Het oosten is minder dichtbevolkt dan het noorden en noordwesten en in toeristische zin minder ontwikkeld. Toch liggen juist enkele van Mauritius’ allerbeste hotels aan de oostkust, rond de oogstrelende stranden van Belle Mare en Palmar. Eenvoudiger onderkomens zijn verder zuidwaarts te vinden in het vissersplaatsje Trou d’Eau Douce en bohémienstad Mahébourg. Behalve mooie stranden heeft het oosten bovendien een aantal grote, bergachtige domeinen met een rijke natuur.

Grootste lagune, mooiste zee

Tussen Trou d’Eau Douce en Pointe d’Esny strekt zich over 23 km de grootste lagune van Mauritius uit. Het ondiepe water genereert op zonnige dagen een caleidoscoop van verschillende tinten blauw en groen. Wanneer je de weg volgt tussen Trou d’Eau Douce en Mahébourg langs de rotsachtige kust is dit alles op zijn mooist te zien. Je ziet een steeds van kleur veranderende zee aan de ene kant, steile groene berghellingen aan de andere kant, fietsende en wandelende dorpsbewoners op de weg en vissers op het rif. Hier wordt het uitzicht op zee gelukkig bijna nergens bedorven door gebouwen of muren.

Je passeert dorpjes met grappige namen zoals Quatre Soeurs, Deux Frères en Bois des Amourettes waar Franse soldaten duelleerden om de lokale meisjes. Het dorp Grande Rivière Sud-Est wordt op borden afgekort tot G.R.S.E. De gelijknamige rivier die hier uitmondt is voor een deel bevaarbaar. Bij het uitkijkpunt Pointe du Diable (Duivelspunt) staan een paar oude Franse kanonnen die tussen 1750 en 1780 de twee grote openingen in het rif bewaakten. In de ruïne aan de andere kant van de weg werd de munitie opgeslagen.