef en St.-Nicodemus bezoeken (geopend: maandag t/m zaterdag van 8.00 tot 11.30 uur). Hier had Napoleon zijn hoofdkwartier. De franciscanen bouwden de kerk en kloosterherberg ter nagedachtenis aan Jozef van Armitea en Nicodemus.

Vijvers van Helena

Aan de HaHaganah straat, een zijweg van de Herzl Avenue, liggen de Vijvers van Helena. Deze ondergrondse watercisternen uit de 8ste-eeuw zijn aangelegd tijdens de regeringsperiode van Haroun ar-Rashid, bekend van de verhalen van Duizend-en-een-Nacht. De kruisvaarders vernoemden ten onrechte de wateropslagplaatsen naar de Byzantijnse keizerin Helena. Keizerin Helena (ca. 248-ca. 329 na Chr.) was de moeder van Constantijn de Grote; zij claimde dat zij het Heilig Graf van Jezus van Nazareth gevonden had en bouwde in Jeruzalem de gelijknamige kerk.

Ayalon-grot

In mei 2006 is bij Ramla de Ayalon-grot ontdekt, een volledig gesloten ecosysteem. In de grot vonden onderzoekers van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem acht onbekende diersoorten, waarvan vier soorten ongewervelden.