Terug naar de kust
Nadat u de splitsing van de weg in de richting van Basse bij Yorobawal weer bent gepasseerd, bereikt u Darsilami. Ook weer zo’n plaatsnaam die u vele malen in diverse spellingen tegenkomt. Ze zijn allemaal genoemd naar Dar-es-Salaam, de vroegere hoofdstad van Tanzania. Dar-es-Salaam betekent: paleis (of huis) van de vrede.
Als u goed oplet dan zult u bemerken dat veel plaatsen vernoemd zijn naar bestaande plaatsen elders in Afrika. Dat heeft te maken met de centrale ligging van Gambia en de bevaarbaarheid van de rivier. Men hoefde niet helemaal naar de kust te reizen om handelswaar voor West-Afrika aan te bieden of te verschepen. Vanuit Centraal-Afrika, maar ook vanuit Oost-Afrika ontmoetten de kooplui elkaar aan de oevers van de rivier Gambia. Hun invloed op de cultuur en de samenleving was groot. Velen vestigden er zich en noemden de plaats waar ze woonden naar de plaats waar ze vandaan kwamen. Als gevolg van het economisch belang van de rivier Gambia, zijn hier vele oorlogen en oorlogjes gevoerd en vele vredesovereenkomsten getekend.
Van Darsilami rijdt u via de hoofdweg in de richting van de rivier, naar Diabugu. Zowel Darsilami als Diabugu heeft zijn eigen laadplaatsen aan de rivier, een paar kilometer buiten het dorp. Nu u een beetje gewend geraakt bent aan de naamgeving van plaatsen in Gambia, zal het u niet verbazen dat deze laad- en losplaatsen respectievelijk Darsilami Tenda en Diabugu Tenda heten.
Een beetje zigzaggend door het land rijdend valt de overgang van woestijn naar vruchtbare grond eens temeer op. U gaat eerst weer landinwaarts, tot bij de grens met Senegal en u bereikt opnieuw een plaatsje dat Darsilame wordt genoemd, al heet het officieel Dasilame. U kunt Diabugu ook links laten liggen en geheel langs de Senegalese grens naar Dasilame rijden, zodat u de rit Darsilami-Dasilame rijdt.
Laat u niet in verwarring brengen door richtingborden! Voordat u het weet bevindt u zich op Senegalees grondgebied via een van de talrijke smokkelroutes. In principe kunt u niet verdwalen als u de brede onverharde weg in westelijke richting volgt. Via Sami Omar Julla (Sami Wharf Town), ooit een plaats met bloeiende scheepsmakerijen en Sami Madina, komt u in Karantaba Tabokoto waar u links de afslag kunt nemen naar Karantaba Tenda.
Aan de rivier even buiten de plaats bevindt zich het Mungo Park Memorial. Het is een obelisk, opgericht ter nagedachtenis aan Mungo Park, een Britse ontdekkingsreiziger-arts, die in deze omgeving veel belangrijk werk heeft gedaan. Hij vestigde zich hier en wilde de eerste blanke zijn die het verder landinwaarts gelegen Timboektoe aanschouwde. De obelisk markeert de plaats waar hij zijn tocht naar Niger begon. Hij was ervan overtuigd dat de rivier Gambia op de een of andere manier aansluiting had met de rivier Niger. In de voet van de ongeveer 10 meter hoge en uit ruwe steen opgetrokken gedenknaald is een plaat aangebracht waarop u kunt lezen dat Mungo Park op 2 december 1795 en op 4 mei 1805 vanaf deze plaats zijn reizen begon met als doel de loop van de rivier Niger te ontdekken.
De weg volgend, buigt u opnieuw van de rivier af in de richting van de grens met Senegal. Ook op deze oever zult u regelmatig geconfronteerd worden met patrouillerende politie en politiecheckpoints. U zult er weinig hinder van ondervinden. Tussen Tabanani en Fitu kunt u bij Keling Jawahibe of Demba Kali rechts de weg verlaten en bereikt u via Demfaui en Karim Demfaui het dorp Jemagen, tegen de Senegalese grens. Weinig blanken gingen u voor, het werd ‘ontdekt’ door uw gids, de tweede blanke die ooit het dorp bezocht en er inmiddels een naamgenoot heeft: Mohammed Paul Khan, geboren in maart 1998.
Het dorp werd bezocht op aanwijzing van griot Demba Jaboteh die in Sankuli Kunda woont en als een van de belangrijkste personen wordt beschouwd in de geschiedschrijving van JanjangBureh en de aangrenzende districten. Behalve nog niet in kaart gebrachte in het landschap verscholen stenen cirkels is er een diepe wel, ongeveer 10 minuten lopen landinwaarts, genaamd Frura ôyiliy. Het verhaal dat bij deze wel hoort, vertoont verrassende gelijkenissen met het verhaal van Boeddha onder de boom. De alkalo of een van de dorpsoudsten zal best genegen zijn u de put te tonen. Houdt rekening met een tocht door droog grasland, bescherm uw onderdanen goed tegen teken.
Let er op dat u het dorp niet bezoekt zonder kolanoten (alkalo) en wat presentjes voor de dorpelingen, bijvoorbeeld gewone Gambiaanse zeep voor de vrouwen die de was moeten doen, verband of geneesmiddelen, kleding of wat speelgoed. Schoolbenodigdheden zijn hier wat minder noodzakelijk, weinig kinderen volgen onderwijs. Ga het dorp pas binnen als de alkalo u daartoe uitgenodigd heeft. Op het erf van zijn huis liggen zijn voorvaderen, allen alkalo’s, begraven.
Het uitstapje kost minimaal 2 uur, maar u bent wél in Gambia geweest! De rivier Gambia wordt weer bereikt tegenover JanjangBureh, in Lameng Koto. Dit is een weinig interessante plaats, maar voor degene die van het openbaar vervoer gebruik maakt, wel een heel belangrijke. Op de noordelijke oever van de rivier Gambia houdt hier de mogelijkheid op om van openbaar vervoer gebruik te maken in oostelijke richting. Vanuit Barra komend kan men dus niet verder. Soms is men wel bereid u tegen vergoeding verder naar het oosten te brengen met particulier vervoer. Raadpleeg de bevolking ter plaatse.
De oplossing ligt voor de hand: overvaren naar JanjangBureh en vandaar opnieuw overvaren naar Sankuli Kunda. Op de zuidelijke oever is het mogelijk om met het openbare vervoer tot in Fatoto te komen. Vlak voor Lameng Koto ligt het JanjangBureh Camp, waar u kunt overnachten. Ook vanaf dit punt is het mogelijk de rivier over te steken om via de Senegambia Highway naar Banjul te rijden.
Via de noordelijke oever steekt de weg het binnenland in en komt bij Kunta-ur (ten onrechte vaak aangeduid als Kuntaur), opnieuw bij de rivier. Kunta-ur ligt in een scherpe bocht van de rivier en is bij de schippers berucht vanwege de aanwezigheid van het wrak van de Lady Denham, dat zich in de vaarroute bevindt. De Lady Denham was een van de eerste stoomboten die met passagiers de rivier Gambia opvoer. Wanneer u vaker tochtjes op de rivier maakt dan zal het opvallen dat de rivier, de bolongs en de kreken tamelijk veel wrakken bevatten. Alleen, het ene ligt wat meer in de weg als het andere.
Kunta-ur zelf is een druk plaatsje. Langs de smalle hoofdstraat zijn de huizen opgetrokken van steen en dat is toch weer een teken van Britse invloeden in dit gebied.
Zuidelijk van Kunta-ur ligt het niet toegankelijke Baboon Island National Park, midden in een uitgestrekt mangrovegebied. Dorpen als Sukuta en Barajali, zijn slechts via een karrenspoor bereikbaar. Barajali is bekend geworden doordat het de geboorteplaats is van de inmiddels afgezette eerste president van Gambia, (Alhaji) Sir Dawda Kairaba Jawara. In 1985 werd het dorp als nationaal monument aangewezen en er is overnachtingsgelegenheid. Het gebied is dus niet ondoordringbaar en de natuurliefhebber kan er zijn hart ophalen.
Het noorden
Ocean Bay Resort is een luxueus 4,5-sterrenresort, grotendeels gerenoveerd en onder nieuw internationaal management, gelegen in het hart van Cape Point, direct...
Het aparthotel Djeliba is een mooi verblijf dat in verschillende opzichten uniek te noemen is. Mede door de kleurrijke Gambiaanse sfeer, de...
Het Baobab Holiday Resort is een gemoedelijk complex in een unieke bouwstijl en dankt zijn naam aan de reusachtige Baobabbomen die in...