Voor zover is na te gaan is het district het oudst bewoonde gebied van Jamaica. De sporen van bewoning gaan terug tot 650 v.Chr. toen zich Taíno en Arawak indianen in het gebied vestigden. Vrijwel vast staat dat Columbus in 1494 voor het eerst voet aan wal zetten in wat nu Discovery Bay heet. Het is zelfs mogelijk dat hij er, gedurende zijn vierde reis naar het Caribisch gebied een jaar (1503 -1504) verbleef op een plaats ten westen van St.Ann's Bay die hij Santa Gloria noemde. De eerste Spaanse nederzetting op Jamaica werd Sevilla la Nueva (nieuw Sevilla) genoemd. Rond 1526 werden hier de eerste suikerplantages opgezet. Het dorp bestaat nog steeds. Je vindt het even ten zuiden van de hoofdstad en het draagt nu de naam Seville.

Saint Ann's Bay

De districtshoofdstad is genoemd naar de eerste vrouw van Koning James II, lady Anne Hyde. Het was aanvankelijk een klein vissersplaatsje maar maakte een geweldige groei door, vooral nadat de haven geschikt was gemaakt voor grote zeeschepen die er bananen en bauxiet, grondstof voor aluminium, ophaalden. Met ongeveer 15.000 inwoners behoort St.Ann's Bay tot de middelgrote gemeenten van Jamaica.

Het is altijd een populaire bestemming geweest voor toeristen maar is daarin inmiddels voorbij gestreefd door Ocho Rios. Toch blijft de stad vele bezoekers aantrekken vooral vanwege het feit dat het veel authentieker is dan de meeste toeristische plaatsen. Je vindt er tal van goed onderhouden originele huizen, zoals het gerechtsgebouw uit 1860 en de St.Ann parochiekerk uit 1871. Neem ook een kijkje bij de eerste gevangenis die op Jamaica geopend werd. De 'Old Jail' werd als een fort gebouwd in 1750, maar reeds in 1795 kreeg het zijn bestemming als gevangenis. Natuurlijk maak je foto's van de standbeelden van Columbus van Marcus Garvey.

Ten westen van St.Ann's Bay ligt Cardiff Hall, een grote plantage gebouwd in 1825. De eigenaar, John Blagrove, stond bekend om zijn menselijkheid ten opzichte van de 1.500 Afrikaanse slaven die op de plantage werkten. In zijn testament liet hij elk van hen één dollar na.

Discovery Bay

Ook van Discovery Bay wordt beweerd dat Columbus hier in 1494 als eerste Europeaan voet aan wal zette. Je moet er maar aan wennen, vrijwel de gehele lokale bevolking langs de kust eist die eer op. Geschiedkundig is inmiddels vastgesteld dat die gebeurtenis plaatsvond in Sevilla la Nueva, oostelijk van Discovery Bay. Het staat echter vast dat hij wél verantwoordelijk was voor de oorspronkelijke naamgeving: Puerto Seco (droge haven). Dat betekent niet dat de baai droog valt, maar dat er, anders dan bij de meeste baaien, geen rivieren in uitmonden. De hoogte van de waterstand in de baai is geheel afhankelijk is van het getijde. Zowel bij eb als bij vloed was er altijd voldoende diepte voor de boten die er afmeerden, iets wat bij andere baaien ook lang niet altijd het geval was. Het was daarom een veel gebruikte toevluchtshaven bij stormen. Je kunt vrijwel overal tot op de bodem kijken, de ondergrond in de haven bestaat uit kalksteen. Kloven daarin zorgen ervoor dat ook grondwater vrij toegang heeft tot de baai.

De stranden zijn geweldig, in het weekend moet je er echter rekening mee houden dat de bevolking (tot van ver uit de omgeving) er graag barbequet.

Je kunt een kijkje nemen in de Green Grotto Caves, ter plaatse ook Discovery Bay Caves genoemd, grotten die een veilig onderkomen boden aan de oorspronkelijke bewoners en er kennis nemen van de manier waarop de Taíno's (die afstammen van de Arawaken) en de Arawaken er leefden. Ze werden vrijwel geheel door de Spanjaarden uitgeroeid en bij de lokale bevolking vindt je dan ook geen kenmerken meer van de indianen. De grotten strekken zich over een breed kustgebied uit (Runaway en St.Ann's Bay) en ontlenen hun naam aan de kleur die veroorzaakt wordt door algen. Ze staan op diverse plaatsen bekend onder verschillende namen, zoals Dry Harbour Caves, Runaway Bay Caves, Dairy Caves, Rum Caves en Hopewell Caves.

De grotten dienden niet alleen als schuilplaats voor ontvluchte slaven, maar werden ook gebruikt door Spanjaarden die, begeleid door slaven van wie ze ineens afhankelijk geworden waren, een (meestal geslaagde) poging ondernamen om te ontkomen aan de Britten na de grote invasie in 1655. Dankzij het feit dat de er al wonende Maroons bekend waren met allerlei ondergrondse gangenstelsels tussen de grotten, ontsnapten zij aan de Britten en boden in ruil daarvoor de slaven hun vrijheid, ervan overtuigd dat hun vlucht slechts een tijdelijke was en ze binnenkort weer terug zouden komen.

Ook het Columbus Park moet bezocht worden. Het is een soort openluchtmuseum waarin de Spaanse tijd wordt belicht. Natuurlijk zijn er tal van items aanwezig uit de tijd van de Spaanse overheersing. Er zijn vergevorderde plannen om het museum ook een educatief karakter te geven. Jamaicaanse kinderen krijgen er dan een beeld van een belangrijke periode uit hun geschiedenis.

Het plaatsje Discovery Bay is een bezoek nauwelijks waard, het bestaat uit een aantal huizen waarin vooral rijke Jamaicanen wonen. De minder dan 3.000 bewoners zijn hoofdzakelijk nazaten van vroegere Afrikaanse slaven. De haven is van economisch belang in verband met de verscheping van bauxiet. In de plaats is een laboratorium gevestigd van de University of the West Indies. Onderzoekers uit de gehele wereld houden er zich bezig met onderzoek naar het ontstaan en de groei van koraal langs tropische kusten.

Runaway Bay

Op ruim 16 kilometer ten westen van Ocho Rios vind je Runaway Bay. Het is, nét als Discovery Bay, een belangrijke toeristische trekpleister met tal van (luxe) hotels en resorts. De oorsprong van de naam is niet duidelijk, maar het is aannemelijk dat het te maken heeft met de vele weggelopen slaven die in de grotten langs de kust een veilig heenkomen zochten.

Als je van de onderwaterwereld houdt is hier veel te beleven. Er worden tal van mogelijkheden geboden om die te onderzoeken. Duiken is een favoriete bezigheid, op diverse plaatsen zijn voorwerpen afgezonken, zoals enkele auto's, natuurlijk is er een scheepswrak en je vindt er zelfs een vliegtuig. Ervaren duikers brengen een bezoek aan onderwaterspelonk en de daar gezonken sleepboot Reggae Queen. Een bezoekje aan de (koraal)riffen behoort eveneens tot de mogelijkheden. Ook als je een liefhebber bent van hengelsport ben je hier langs de kust aan het goede adres.

De omgeving biedt tal van mogelijkheden voor dagexcursies. Je kunt bijvoorbeeld een bezoek brengen aan de vissershaven van Salem.

Let er op dat het, zeker als het donker is, niet overal even veilig is in deze omgeving. Als je je hotel of resort verlaat, doe dat dan in overleg met de receptionist ervan.

Ocho Rios

Het voormalige vissersdorp werd in de jaren 1960 door de Jamaicaanse toeristenorganisatie aangewezen als te ontwikkelen toeristengebied en in de loop van de jaren 1980 was men zover dat de plaats, met ongeveer 10.000 inwoners, inderdaad het aanzien van een toeristencentrum had. Er zijn tientallen restaurants, je kunt er nachtclubs bezoeken en het hotelaanbod is behoorlijk groot. De natuur in het achterland is zeer bijzonder mede dankzij de aanwezigheid van de Dunn's River Falls, die als een van de fraaiste watervallen ter wereld wordt beschouwd.

Ocho Rios is een verbastering van het oude Spaanse woord chorreros wat ruw, snelstromend water betekent, de naam heeft dus niets te maken met het aantal rivieren dat hier in zee uitmondt. Het was het laatste bolwerk van de Spanjaarden voordat ze definitief door de Britten van het eiland werden verjaagd. De omgeving is bijzonder vruchtbaar en er waren, dankzij de exportmogelijkheden, tal van landbouwactiviteiten die, tot aan de opkomst van het toerisme en de vondst van bauxiet, de belangrijkste bron van inkomsten vormden. Er werd suiker verbouwd maar ook tal van andere land- en tuinbouwproducten vonden vanuit Ochi, zoals de plaats door de inwoners wordt genoemd, hun weg naar binnen- en buitenland.

Vandaag de dag is Ocho Rios en omgeving, na Montego Bay, het belangrijkste toeristengebied van Jamaica. Niet alleen de watervallen vormen een toeristische attractie van de eerste orde, er worden tal van mogelijkheden geboden om te watersporten, je kunt er duiken en snorkelen, paardrijden en zelfs met gebruikmaking van een hondenkar de omgeving verkennen. Er worden tal van begeleide excursies aangeboden. In de stad en langs het strand (waarvoor je soms een toegangsprijs moet betalen) zijn tal van mogelijkheden om souvenirs te kopen en bieden gidsen (oppassen!) hun diensten aan.

Aan de centrale pier van de stad hebben grote cruiseschepen de gelegenheid om af te meren en gedurende een aantal uren is het in de stad en in de omgeving ervan een drukte van jewelste.

In de stad vormen het Turtle River Park en Island Village de belangrijkste bezienswaardigheden, hoewel het laatste wel erg commercieel aandoet.

Voor een aantal stranden wordt een toegangsprijs geheven. Dat geld niet voor Fishermen's Beach (nabij Island Village) waar je leuke foto's kunt maken van het vele kleurrijks wat daar op het strand ligt. De mooie piroques waar de vissers mee op zee gaan vissen zijn oorspronkelijk ontwikkeld in westelijk Afrika waar ze ook nog steeds als vissersboot gebruikt worden. Slaven brachten de techniek om deze boten te bouwen (tegenwoordig veelal voorzien van krachtige buitenboordmotoren) naar Jamaica.

Gedurende de weekends zijn de voor het publiek toegankelijke stranden het domein van de lokale bevolking en niet altijd even aantrekkelijk voor de toerist, tenzij die van een hoop rommel en keiharde muziek houdt.

Je bent niet in Ocho Rios geweest als je de Dunn's River Waterfalls niet hebt beklommen. Het complex van grotere en kleinere watervallen ligt in een prachtig natuurgebied en is tegen betaling toegankelijk. De totale hoogte bedraagt 183 meter en het is de bedoeling dat je via een goed aangelegd trappensysteem afdaalt tot op het strand om vandaar de klim via de waterval naar boven te beginnen. Een glibberige aangelegenheid, maar niet onoverkomelijk. Zorg ervoor dat je zwemkleding draagt en dat je al je overige spullen bij de ingang achterlaat (kluisjes aanwezig). Je kunt, voordat je afdaalt, ook waterschoenen huren wat zeer aan te bevelen is. Iedereen wil wel graag foto's nemen en het is ook een spectaculair gezicht en een belevenis van de eerste orde. Maar let op, veel schoenen en fotocamera's verdwenen al in het water! Je kunt gebruik maken van de diensten van een gids die een groepje mensen (hand in hand) tegen de watervallen op naar boven brengt.

Ook voor wandelaars is een bezoek aan dit natuurgebied een aanrader. Het vormt een van de belangrijkste toeristische attracties van het land en de paden zijn goed begaanbaar. Vanaf diverse plateaus kun je de mensen die de waterval beklimmen volgen. Er zijn wat kiosken op het terrein waar je iets te drinken of een versnapering kunt kopen en er is een goed geoutilleerde medische hulppost.

Als er zojuist een cruiseschip in de haven heeft afgemeerd tref je het minder, Een paar duizend mensen willen tegelijkertijd toegang hebben tot het gebied en de rust is dan een poosje ver te zoeken.

In de directe omgeving van Ocho Rios zijn tal van excursies te maken. Een van de topattracties van Jamaica (althans dat wordt beweerd, het is maar waar je van houdt) is een bezoek aan een stukje onvervalst regenwoud, of wat daarvan over is. Het ligt op een bergrug die Mystic Mountain genoemd wordt. Het is een prachtig natuurgebied voor 'mooi weer' bergbeklimmers. Je kunt met de kabelbaan naar boven en je kunt onderweg en boven genieten van een werkelijk schitterend uitzicht over de omgeving. Afdalen doen de meeste mensen met gebruikmaking van een 'bobslee', een attractie van de eerste orde voor jong en (iets) oud(er).

Het huis werd in de 18e eeuw gebouwd en het verkeert nog steeds in uitstekende staat, maar het gaat in dit geval niet om het huis, maar om het park dat daar omheen ligt. Men noemt het Shaw Park Gardens en het is voor de liefhebbers een absolute aanrader. Prachtig aangelegde en goed onderhouden tuinen waarin tientallen bomen en struiken zijn samengebracht. Uitstekend aangelegde paden voeren langs al dit moois en onderweg kun je uitrusten bij een, meestal van nature oorspronkelijke, waterval.

Op een steenworp afstand van Shaw Park Gardens ligt nog zo'n juweel van (en in) de natuur. Hier is het niet alleen natuur wat de klok slaat, hoewel dat wel het belangrijkste onderdeel van het park is, er bevindt zich ook een museum waar je kennis kunt nemen van de ontwikkeling van Jamaica vanaf het moment dat de Taíno's er zich vestigden tot aan de onafhankelijkheid van het land. Je bevindt je in Coyaba River Garden en Mahoe Falls. Je moet de prima onderhouden tuin met eigen ogen gaan zien. Prachtig aangelegde vijvers waarin zich tal van vissoorten bevinden en waar je schildpadden in hun natuurlijke omgeving van nabij kunt bewonderen. Een klim naar de top van de heuvel langs watervallen brengt je op één van de fraaiste plaatsen vanwaar je onder andere uitzicht hebt op de plaats Ocho Rios. Coyaba is het oude Taínowoord voor 'paradijs'. Als je er geweest bent dan besef je dat die oude Taíno's daar al aardig zicht op hadden.

Liefhebbers van pottenbakken bezoeken Wassie Art waar meer dan vijftig pottenbakkers je hun kunsten vertonen en waar je de eindresultaten van hun inspanningen kunt bewonderen. Je kunt ze ook kopen, men zorgt ervoor dat je aankoop goed verpakt wordt verzonden, zodat deze onbeschadigd zijn doel bereikt.

Je kunt niet met een dagexcursie naar Crab Key, hoewel het tot Jamaica behoort, het is een privé eiland op ongeveer 45 kilometer ten noorden van Jamaica en de naam is fictief. Maar, tal van zaken in Ocho Rios herinneren aan het feit dat er daar (en in mindere mate in Kingston) diverse scenes gedraaid werden voor de eerste James Bond film: dr. No, uit 1962. Op Crab Key kwam men later terug voor opnames van de in 1989 uitgekomen film Licence to kill.