Bolivia

Swipe

Democratische regeringen vanaf 1982

In 1982 kwam eindelijk weer een volksregering aan de macht in de vorm van Hernán Siles Zuaso (MNR, links) die geconfronteerd werd met een hyperinflatie van 2000% in 1983 en zelfs 8000% in de eerste zes maanden van 1985. Er brak sociale onrust uit die gepaard ging met vele stakingen en demonstraties. Door de sluiting van vele mijnen als gevolg van een spectaculaire daling van de prijs van tin vertrokken vele hooglandindianen naar de Chapararegio om op cocaplantages te werken.

Nieuw economisch plan (1985)

Op 6 augustus 1985 kwam voor de vierde maal Victor Paz Estenssoro (MNR) aan de macht. Een van zijn belangrijkste daden was de invoering van het door de Amerikaan dr. Jeffrey Sachs ontworpen ‘Nieuwe Economische Plan’. Het betrof een orthodox economisch schokplan met onder andere de devaluatie van wisselkoersen, drijvende wisselkoersen, nieuwe belastingen, beperking van overheidsuitgaven en het vrijmaken van prijs- en looncontrole. Het bracht Bolivia in een diepe recessie die gepaard ging met een enorme werkloosheid. Vooral degenen die in dienst waren van de overheid of afhankelijk waren van overheidssubsidies werden getroffen door het plan; 20.000 mensen verloren hierdoor hun baan. Daarnaast werd de mijnbouw, die in 1985 werd geconfronteerd met de ineenstorting van de prijzen van tin op de wereldmarkt, gesaneerd. Veel ouderwetse, verliesgevende COMIBOL staatsmijnen werden gesloten met als gevolg dat 23.000 mijnwerkers hun baan verloren. Velen weken uit naar de Chapare-regio en gingen werken op de cocaplantages. De situatie in de landelijke gebieden op de Altiplano verslechterde eveneens als gevolg van het plan. Gesubsidieerde buitenlandse agrarische producten overspoelden de markten en hier konden de lokale boeren niet tegenop. Het gevolg was een nog grotere armoede. De Boliviaanse fabrikanten werden geconfronteerd met de gevolgen van het wegvallen van invoerrechten. Buitenlandse producten veroverden de markt en veel bedrijven moesten sluiten als gevolg van de hoge prijzen van de Boliviaanse producten. Het nieuwe economische plan hield ook de privatisering van andere staatsbedrijven in maar dit verliep niet zo vlot aangezien er simpelweg geen kapitaal aanwezig was en buitenlandse investeerders niet geïnteresseerd waren in deze verouderde bedrijven.

Het fenomeen cocaïne

De productie van cocabladeren in de Chapare-regio zorgde voor een tijdelijke opluchting van de economische malaise. Voorheen cultiveerde men hier op beperkte schaal de cocaplant maar de aanleg van een geasfalteerde weg van Santa Cruz naar Cochabamba bracht dit tropische gebied uit zijn isolement. Veel hooglandindianen gingen zich in de Chapare vestigen, onder wie de huidige president Evo Morales, en begonnen met de productie van coca. De Chapare cocabladeren bevatten meer alkaloïde dan de bladeren uit de traditionele cocastreek, de Yungas, op de oostelijke berghellingen van het departement La Paz. De cocabladeren uit de Chapare, die bitter smaken, werden weliswaar niet gebruikt voor mate de coca (cocathee) of voor het blaadjes kauwen, maar bleken uiterst geschikt voor de productie van cocaïne. In de jaren 70 kwam cocaïne in de mode in de VS en zo zou Bolivia voor een derde van de wereldproductie zorgen. Coca werd geproduceerd op kleine boerderijen, tweederde van de cocaplanten op percelen van zes hectaren of minder. De cocaboeren waren verenigd in kolonies en grote boerenvakbonden. Voor het eerst in de Boliviaanse geschiedenis werd een belangrijk exportproduct gedomineerd door kleine boeren. Gezien de arbeidsintensiviteit van cocabladeren lieten de internationale handelaren de boeren hun gang gaan. Rond 1985 produceerden Boliviaanse handelaren cocaïnepasta maar het kristalliseren en commercialiseren gebeurde door Colombiaanse tussenpersonen. De Chapare, Santa Cruz en Cochabamba werden het centrum van de exporthandel van cocaïne en de Yungas bleef produceren voor de traditionele markt. Geschat werd dat in 1984 de opbrengsten van de export van cocaïne de dubbele waarde had van de $724 miljoen opbrengsten uit de legale export. In 1985 waren ongeveer 250.000 mensen werkzaam in de coca. De Chapare-regio produceerde in dat jaar 100.000 ton cocabladeren op 45.000 hectares. Coca werd het belangrijkste landbouwproduct van Bolivia. De winsten op cocaïne zorgden voor de enige economische groei in de jaren 80. Deze drugsdollars konden in Bolivia blijven dankzij een gunstige bankwet. Zo mocht de oorsprong van het geld niet onderzocht worden.

Privatisering

In 1989 kwam Jaime Paz Zamora van de MIR aan de macht die hij moest delen met Hugo Banzer. Deze president zette de neoliberale economische hervormingen van 1985 voort. Zijn zogenaamde ‘structurele aanpassingsprogramma’ hield de privatisering van staatsbedrijven in en het aantrekken van buitenlandse investeringen. In 1993 kwam de MNR wederom aan de macht, deze keer onder leiding van Gonzalo (‘Goni’) Sánchez de Lozada. ‘Goni’ kwam uit een familie van industriëlen en had lange tijd in de VS gewoond (zijn bijnaam was ‘gringo’). Hij was uiteindelik verantwoordelijk voor een totale uitverkoop van staatsbedrijven aan het buitenland.

De terugkeer van Hugo Banzer (1997-2001)

In 1997 won, tot ieders grote verrassing, Hugo Banzer voor de tweede keer de verkiezingen. Tijdens zijn regeringsperiode was er grote ontevredenheid onder de bevolking, vooral over het economisch beleid en de schending van mensenrechten. Een van zijn belangrijkste programma’s was het door de VS financieel ondersteunde ‘Waardigheidsplan’; dat wil zeggen de totale uitroeiing van coca in de Chaparestreek vóór het jaar 2002. Dit plan resulteerde in een complete staat van beleg in de Chapare, de eerste stap in de militarisering van de regio. Honderden politieagenten en militairen bezetten op gewelddadige manier de subtropische laaglanden, waar men zich te buiten ging aan talloze mishandelingen en moorden en de schending van de meest elementaire rechten en vrijheden.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia