Jeruzalem

Swipe

De oude stad

Oude Stad Top 5 bezienswaardigheden

1. De joodse klaagmuur en de Tempelberg.
2. De Citadel met de toren van David bij de Jaffapoort.
3. De Via Dolorosa ofwel de kruisweg van Jezus van Nazareth.
4. De Kerk van het Heilige Graf.
5. Het Museum voor Armeense geschiedenis.

Muren, poorten en torens Jeruzalem

De indrukwekkende muren die tot op de dag van vandaag de ‘Oude Stad’ van Jeruzalem omsluiten, werden gebouwd in opdracht van de Turkse sultan Soliman de Luisterrijke (1520-1566). Hij besloot de stad te versterken om het hoofd te kunnen bieden aan de vele gewapende conflicten in die tijd met de bedoeïenen. De zeer imponerende en zwaar versterkte muur heeft een lengte van 4 km, is 10 tot 12 m hoog en 4 tot 6 m breed. De acht toegangspoorten van de stad werden nauwlettend in de gaten gehouden vanaf niet minder dan 34 verdedigingstorens. Voorts werden op strategische plaatsen in de torens verticale sleuven aangebracht, waardoor men kokende olie of kokend heet water kon gieten op de belagers. Nergens in het Midden-Oosten kunt u een vergelijkbaar voorbeeld van verdedigingsbouwkunst vinden. De acht poorten zijn: de Jaffapoort in de westelijke muur; de Zionspoort en de Mestpoort in de zuidelijke muur; de Gouden Poort en de Leeuwen- of Stefanuspoort in de oostelijke muur; en de Herodespoort, de Damascuspoort en de Nieuwe Poort in de noordelijke muur. Bepaalde delen van de verdedigingsmuren zijn toegankelijk voor bezoekers. U kunt over de muur van de Jaffapoort naar de Damascuspoort, van de citadel naar de Zionspoort en van de Zionspoort naar de Mestpoort wandelen (geopend: zaterdag t/m donderdag van 9.00 tot 16.00 uur en vrijdags van 9.00 tot 14.00 uur).

Jaffapoort 

Bij de Jaffapoort eindigde vroeger de karavaanweg die de kustvlakte en de haven van Jaffa met Jeruzalem verbond. De Palestijnse bewoners van de stad noemen de poort de Bab el Khalil ofwel de poort van de vriend. Op een ondersteuningsmuur van de poort staat namelijk in het Arabisch geschreven: ‘Er is geen god buiten Allah en Abraham is zijn vriend’. Evenals de andere toegangspoorten van de stad is ook de Jaffapoort smal en hoekig. Op deze wijze voorkwam men dat veel vijanden tegelijk de stad konden binnendringen. Daarom moest men in 1898 een deel van de verdedigingsmuur tussen de poort en de citadel afbreken om voor de Duitse keizer Wilhelm II en zijn ruiters een vrije ruimte te creëren. De Britse generaal Allenby toonde in 1917 meer respect voor de heilige stad, hij steeg van zijn paard en betrad de stad te voet. Ook veel huidige bezoekers betreden de Oude Stad via de Jaffapoort; vandaar dat u aan de binnenzijde van de poort een toeristeninformatiekantoor kunt vinden. De Jaffastraat mondt uit bij de Jaffapoort. Een trambaan verbindt het centrale busstation via de jaffastraat met onder andere de Jaffapoort.

Mamilla Alrov Quarter

Het gebied buiten de Jaffapoort is in 2007 en 2008 gerenoveerd en omgevormd tot een aantrekkelijk winkelgebied. Dit zogenoemde Mamilla Alrov Quarter projekt, is ontworpen door de architect Moshe Safdie. Als u de trappen afdaalt in het gerenoveerde deel, dan komt u bij de luxe winkels en de aantrekkelijke terassen waar u een kop koffie of glas Israelische wijn kunt drinken en tegelijkertijd kunt genieten van een fraai uitzicht op West-Jeruzalem. Toch blijft het vreemd om de Jaffastraat schuin onder de eeuwenoude Jaffapoort te zien verdwijnen in een moderne tunnel.

Citadel met de toren van David

Vlak naast de Jaffapoort staat de Citadel met de toren van David. De citadel is van oorsprong een burcht die tot doel had om de verdediging van de kwetsbare westmuur te versterken. De burcht werd gebouwd door de Syrische koning Antiochus IV Epifanes (173-63 v. Chr.). De vazalkoning Herodes de Grote had minder te duchten van eventuele vijanden en dus liet hij het kasteel tot paleis verbouwen, de drie torens kregen de aansprekende namen Fasael (naar zijn broer), Mariamne (naar zijn vrouw) en Hippicus (naar zijn vriend). De mammelukken hadden in de 16e eeuw echter te maken met aanvallen van Turken. Vandaar dat het paleis wederom werd omgebouwd tot burcht. De Turkse sultan Soliman breidde het bouwwerk verder uit met onder meer het westelijke terras. In 1665 werd een minaret gebouwd op de resten van de een wachttoren, deze zogenoemde toren van David verheft zich nog steeds trots boven de citadel. Aan de voet van deze toren strekken zich de archeologische resten uit van dit bouwwerk. De moskee onder de toren van David is als museumruimte ingericht.

Museum van de Geschiedenis van Jeruzalem

In de citadel kunt u namelijk het Museum van de Geschiedenis van Jeruzalem vinden (Tower of David, Museum of the History of Jerusalem; geopend: nov.-mrt. zo.-do. 10.00-16.00 uur, vr., za. en feestd. 10.00-14.00 uur, apr.-okt. zo.-do. 9.00-17.00 uur, vr., za. en feestd. 9.00-14.00 uur). Andere musearuimten liggen verspreid over het gehele bouwwerk. Het zeer bezienswaardige museum wijkt af van alle andere. In de regel is een museum een nieuw gebouw waarin oude objecten staan tentoongesteld. In dit museum is het echter precies andersom: hier staat een gebouw met een geschiedenis van bijna 3000 jaar, maar bijna alle objecten in het museum zijn nieuw. Het moderne museum vertelt de geschiedenis van Jeruzalem van 4000 jaar geleden tot nu. Als u een bezoek brengt aan Jeruzalem, dan kunt u dit het best beginnen met een bezoek aan dit museum. Het biedt u door middel van onder meer maquettes, animaties, hologrammen, schilderingen, foto’s en films een duidelijk beeld van de geschiedenis van de stad. Uniek is het filmpje dat de gebroeders Lumière in 1893 van Jeruzalem maakten. Beroemd is de maquette van Jeruzalem die Stephan Illes in 1873 vervaardigde. Het uitzicht vanaf de Fasaeltoren (rechts van de ingang en eveneens de toren van David genoemd) op Jeruzalem is zeer bijzonder. Vanaf de ene kant van de toren kijkt u over de daken van de Oude Stad naar de tempelberg, terwijl u vanaf de andere zijde van de toren zicht heeft op West-Jeruzalem. Het is goed te zien dat de Heilige-Grafkerk op de heuvel Golgotha is gebouwd. In het museum zijn ear-phones verkrijgbaar. Bijzonder is de licht en geluid show, , die u in de avonduren een spectaculair overzicht biedt van de geschiedenis van Jeruzalem in beeld en geluid. Van zondag tot en met vrijdag zijn er om 11.00 uur rondleidingen met een Engelstalige gids; de Hebreeuwse rondleiding start om 10.30 uur. Van april tot en met oktober voert men in de avonduren op het terrein van de citadel een klank- en lichtspel op, getiteld The Night Spectacular (ma. en wo.: 20.30 uur Hebreeuws, 21.30 uur Engelstalig; wo.: 22.30 uur Duitstalig; ma.: 22.30 uur Franstalig; za.: 22.30 uur Engelstalig; neem een dikke trui of jas mee). Het verdient aanbeveling om voor deze show van tevoren te reserveren.

Zionspoort 

De Zionspoort ligt aan de voet van de berg Zion en geeft toegang tot de Armeense en joodse wijk.

Graf van David

Buiten de poort kunt u het graf van David vinden (zie verder de Zionsberg). Het graf is voor joden een belangrijk heiligdom al is niet geheel zeker dat koning David hier begraven ligt. Tijdens de oorlog in 1948 probeerden de joodse soldaten via deze poort de joodse wijk te benaderen om deze te kunnen ontzetten. De vele kogelgaten in de muren rondom de poort zijn de stille getuigen van deze poging. Een poging die niet slaagde; de wijk werd vervolgens door de Jordaanse troepen met de grond gelijk gemaakt.

Mestpoort 

Via de Mestpoort werd al het stedelijk afval buiten de muren van de stad gebracht. De poort geeft toegang tot de joodse wijk en ligt vlak bij de Klaagmuur en de Tempelberg.

Gouden Poort

De Gouden Poort ofwel de Poort der Barmhartigheid is al eeuwenlang dichtgemetseld en vormde oorspronkelijk de oostelijke ingang van de Tempelberg. De poort ligt aan de voet van de Olijfberg. Via deze ingang kwam Jezus op Palmzondag de stad Jeruzalem binnen, gezeten op een ezel. De huidige poort dateert uit de 5e eeuw, de koepels aan de binnenzijde (op de Tempelberg) zijn in een latere periode door de moslims aangebracht. In 1495 werd de poort dichtgemetseld om te verhinderen dat de verwachte joodse Messias of de op aarde teruggekeerde Jezus via deze poort de stad Jeruzalem zou binnentrekken. F.R. Oliphant schreef in zijn boek ‘Notes of a Pelgrimage to Jerusalem’: ‘Er gaat een gerucht onder de moslims dat, wanneer Jezus weer terugkomt op aarde, hij geen respect voor hen zal hebben en ze de stad uit zal gooien. Daarmee zal de stad weer onder christelijke heerschappij komen te staan. Omdat hij door de Gouden Poort zal binnentreden, hebben de islamitische autoriteiten voorzorgsmaatregelen genomen en de muur dichtgemetseld. Maar ach, een Messias die niet in staat is door deze poort te breken, zou ook niet in staat zijn om de Jordaan in brand te zetten.

Leeuwen- of Stefanuspoort

De Leeuwen- of Stefanuspoort verbindt de Via Dolorosa in de Oude Stad met de Olijfberg en het Kedrondal. De poort werd gebouwd in opdracht van sultan Soliman. Tijdens een droom verschenen twee leeuwen voor de sultan; zij bevalen hem de stadsmuur van Jeruzalem weer op te bouwen, anders zouden zij hem doden. Aldus geschiedde en ter herinnering aan deze droom liet hij twee stenen leeuwenreliëfs op de oostgevel van de poort aanbrengen. De poort was tevens getuige van de steniging van de heilige Stefanus, de eerste christelijke martelaar. Daarom spreken de christenen van de Stefanuspoort. In 1967 trokken de Israëlische troepen via deze poort de ommuurde stad binnen.

Herodespoort 

De Herodespoort geeft toegang tot de moslimwijk en is genoemd naar koning Herodes; men vermoedde in de middeleeuwen dat hier zijn paleis had gestaan. Iedere vrijdagmorgen wordt bij deze poort een schapenmarkt gehouden.

Steengroeven van koning Salomo/Grot van Zedekia

Tussen de Herodespoort en de Damascuspoort liggen de overblijfselen van de steengroeven van koning Salomo ofwel de grot van Zedekia. Volgens de overlevering werden uit deze groeve de stenen gehakt die dienden voor de bouw van de tempel van Salomo. De laatste koning van Juda, Zedekia, maakte van het uitgebreide gangenstelsel gebruik om de stad te ontvluchten voor de binnendringende soldaten van de Babylonische koning Nebukadnezar in 586 v. Chr. Hij werd later alsnog gevangen genomen in de omgeving van Jericho. Het gangenstelsel is toegankelijk (zaterdags gesloten).

Damascuspoort 

De Damascuspoort is de meest indrukwekkende poort van de Oude Stad. De poort is zwaar versterkt omdat hij een laag punt in de verdedigingsmuur markeert en dus extra kwetsbaar was gedurende vijandige aanvallen. Bij deze poort mondde een belangrijke karavaanweg uit die zijn oorsprong had in de stad Damascus. Bij de poort zijn tal van oude fundamenten blootgelegd die nu diep onder het huidige straatniveau liggen.

Zuil van Hadrianus 

De zogenaamde zuil van Hadrianus herinnert aan de bedwongen opstand van de joden onder Bar Kochba in het jaar 135. Via de Damascuspoort bereikt u de drukke en zeer bezienswaardige oosterse markten van Jeruzalem. Deze bruisende bazaars of soeks herbergen honderden winkeltjes met een schat aan koopwaar. Hier is werkelijk alles verkrijgbaar, van verse groente tot produkten van glas en olijfhout en nog veel meer. De levendigheid wordt nog vergroot door de vele souvenirverkopers, die enthousiast proberen hun artikelen aan de voorbijgangers te verkopen.

Nieuwe Poort

De Nieuwe Poort werd pas in het jaar 1889 geopend en vormt de toegang tot de christelijke wijk.

De Tempelberg ofwel Haram E-Sharif

Een van de meest bezochte plaatsen in Jeruzalem is de Tempelberg ofwel Haram E-Sharif (het edele heiligdom). Het tempelplein is geopend: zaterdag t/m donderdag van 8.00 tot 11.00 uur en van 13.30 tot 15.00 uur (om 16.00 uur moeten de laatsten het tempelplein verlaten hebben), gesloten op vrijdag en islamitische feestdagen. Tijdens de viering van de ramadan is het tempelplein geopend van 8.00 tot 11.00 uur. De verschillende heiligdommen op het plein zijn tijdens momenten van gebed (’s winters van ca. 11.30 tot 12.30 uur en zomers van ca. 11.00 tot 13.30 uur) tijdelijk gesloten voor niet-islamieten. Het tempelplein is voor toeristen alleen toegankelijk via de houten brug die vanaf de klaagmuur omhoog voert naar het tempelterrein. U betreedt dan via de Mograbipoort ofwel de Poort van de Moren het tempelplein. De Tempelberg is van beslissende betekenis geweest voor de loop van de geschiedenis van de stad Jeruzalem en is heilig voor zowel joden als moslims.

Op deze plek wilde Abraham op bevel van God zijn zoon Izaak offeren aan de Heer en hier richtte hij een altaar op. ‘Toen riep de engel van de Heer opnieuw uit de hemel: ‘Abraham, je hebt gedaan wat ik je vroeg, je was zelfs bereid mij je enige zoon te offeren. Daarom heb ik, de Heer, bij mijzelf gezworen je grote voorspoed te geven’.’

In plaats van zijn zoon Izaak mocht Abraham een ram offeren. Nog steeds blaast men op joodse feestdagen op de ramshoorn (sjofar) om deze gebeurtenis te gedenken. De klank van de sjofar zal volgens de joodse godsdienst ook de komst van de Messias aankondigen. Toen de nationale held koning David (ca. 1004-960 v. Chr.) Jeruzalem tot hoofdstad van het land maakte, kreeg hij van de profeet Gad de opdracht om op deze plek een altaar voor de Heer te bouwen. Hiertoe kocht hij van koning Arauna de top van de berg Moriah voor het bedrag van 50 zilverstukken. Vervolgens bouwde hij het altaar op de dorsvloer, het rotsplateau onder de huidige Rotskoepel.

Zijn zoon Salomo liet op deze zelfde plek de Eerste Tempel bouwen, in Foenicische stijl. ‘Toen begon Salomo voor de Heer de tempel te bouwen op de berg Moriah in Jeruzalem, waar de Heer aan zijn vader verschenen was’ (2 Kron. 3:1).

Een belangrijk ritueel object in deze tempel was de gouden menora, de bekende zevenarmige kandelaar. Bovendien plaatste men hier de ark des verbonds. Koning Salomo liet tevens een fraai paleis bouwen, dat ‘het woud van Libanon’ werd genoemd, vanwege de zuilen van cederhout die hij uit Libanon importeerde. In 587 v. Chr. werd de tempel door de troepen van de Babylonische koning Nebukadnezar verwoest. Toen ca. 50 jaar later de joodse ballingen mochten terugkeren bouwden zij de Tweede Tempel. In de 500 jaar die daarop volgden werd het tempelplein omringd door muren en torens. Herodes de Grote (37-4 v. Chr.) vergrootte en verfraaide het plein tot zijn huidige vorm, een rechthoekig plein met een grootste lengte van 486 m en een grootste breedte van 317 m. Het geheel werd omgeven door een versterkte muur met tien torens. Herodes liet de bestaande tempel zo goed als afbreken en vervangen door een nieuw gebouw, hoger en indrukwekkender dan het vorige. Tegenwoordig staan er op het tempelplein 4 minaretten, 6 fonteinen, 10 poorten, 10 koepels en 25 waterbakken.

Veel belangrijke gebeurtenissen in het leven van Jezus van Nazareth vonden plaats bij de tempel. Hier joeg Hij de geldwisselaars en de handelaars van het tempelplein. In 70 n. Chr. werd de Tweede Tempel verwoest door de binnenstormende Romeinse troepen van Titus. Keizer Hadrianus liet in 136 op de plek waar eens de tempel had gestaan een tempel voor de Romeinse god Jupiter bouwen, die tweehonderd jaar later in opdracht van keizer Constantijn (306-337) werd neergehaald. Hij liet er een Byzantijnse kerk bouwen.

Vier jaar na de dood van de profeet Mohammed namen de Arabieren de stad Jeruzalem in bezit.

Rotskoepel (Dom van de Rots ofwel Qubbat es Sakhra)

De Byzantijnse kerk moest op haar beurt plaats maken voor de Rotskoepel (Dom van de Rots ofwel Qubbat es Sakhra), een islamitisch heiligdom. Volgens de overlevering steeg de profeet Mohammed vanaf de rots Moriah ten hemel met zijn gevleugelde witte paard Burak (El Burah ofwel de bliksem). De engel Gabriël toonde hem zeven verschillende hemelen, waar hij grote godsdienstige figuren uit het verleden ontmoette, onder andere Adam, Johannes, Jezus, Jozef, Mozes en Abraham. Uit deze hemelen bracht Mohammed de vijf gebeden mee (zie hoofdstuk ‘Godsdienst’). Kalief Omar plaatste hier in 638 een eenvoudige houten moskee; vandaar dat men dit dominerende bouwwerk abusievelijk nog vaak de ‘moskee van Omar noemt’. Kalief Abd el-Malik verbouwde enkele tientallen jaren later (tussen 687 en 691) de toenmalige moskee tot de huidige Rotskoepel. De Rotskoepel is sindsdien het op twee na (de Kaaba te Mekka en de moskee te Medina) belangrijkste heiligdom van de islam, slechts onderbroken door een korte periode van heerschappij door de kruisvaarders. Zij hadden de Rotskoepel van 1099 tot 1187 in gebruik als een kerk ter ere van Jezus, de ‘Templum Domini’. In wezen is de Rotskoepel geen moskee, maar een gedachtenismonument. Het werd en wordt niet gebruikt als moskee. Het schitterende achtzijdige heiligdom heeft een opvallende gouden koepel met een diameter van 26 m. De restauratie van deze koepel (op kosten van koning Hoessein van Jordanië) kwam in 1996 gereed. De koepel reikt tot een hoogte van 54 m boven de rots. Deze 15 bij 12 m metende rots ligt midden in het met prachtig mozaïekwerk uitgevoerde bouwwerk en is de feitelijke top van de berg Moriah, die als middelpunt van de wereld wordt beschouwd. Volgens de moslims stroomt diep onder de rots het water van de zondvloed, want dit is tevens de plek waar volgens hen de ark van Noach strandde. Op de rots (rechts van de ingang) staat een voetafdruk waarvan men zegt dat het die van Mohammed is; bij de rots staat een kabinet met daarin een zilveren kistje waarin als relikwie een paar haren uit de baard van de profeet bewaard worden. Het traliehek rondom de rots stamt uit de tijd van de kruisvaarders, terwijl de statige marmeren zuilen die de koepel ondersteunen, uit Byzantijnse kerken en Romeinse gebouwen zijn gehaald. Andere delen van de huidige Rotskoepel dateren uit de 11e en de 14e eeuw. Als versieringen zijn wonderschone arabesken in bloemachtige motieven en verzen uit de koran aangebracht. Op de vloer liggen kostbare rode tapijten. Links van de zuidelijke poort staat de mihrab, een ronde nis in de muur die de ‘richting naar Mekka’ (kibla) aangeeft. Ongeveer vanaf deze plek voert een trap omlaag naar een grot onder de rots. Hier komen tweemaal per week de zielen van gestorvenen in gebed bijeen. De vier hoeken zijn vernoemd naar Elia, Abraham, David en Salomo. De kleine nis, links van de trap, is van oorsprong waarschijnlijk een mihrab.

Kettingkoepel (Qubbat es-Silsile)

Aan de oostzijde van de Rotskoepel staat een verkleinde uitgave van het heiligdom, de Kettingkoepel (Qubbat es-Silsile). Hier werden de schatten van kalief Abd el-Malik bewaard. De naam van deze koepel zou verband houden met een ketting die koning Salomo in zijn gerechtshof had opgehangen. Bij een eedsaflegging moest men de ketting aanraken. Als men meineed pleegde liet een schakel van de ketting los!

Andere bezienswaardigheden op het platform van de Rotskoepel

Andere bouwsels op het platform van de Rotskoepel zijn: de Koepel van de Hemelvaart (1220), de Hebronkoepel (19e eeuw), de Koepel van St.-George, de Koepel van de Geesten (15e eeuw), de zomerkansel en de zonnewijzer. Tegen de oostelijke muur ziet u de binnenkant van de dichtgemetselde Gouden Poort, herkenbaar aan de twee koepeltjes.

Troon van Salomo

In de directe omgeving van deze poort staat de zogenaamde ‘troon van Salomo’. Volgens de overlevering heeft de koning vanaf deze troon de werkzaamheden aan de tempel gadegeslagen. Helaas is de binnenzijde van de Rotskoepel sinds 2001 niet meer voor niet-moslims toegankelijk.

El Aksa Moskee

Tegen de zuidelijke muur van het tempelplein staat de grootste en belangrijkste moskee van Jeruzalem. Deze El Aksa Moskee ofwel de ‘Verre Moskee’ (d.w.z. ver van Mekka) met haar fraaie zilveren koepel werd oorspronkelijk gebouwd tussen 709 en 715. De moskee heeft het zwaar te verduren gehad. Tweemaal werd het gebouw met de grond gelijk gemaakt door een zware aardbeving (in 747 en 1036). De huidige 82 m lange en 55 m brede moskee kwam in de 14e eeuw gereed. Tussen 1938 en 1943 renoveerde men het gebouw; de nieuwe zuilen uit Carreramarmer werden geschonken door de Italiaanse dictator Benito Mussolini, het nieuwe plafond werd betaald door koning Faroek van Egypte. Op vrijdag 20 juli 1951 werd koning Abdullah van Trans-jordanië, de grootvader van koning Hoessein van Jordanië, bij het betreden van de moskee vermoord. Tijdens de Zesdaagse Oorlog (1967) werd het gebouw door een granaat geraakt en in 1969 stak een geesteszieke Australiër de moskee in brand. Volgens zijn zeggen had hij hiertoe opdracht gekregen van God. Na de brand zou hij koning van Jeruzalem worden. De brand richtte aanzienlijke schade aan, waarbij onder andere een 12e-eeuwse houten preekstoel verloren ging. De vloer van de ruime gebedshal is afgedekt met tapijten. Zes rijen marmeren zuilen ondersteunen het dak; tegen de zuilen zitten gelovigen de koran te lezen. Kleurrijke glas-in-loodramen, geometrische figuren, mozaïekwerk en spreuken uit de koran completeren het beeld van de El Aksa Moskee. Helaas is de binnenzijde van de El Aksa Moskee sinds 2001 niet meer voor niet-moslims toegankelijk.

El-Kaasfontein

Tussen de verhoging waarop de Rotskoepel staat en de El Aksa Moskee staat de El-Kaasfontein. Dit is een reinigingsfontein die moslims de gelegenheid biedt om de voorgeschreven wassingen, voorafgaand aan het gebed, te verrichten. Om de vloerbedekkingen in de Rotskoepel en de El Aksa Moskee absoluut schoon en daardoor cultisch rein te houden, opdat de moslims hun gebeden volgens de voorschriften kunnen houden, moeten zij hun schoenen voor de hoofdingangen van de Rotskoepel en de El Aksa Moskee uittrekken.

Stallen van Salomo

In de zuidoostelijke hoek van het tempelplein, links van de El Aksa Moskee, staan de stallen van Salomo. Een ijzeren deur markeert de ingang bij de oostelijke muur. Via een trap kan men de ondergrondse gewelven bereiken, die gedragen worden door 12 rijen pilaren. Waarschijnlijk dateren zij niet uit de tijd van koning Salomo, maar uit de tijd van Herodes de Grote. De kruisvaarders gebruikten de imponerende ruimten als paardestallen.

Museum van de islam

In de zuidwestelijke hoek van het tempelplein, aan de andere zijde van de El Aksa Moskee, staat het museum van de islam. In het museum staan islamitische voorwerpen tentoongesteld die op en rond de Tempelberg zijn gevonden. Ook kunt u hier de resten vinden van de verbrandde 12e-eeuwse preekstoel uit de El Aksa Moskee.

Mograbipoort ofwel de Poort van de Moren

Naast het museum, in de westelijke muur, kunt u weer via de Mograbipoort ofwel de Poort van de Moren het tempelterrein verlaten; het is de enige poort van het tempel-terrein die in handen is van de Israëlische autoriteiten. Vanaf het pad heeft u zicht op de opgravingswerkzaamheden. Men heeft er onder andere resten van rituele baden, graftomben en fundamenten van kruisvaardersgebouwen aangetroffen.

De Klaagmuur

De buitenzijde van de westelijke muur staat in de volksmond bekend als de Klaagmuur. Het onderste deel van deze muur is het enige authentieke overblijfsel van de oorspronkelijke westelijke steunmuur van het tempelcomplex ten tijde van koning Herodes de Grote. Een deel van de muur is verdwenen onder de fundamenten van latere bebouwing. Sedert het jaar 70 n. Chr. beklaagden de joden hier de verwoesting van de tempel door de Romeinen en aanbeden zij de aanwezigheid van Jahwe in het laatste restje muur dat nog aanwezig was, althans voor zover zij de stad mochten betreden. Van 1948 tot 1967 was de muur verboden gebied voor joden. Er speelden zich dan ook zeer emotionele taferelen af toen in 1967 de eerste Israëlische militairen tot de muur doordrongen. De Klaagmuur is het symbool van de joodse identiteit en het is de heiligste gebedsplaats voor gelovige joden. Iedere vrijdagmiddag rond zonsondergang, als de sabbat begint, is het een komen en gaan van biddende gelovigen. Iedere maandag- en donderdagochtend kunt u getuige zijn van ceremoniën rondom de Bar Mitswa’s en Bat Mitswa’s.

De ruimte voor de muur is in twee delen gesplitst; het linkerdeel is voor de mannen, het rechterdeel voor de vrouwen. Een ieder mag de muur naderen; ter plaatse kunnen mannen papieren keppeltjes krijgen om hun hoofd te bedekken. Ook de gewelven in de hoek zijn vrij toegankelijk, het Wilson-booggewelf is in gebruik als synagoge. De boog stamt uit de tijd van Herodes en droeg een brug die het tempelterrein met de stad verbond. De boog is genoemd naar de Engelse officier Wilson, die als eerste bij deze plek opgravingen deed. Van de 18 m hoge en 48 m lange muur dateren alleen de onderste zeven zichtbare rijen stenen uit het tijdperk van de tempel; zij rusten op veertien diepere rijen stenen die uit dezelfde periode stammen. Oorspronkelijk liep er slechts een smalle weg langs de muur; het huidige plein ontstond na 1967. Voor die tijd stonden hier tientallen huisjes, die men allemaal heeft gesloopt. Reeds eeuwen lang stoppen gelovige joden papiertjes met speciale wensen, verzoeken en gebeden in de kieren tussen de stenen van de Klaagmuur. Het is tegenwoordig ook mogelijk om uw wens per fax naar de Klaagmuur te verzenden (fax 02-5612222). Op de sabbat en op joodse feestdagen mag er bij de muur niet worden gefotografeerd, tevens is het verboden om er te roken. In 1996 gaf premier Netanyahu toestemming om een 488 m lange tunnel te openen voor toeristen langs het onderste deel van de muur van het tempelterrein. Deze smalle tunnel bestond al lang, maar had slechts één ingang. Door het creëren van een uitgang kunnen meer mensen de tunnel bezichtigen. Een deel van de onderaardse tocht voert over plaveisel uit de tijd van Jezus. Als u de tunnel wilt bezoeken, moet u vooraf telefonisch reserveren (tel. 02-6271333; dgls. rondleidingen). Soms staan delen van de tunnel onder water en moet u uw broekspijpen flink op-stropen. Doe nooit uw schoenen uit, ook al worden ze nat, de ondergrond is ruw en oneffen. De opening van de tunnel ging met protesten gepaard. Veel moslims zagen de opening als een schending van heilige grond. Het gehele tempelterrein is in het bezit van een vrome islamitische stichting die zorgvuldig waakt tegen alles wat haar zeggenschap erover zou kunnen verminderen. Onder de tempelberg strekt zich een waar doolhof van gangen en gaten uit die deels door de natuur en deels door de mens zijn gemaakt. De angst voor uitbreiding van deze tunnel in de toekomst is misschien niet geheel ongegrond. De huidige tunnel loopt weliswaar niet onder het tempelterrein, maar de drang van archeologen om verder te graven is groot. Veel moslims weten nog maar al te goed hoe in 1911 de exentrieke Engelse kapitein M.B. Parker met enkele als Arabieren verklede medewerkers ’s nachts onder de Rotskoepel begon te graven. Zij werden echter ontdekt en moesten halsoverkop vluchten. De verhoudingen tussen het Turkse Rijk en Engeland bleven nog lang gespannen na deze affaire.

Jerusalem Archaeological Park

Direct ten zuiden van de klaagmuur, vlakbij de Mestpoort, vindt u het Jerusalem Archaeological Park en het Davidson Center. In het archeologische park kunt u allerlei indrukwekkende resten vinden uit de periode van de Tweede Tempel. Vanaf de archeologische plek leidt een trap naar de Huldapoort, die in lang vervlogen tijden naar het tempelplein leidde. Verder vindt u er resten van een straat uit de tijd van Herodus, resten van het verlengde van de klaagmuur, rituele baden (die de pilgrims gebruikten voordat zij het tempelplein betraden), en resten van een paleis, een byzantijnse woning en een toren.

Davidson Center

Het Davidson Center ligt in het archeologische park. Hier kunt u via tentoonstellingen en films kennis maken met de lange geschiedenis van deze plek (geopend: zo.-do. 8.00 tot 17.00 uur; vr. en dagen voorafgaand aan joodse feestdagen 8.00 tot 14.00 uur.

De joodse wijk

Tijdens de hoogtijdagen van de tempel woonden er al joden in dit gebied, een traditie die lang stand hield. Ongeveer 700 jaar geleden, na het vertrek van de kruisvaarders, stond sultan Saladin de Koerd het de joden toe om weer terug te keren naar Jeruzalem. Velen vonden in de joodse wijk hun nieuwe thuis.

In 1948 echter, werd Oost-Jeruzalem met inbegrip van de ommuurde Oude Stad door Jordaanse troepen bezet. Alle joodse inwoners werden uit de wijk geëvacueerd; woonhuizen en synagogen werden verwoest. In de jaren die volgden werd de wijk aan zijn lot overgelaten, met als gevolg dat dit stadsdeel grotendeels tot puin verviel. Toen het Israëlische leger in 1967 de wijk binnenviel begon men met een grootscheeps restauratieproject. Alle huizen werden gerestaureerd of herbouwd. Eeuwenoude synagogen en talmoedscholen (yeshivot) herrezen als feniksen uit de as. De gehele wijk is opgetrokken in traditionele geelroze-getinte Jeruzalem-stenen. Hoewel de huizen modern van opzet zijn, is men er in geslaagd om het klassieke karakter van de wijk te behouden. Nauwe straatjes en intieme pleinen bepalen het aangezicht van de vernieuwde joodse wijk. Als u vanaf de Jaffapoort de David Street in loopt, dan slaat u na ca. 300 m rechtsaf de Habad Street in (u kunt de wijk natuurlijk ook binnenlopen vanaf de Klaagmuur of via de Zionspoort).

Cardo Maximus

Bij deze straat loopt de zogenoemde Cardo Maximus, de oude Romeinse hoofdstraat van Jeruzalem, toen nog Aelia Capitolania geheten. Ook tijdens de Byzantijnse overheersing was dit de belangrijkste straat van de stad. De 8 m brede door zuilen geflankeerde winkelstraat werd enkele jaren geleden tijdens opgravingen ontde

10 prachtige bestemmingen in De oude stad en Israël