In 632 stichtte de heilige Eligius (Saint-Eloi) ten zuiden van Limoges het klooster van Solignac. Hij beloofde de toenmalige koning Dagobert een klooster in de omgeving van Limoges te stichten, om, zoals hij zei, voor u en voor mij een ladder naar de hemel te bouwen. Geld was geen probleem, want Eligius was de belangrijkste goudsmit van de koning en in het bezit van enkele goudmijnen in de landstreek Limousin. De monniken van het klooster specialiseerden zich dan ook in het vervaardigen van gouden kruisen en relikwieën. Deze religieuze voorwerpen verkochten zij aan de bedevaartgangers die door Limoges kwamen op weg naar Santiago de Compostela. In 1142 wijdden de monniken de kloosterkerk in. Deze kerk bestaat nog steeds en is een schoolvoorbeeld van romaanse kunst in de Limousin; opmerkelijk in de bouwstijl is de in vloed van de zogenoemde school van Périgourdine (Périgord). Iedere bezoeker die het portaal, geflankeerd door spitsbogen, passeert raakt onder de indruk van dit gebedshuis met zijn vier koepels en zijn 15de-eeuwse inrichting. In de 15de-eeuwse houten koorbanken en romaanse kapitelen zijn op enkele plaatsen humoristische afbeeldingen aangebracht. De schatkamer herbergt een relieken borstbeeld van Saint-Théaux uit de 12de eeuw, in koper en verguld zilver. Op de rechterpilaar van het koor ontdekte men in 1951 een schildering met een afbeelding van Sint-Christoffel.

Het kasteel Chalusset