Wie met de auto de rustige, goed geasfalteerde bergweg tussen Vacoas/Curepipe en Chamarel door deze streek volgt passeert eerst het drinkwaterreservoir Mare aux Vacoas (600 m) en vervolgens een steeds wisselend landschap met grootse panorama’s op de bossen van Black River Gorges, Maccabé en Bel Ombre. Langs de kant van de weg groeit van alles: fruitbomen, bamboe, hibiscus, boomvarens en Chinese guavestruiken tussen naaldbomen.

Hoogtepunt van de Plaine Champagne is de spectaculaire en ongerepte natuur van het grote Black River Gorges National Park. Met 6754 hectaren neemt het circa 3,5% van het landoppervlakte van Mauritius in. Het park werd in 1994 officieel geopend in een optimistisch zij het wat late poging het laatste stuk oorspronkelijk woud op het eiland te behouden voor toekomstige generaties. Centraal liggen de ‘gorges’, diep uitgesleten ravijnen bedekt met bomen en struiken. Leeuwen en olifanten zul je er niet tegenkomen maar tussen het dichte groen verschuilen zich wel apen, vleermuizen die zich rond zonsondergang laten zien en inheemse vogelsoorten van Mauritius waaronder de kestrel, de roze duif en de knalgroene echoparkiet, alledrie op het nippertje voor uitsterven behoed.

Het park leent zich goed voor het maken van korte of langere wandelingen in een betoverend mooie natuur. Black River Gorges wordt beheerd door de NPC (National Park and Conservation Service), een afdeling van het ministerie van Landbouw en Visserij. Het park is voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. 

Zeldzame soorten

De biologische waarde van het park is enorm. Tussen de 360 verschillende bloeiende planten (waarvan 150 inheemse soorten) bevinden zich verschillende palm- en orchideeënsoorten en allerlei zeldzame plantjes die nergens anders in de wereld voorkomen. Van sommige inheemse boomsoorten zoals ebbenbomen en de dodoboom (tambalacoque) overleven nog maar enkele eenzame exemplaren in hooggelegen delen van het bos. Zo ook de natte-boom met zijn parapluachtige kroon en een stam die vaak zo mooi bekleed is met mossen en varens.

Delen van het reservaat zijn afgezet (Conservation Management Areas) en ontdaan van onkruid om deze soorten een kans op overleven te geven. Andere exemplaren worden overgebracht naar botanische centra op Mauritius, in Londen of Parijs. Daar worden ze vermeerderd en vervolgens weer uitgezet.

Voor reptielen, herten, zwijnen, vlinders, vleermuizen en vooral vogels is Black River een belangrijke habitat. Personeel van het National Park, medewerkers van de Mauritian Wildlife Foundation en universiteitsstudenten houden de bedreigde vogelsoorten in de gaten. Zij gaan ook voortdurend op zoek naar laatste exemplaren van zeldzame plantensoorten.

Chamarel Road/Route Plaine Champagne

Er zijn verschillende mogelijkheden om in het park te komen: vanuit Curepipe (via informatiecentrum Pétrin), vanuit het oosten (via Grand Bassin), vanuit het zuiden (via Chamouny), vanuit het Westen (via Chamarel) en vanuit het noordwesten (via het Visitor’s Centre). Bij het Visitor’s Centre mogen auto’s het park niet in, je moet hier te voet verder.

Heb je weinig tijd en wil je alleen langs een paar uitkijkpunten rijden, neem dan de weg die van oost naar west het park doorkruist, een stijgende en dalende route door verschillende bostypen, prachtig. Ook het klimaat lijkt onderweg steeds te veranderen, van kil en vochtig op de hoger gelegen delen tot zonnig en warm in de dalen. Het hoogste punt van de weg (720 m) wordt gemarkeerd door een radiotoren.

Niet te missen is het spectaculaire uitkijkpunt met zicht op de Piton de la Rivière Noire (828 m) en de ‘gorge’ van Black River. De bergen rond deze diep uitgesneden ravijn schakelen zich als een reusachtige aardse rits aaneen en leiden je blik in de richting van de kust. In de verte schittert de zee en aan de rechterkant is een waterval te zien. Deze plek staat niet aangegeven maar is herkenbaar aan parkeervakken links en rechts van de weg waar op drukke dagen ijs- en souvenirverkopers hun kamp opslaan. Laat de auto staan en volg het voetpaadje tot aan het meest indrukwekkende uitzicht van Mauritius.

Ten westen van Chamarel meandert de weg in haarspeldbochten naar beneden en passeer je nog zo’n fantastisch uitkijkpunt.

Wandelingen

Het informatiecentrum van Le Pétrin en het Visitor’s Centre zijn beide startpunt van korte en lange wandelroutes naar het hart van het park. Er is zo’n zestig kilometer aan wandelpaden uitgezet. Een aantal wandelingen begint achter Chamarel Road. Ze voeren door dicht bos en hooggelegen nevelwouden naar Bel Ombre of naar Piton de la Rivière Noire, de hoogste berg. Het is ook mogelijk af te dalen via de ‘gorges’ naar de Rivière Noire/Black River zelf voor een verfrissende duik.

Bij beide informatiecentra is een kleine tentoonstelling over het park ingericht en de mensen die er werken kunnen al je vragen over zwaarte en conditie van de wandelroutes beantwoorden. Een schematische kaart van het park is te koop voor Rs 5. De routes zijn zelfstandig te volgen of onder begeleiding van een ranger (vooraf reserveren) die waar nodig het pad voor je vrijmaakt.

Grand Bassin, het heilige meer

Eenmaal per jaar brengt het Grand Bassin honderdduizenden gelovigen uit binnen- en buitenland op de been voor de grootste hindoepelgrimage buiten India (Maha Shivaratri). Voor hen is Ganga Talao zoals zij het kratermeer noemen net zo heilig als de Ganges zelf. Nu begrijp je ook waar die enorme parkeerplaatsen voor dienen en de dranghekken bij de ingang.

Ooit droomde een priester dat er een verbinding is tussen het Grand Bassin en de heilige Ganges in India. Shiva en zijn vrouw Parvati maakten in de droom een nachtelijke tocht over de wereld. Terwijl ze Mauritius bewonderden vanuit de lucht liet Shiva per ongeluk wat druppels Gangeswater uit de pot die hij bij zich droeg in een krater vallen. Prompt ontstond een meer. Al voordat deze ‘ontstaansgeschiedenis’ kwam bovendrijven geloofden de eilanders dat elfen en feeën zich ophouden rond het mysterieuze meer. De jagende wolken en soms laaghangende mist rond deze plek zullen aan die gedachte hebben bijgedragen.

Ook buiten de grote feestdag komen mensen naar het meer om offers te brengen aan Shiva en andere hindoegoden. Er staan verschillende tempels waar mensen hun puja's doen. Vrouwen in kleurige sari’s leggen bloemen, etenswaren en wierook bij talloze offerplaatsjes langs het water. Vissen en grote palingen in het meer leven er goed van terwijl op de oever apen en vogels klaarzitten om de laatste restjes op te peuzelen. Zij weten zich beschermd door Hanuman, de aapgod. Hij zit bovenop een heuvel, bereikbaar via een lange trap.

Er staan nog een paar godenbeelden bij het meer maar de meeste indruk maakt toch het dertig meter hoge Shivabeeld bij de parkeerplaats. Shiva kijkt in de richting van de ondergaande zon en heeft het beste uitzicht op de Plaine Champagne. Grand Bassin ligt ten oosten van Le Pétrin, net buiten het nationaal park op een hoogte van zevenhonderd meter.