Knjaževac is één van de plaatsen waar de toeristische organisatie de laatste jaren enorm veel tijd, geld en energie heeft gestoken in het ontwikkelen van het plattelandstoerisme. Steeds meer particulieren bieden kamers of appartementen aan, al dan niet inclusief een door een Servische oma bereide maaltijd. Daarnaast is er een aantal bungalowparken in etnostijl gebouwd, waar toeristen voor weinig geld een houten huisje kunnen huren en op hetzelfde terrein lekker kunnen relaxen én eten. De medewerkers van de toeristische organisatie zijn uiterst vriendelijk en kunnen u helpen bij het zoeken van accommodatie die bij u past. Het stadje aan de rivier de Timok heeft geen grootse bezienswaardigheden, maar het is een alleraardigst plaatsje om een paar dagen te verblijven.

Op het hoogste punt van de stad, boven het raadhuis, staat een gevangenis uit de Osmaanse tijd. Nadat Miloš Obrenovic de stad van de Turken had bevrijd, beval hij de torens in brand te steken, zodat ze zouden instorten De ruïne van deze Gurgusovacka gevangenis wordt nu vooral gebruikt voor het organiseren van rockconcerten. Beneden bij de brug is een klein monumentenpark. Het negentiende-eeuwse huis met houten gevel van de familie Stanojevic doet dienst als Stadsmuseum (Njegoševa 6).

In het dorp Donja Kamenica staat een kerkje uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Alleen op feestdagen zijn hier nog diensten. Volgens sommigen bewijst de schildering van het laatste avondmaal, dat er in Servië al eerder met bestek werd gegeten dan in West-Europa. De kerk is normaal gesloten, dus informeer vooraf bij de toeristeninformatie of vraag in het dorp rond naar de sleutel. Naast de kerk staat een monument voor slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Na protesten van buurland Bulgarije is het beeld omgedraaid, zodat het geweer van de soldaat niet meer op dat land gericht was.

Bij het dorp Ravna is een etnologisch en archeologisch dorp. Er zijn hier allerlei tentoonstellingen en er worden jeugdkampen georganiseerd. Er is echt voor elk wat wils, van een wijnmuseum tot stenen uit een (echt) lapidarium Romeinse tijd en van landbouwwerktuigen tot een collectie van wollen sokken.

Een echte aanrader is een bezoek aan de wijnproeverij van de familie Jovic. De vriendelijke wijnboer laat u graag de kneepjes van het vak zien, maar vooral ook proeven van het resultaat van die kneepjes. Jovic is in de verre omgeving bekend voor zijn bijzondere kersenwijn.

Stara Planina

Als u hoger de bergen in wilt, dient u de weg naar het zuiden te nemen. Ongeveer zeven kilometer voordat de weg naar Babin Zub zich afsplitst van de hoofdweg naar Pirot is nog een mooie waterval aan de rechterkant van de weg. Als u even later Babin Zub kiest merkt u dat de weg al snel steil omhoog begint te gaan. U beklimt Stara Planina, het grootste en mooiste gebergte van Servië. De berg Midzor op de grens met Bulgarije is met 2169 de hoogste top van het land. Dit gebergte wordt ook wel het Balkangebergte genoemd en gaf dus de naam aan het hele Zuidoost-Europese schiereiland. Het gebied kent een alpiene vegetatie en er komen bijzondere gentianen en orchideeën voor. In de bergen leven wilde beesten als wolven, beren en lynxen en meer dan tweehonderd soorten vogels, waaronder de arendbuizerd. Vanuit eeuwenoude en totaal geïsoleerde bergdorpjes worden schapen en geiten gehouden. Dit levert de heerlijke staroplaninski kaas op.

Babin Zub

De uitstekende rots, die er met een beetje fantasie uitziet als de tand van een oude oma, gaf Babin Zub zijn naam. Dit is het beste uitgangspunt om Stara Planina te verkennen, omdat u er met de auto tot 1750 meter hoogte kunt komen. Op de berg is een hotel en een berghut, waar u ook een simpele maar heerlijke en voedzame maaltijd kunt krijgen. Vanuit hier zijn er gemarkeerde wandelpaden het gebied in. Een paar minuten lopen van de berghut is de koudste waterbron van Servië. Als u niet te snel drinkt is het water heerlijk. In de winter is Babin Zub een belangrijk wintersportoord.

Sokobanja

Als u één kuuroord in Servië wilt bezoeken, kunt u het beste naar Sokobanja gaan. Het plaatsje, maar vooral sommige van de hotels, ademen een sfeer van vergane glorie uit. Toch is het goed toeven in de schaduwrijke voetgangersstraat met enorme platanen aan weerszijden en het grote stadspark. In het centrum is een Osmaanse hamam, die volledig herbouwd werd door Miloš Obrenovic. Verder zijn er in het kuuroord een aantal mooie konaks en een leuk etnografisch museum. De omgeving van het stadje is erg mooi. Aan te raden is de wandeling naar Sokograd, een oud fort op een heuveltop.